Japans is in sommige boeddhistische stromingen zo’n beetje wat kerklatijn vroeger voor het katholicisme was. Dat geldt voor het Reine Land en ook voor Zen.
De Tathagata Oneindig Leven is mijn toevlucht!
Het Onvoorstelbare Licht is mijn toevlucht!
Dit zijn, in de vertaling van het Antwerpse centrum voor shinboeddhisme, de openingswoorden van de Shoshinge, een hymne waarin Shinran (1173-1263) de leer van het Reine Land-boeddhisme uiteenzet. Shinran was de stichter van het shinboeddhisme, een van oorsprong Japanse Reine Land-school.
Het gezang vangt aan met een eerbetoon aan de Tathagata Oneindig Leven, een aanduiding voor Amida, de boeddha van oneindig leven en onmetelijk licht.
Gunstige wedergeboorte
Namu Amida Butsu, Namu Amida Butsu is de recitatie die in het Reine Land-boeddhisme centraal staat. Het betekent ‘Eer aan Amida Boeddha’ of ‘Ik vertrouw mij toe aan Amida Boeddha’. Volgelingen spreken de recitatie uit om zich na hun dood te verzekeren van een gunstige wedergeboorte in het boeddhaland van Amida en om hem te danken voor zijn grote mededogen.
De nembutsu, zoals de recitatie heet, kan ook een meditatieve functie hebben. Namu (ik vertrouw mij toe) en Amida Butsu (Amida Boeddha) zijn niet subject versus object. De nembutsu zeggen, dag en nacht, hardop of in stilte, is een mindfulnessoefening die kan uitmonden in het besef van de mystieke eenheid van beide. Ik ben niet hier en het Reine Land is niet daar. Zenleraren hebben hun studenten de geschiedenis door dan ook laten trainen met de nembutsu.
Chemie
Zelf doe ik mijn zitmeditaties en mijn nembutsu’s net zoals het komt. Zen met een vleugje Reine Land, het bevalt me steeds beter. Beide steken elkaar als het ware aan in een chemie met een opmerkelijke uitwerking. Soms zwelt de nembutsu aan tijdens de meditatie of kun je er, als alternatief voor de ademhaling, op terugvallen wanneer je afdwaalt.
Je kunt Namu Amida Butsu zeggen, of namu-amida-bu of namandabu, zoals de Japanse verkortingen ervan luiden. Maar het blijft reciteren in een vreemde taal en soms vraag ik me af wat je nu het beste in het Nederlands zou kunnen zingen, gesteld dat je dat zou willen.
Cultureel misverstand
‘Ik vertrouw mij toe aan Amida Boeddha’ zingt niet lekker en accentueert subject en object. Dit is jammer, want voor toevertrouwen aan de compassie van Amida is in het Reine Land-boeddhisme een sleutelrol weggelegd.
Lof aan Amida Boeddha dan, lof aan Amida Boeddha, lof aan Amida Boeddha?
Eer zij Amida Boeddha, vind ik wel een mooie, maar het ‘Eer zij’ klinkt wat gedragen; we komen het ook in het taalgebruik van de christelijke liturgie tegen. Dat zou geen bezwaar hoeven te zijn, ware het niet dat sommige mensen toch al de indruk hebben dat Amida Boeddha lijkt op een kracht buiten onszelf. Dit is evenwel een cultureel misverstand dat de fundamentele non-dualiteit van het Reine Land-boeddhisme over het hoofd ziet.
Barrière opwerpen
Een alternatief voor ‘Eer zij Amida Boeddha’ zou kunnen zijn: ‘Dank zij Amida Boeddha’. ‘Eer zij’ gaat algauw in de richting van verering en ‘dank zij’ ligt naar mijn gevoel minder ver weg van (toe)vertrouwen.
Japans is in sommige boeddhistische stromingen zo’n beetje wat kerklatijn vroeger voor het katholicisme was. Dat geldt voor het Reine Land maar ook voor Zen. Er is iets te zeggen voor de traditie maar er is ook iets voor te zeggen om vaker Nederlands te gebruiken. Een vreemde taal kan immers een barrière opwerpen voor mensen.
Ik heb nu een dag of twee het Namu Amida Butsu afgewisseld met Eer zij Amida Boeddha. Het voelt onwennig en onbevredigd. Dank zij Amida Boeddha begint zichzelf nu te doen spreken. Want zo gaat dat in het Reine Land-boeddhisme. Niet ik neem het initiatief; nee, Amida roept en spreekt door mij.
Menno Prins zegt
Namu Amida Butsu… Boeddha-Vertrouwen-Zuiverheid-Licht-Liefde… Dit zijn vijf woorden, die je met iedere in- en uitademing zou kunnen reciteren om ze zoo door je heen te laten stromen. Daarbij gaat het niet om de letters, maar om de betekenis in de “harttaal” die los staat van iedere gesproken of geschreven taal. De Nederlandse taal is echter voor de meeste Nederlanders de meest natuurlijke koppeling áán de taal van het hart. Waarom vijf begrippen? Omdat de begrippen daardoor om en om zowel op de in- als de uitademing terecht komen, waardoor je de betekenis zowel laat binnenkomen als laat uitgaan. Je houdt niets voor jezelf. Je ontvangt en je geeft, in feite zelfs dat niet… je laat het door je heen stromen en zijn werk doen. Door het met aandacht te doen, vervaagt de grens tussen “ik” en “niet ik”, tussen “binnen” en “buiten”. Op den duur is er slechts nog ademstroom die Boeddha-Vertrouwen-Zuiverheid-Licht-Liefde met zich meevoert.
Misschien heb je er iets aan.
Overigens kennen we dit in de christelijke traditie ook: lees maar eens het volgende juweeltje uit de Russische literatuur”De weg van een pelgrim”, waarin beschreven wordt wat het eindeloos herhalen van het zogenoemde “Jezus gebed” (een Christelijk “Nembutsu”, bij wijze van vergelijken) voor gevolgen heeft.
Ten slotte onderschrijf ik je opmerking dat er in “boeddhistisch Nederland” best meer Nederlands gesproken mag worden. Dat geldt zeker wanneer men eigenlijk geen idee heeft van de betekenis van wat Japanse, Chinese of Pali teksten eigenlijk betekenen. Volgens mij kan een persoon die alleen maar woorden herhaalt zonder de betekenis te doorvoelen, net zo goed eindeloos Ozewiezewozewiezewallachristalla herhalen, met waarschijnlijk hetzelfde effect.
Jules Prast zegt
Dank je voor deze waardevolle toevoegingen, Menno. Ik ken het Jezus-gebed. Daarmee maakte ik dertig jaar geleden kennis toen ik in een benedictijns klooster als gast van de communiteit mijn allereerste zenles kreeg van een docent die verbonden was aan De Kosmos in Amsterdam. Ik was toen noch toe aan het kloosterleven noch aan zen. Het Jezus-gebed echter spreekt zich regelmatig nog steeds in me, ook in een periode dat ik intensief met de boeddhistische nembutsu bezig ben.
Guus zegt
Uit:’Dropping Ashes on the Buddha: The Teaching of Zen Master Seung Sahn’
(Als ik me niet vergis een van de leraren van Ton Lathouwers.)
Ik ga nu aan mijn gebakken aardappels.
Groet
Hans Kamphof zegt
Beste Guus
Jammer dat je deze tekst in het Engels geplaatst hebt, Niet iedereen beheerst het Engels of een andere buitenlandse taal.
Een groet met
Vrede & alle goeds
Hans
Guus zegt
Beste Hans,
Via translate.google.com komt vaak een heel aardige benadering van de brontekst. Dat is wellicht – ook voor de toekomst – een handige tip voor wie het Engels onvoldoende machtig is en toch wat moeite wil doen voor een tekst.
In dit geval:
>>>
Op een ochtend na de training werden er vier studenten aan het ontbijt met Seung Sahn Soen-sa in de Corner Coffee Shop op Oost Twenty-First Street in New York. Een student vertelde over een ervaring die hij met een aantal volgelingen van de Nichiren sekte had gehad. “Hun mantra, Nam yoho renge kyo, leek mij een vrij krachtig praktijk. Maar toen ik hen vroeg wat het betekende, wisten ze niet en zei dat het niet belangrijk om te weten. Is dit juist? ”
Soen-sa zei: “In de praktijk van deze soort, juist begrip is niet nodig. Het maakt niet uit of je weet dat deze mantra is de naam van de Lotus Sutra of dat Kwanseum Bosal is de naam van de Bodhisattva Avaloki-teshvara. ”
Een andere student zei: “Ik heb gehoord dat bepaalde mantra’s hebben de macht die inherent is aan hen-die Sanskriet geluiden, bijvoorbeeld, hebben enkele link naar de energie van het universum. Maakt het een verschil dat mantra u gebruik maken? ”
Soen-sa zei: “Drie dingen zijn belangrijk: ten eerste, de reden voor het doen van de mantra; tweede, sterk geloof dat de mantra werkt; en de derde, constante praktijk. ”
“Zo kun je Coca-Cola zingen de hele dag en het zal werken?”
“Als iemand je vertelt dat de woorden Coca-Cola hebben de macht in hen en je echt gelooft dat, dan zal Coca-Cola voor u werken. Er is een goed verhaal over weten:
“Driehonderd jaar geleden in Korea, was er een monnik genaamd Sok Du, wat betekent ‘Rock Head.’ Hij was een zeer domme man. De soetra’s waren veel te moeilijk voor hem, dus besloot hij om Zen te bestuderen. Maar zitten Zen was ook te moeilijk. Dus hij alleen heeft gewerkt Zen, in de keuken en in het klooster velden. Twee keer per maand de Zen Meester zou een Dharma Speech, die altijd zou vullen Sok Du verwarring geven. Op een dag, na de Dharma Speech, ging hij naar de zenmeester en zei: ‘Meester, ik ben moe van het zijn zo dom. Is er niet een of andere manier kan ik begrijpen? ‘
“Zei de meester, ‘U moet het mij vraagt een goede vraag.’
“Sok Du krabde zijn hoofd en dacht een paar minuten. Toen zei hij: ‘Oke. U bent altijd over Boeddha. Wat is Boeddha? ‘
“De meester antwoordde:” Juk shim shi bul, ‘wat betekent’ Boeddha is de geest. ‘Maar Sok Du verkeerd begrepen, en dacht dat de Meester had gezegd,’ Jip scheenbeen shi bul, ‘wat betekent’ Boeddha is gras schoenen. ‘
“‘Wat een moeilijke kong-an!’ Sok Du dacht, als hij boog voor de Meester en links. ‘Hoe kan Boeddha gras schoenen? Hoe zal ik ooit begrijpen? ‘
“Voor de komende drie jaar, Sok Du verbaasd over dit grote vraag als hij zijn werken Zen. Hij heeft nooit de Meester gevraagd om uit te leggen; Hij bleef de vraag in zijn hoofd te allen tijde. Tot slot, een dag drie jaar later werd hij met een grote lading brandhout de heuvel af naar het klooster. Zijn voet raakte een rots, hij zijn evenwicht verloor, het hout viel, en zijn gras schoenen ging vliegen in de lucht. Toen ze landde op de grond, ze waren gebroken, en hij de verlichting had bereikt.
“Sok Du was erg blij en erg opgewonden, dus ging hij loopt terug naar de Zen Master. ‘Meester, Meester, nu begrijp ik wat Boeddha is!’
“De meester keek hem aan en zei: ‘Oh? Wat is Boeddha? ‘
“Sok Du trok een gras schoen en sloeg de Meester op het hoofd.
“De Meester zei: ‘Is dit de waarheid?’
“Zei Sok Du, ‘Mijn schoenen zijn allemaal kapot!’
“The Master barstte in lachen uit, en Sok Du gespoeld met vreugde.”
Op deze, Soen-sa en zijn studenten barstte ook in lachen uit. Daarna keerden ze terug naar hun gebakken eieren en toast.
<<<<
groet
Jules Prast zegt
‘Dank zij Coca-Cola’ :-)
Menno Prins zegt
Zo is het: het gaat inderdaad (ben ik mee eens) om deze drie zaken: 1)de juiste reden hebben om het te doen; 2) het vertrouwen hebben dat het voor jou werkt; 3) niet aflatende volharding.
Zo is er het verhaal van drie broers die samen onder zeer sobere omstandigheden in volstrekte afzondering een vroom leven leiden op een eilandje in een groot meer. Zij waren ongeletterd, en alles wat zij wisten over het geloof, hadden zij onthouden uit hun vroege jeugd. Zij kenden geen gebeden, maar herhaalden slechts eindeloos de volgende zin, soms murmelend, soms zingend, vaak slechts zwijgend in gedachten, en zelfs dromend: “Gij zijt drie, wij zijn drie. Amen”. Dit kwam op zekere dag een priester ter ore, en hij had met deze drie mannen te doen. Hij besloot hen te bezoeken, en hen te onderwijzen hoe zij dienden te bidden. Hij liet zich naar het eilandje roeien, leerde de mannen een aantal officiële kerkelijke gebeden, liet een boek achter waarin het allemaal stond opgeschreven en vertrok. Maar hij was nog niet halverwege de overtocht naar de oever van het meer, of hij zag drie gestalten over het water lopend naar hem toe komen. De drie riepen: “Stop, stop … wij weten niet meer zeker of wij de gebeden die u ons geleerd heeft wel goed hebben onthouden, blijf nog even … want het boek kunnen wij niet lezen. Als u niet blijft, hebben wij alleen nog de oude vertrouwde zin, die ons leven en onze ziel is …”Gij zijt drie, wij zijn drie, amen … ”
De priester boog eerbiedig voor het drietal, en zei ten diepste geroerd én veranderd: “Dat is méér dan genoeg.”