De ziel is als een vogel die neerstrijkt op de tijdboom, zegt William Baston, de hoofdpersoon in De trein naar Tarascon, een roman uit 1986 van Andreas Burnier. Op de takken van de tijdboom ervaart de ziel zich afgezonderd van het geheel, opgenomen in een persoonlijke keten van oorzaak en gevolg. Los van de boom is de ziel één met het al en is er geen tijdsbesef, geen voor en na; alles, ook alle voorgaande en toekomstige incarnaties, bestaan hier tegelijkertijd en naast elkaar. Noch vanuit het ene, noch vanuit het andere gezichtspunt, kun je spreken van reïncarnatie of wedergeboorte.
Andreas Burnier was het pseudoniem van de Nijmeegse hoogleraar criminologie Catharina Dessaur (1931-2002). Haar wereldbeeld als wetenschapper werd mede gekleurd door een diepgewortelde spirituele inspiratie, getuige bijvoorbeeld haar boek De droom der rede uit 1984, een overzichtswerk over de geschiedenis van filosofie, sociologie en psychologie. In Het gevaar dat de ziel in wil (2003), een bundel met nagelaten geschriften, laat ze zich waarderend uit over het boeddhisme.
Grondthema’s
Toch keek Dessaur vanuit haar helicopterperspectief dwars door het boeddhisme heen. Boeddhisme, hindoeïsme en jaïnisme zijn variaties op dezelfde grondthema’s van het Indische wereldbeeld, schrijft ze. Nirvana en brahman, ze zijn als evenwijdige lijnen die elkaar in het oneindige snijden. Je moet de verschillen niet uitvergroten ten koste van de overeenkomsten. Ook in boeddhisme en christendom ontwaart ze gelijksoortige patronen, zoals in de hang naar devotie en het veruitwendigen van het goddelijke.
Burnier/Dessaur ben ik gaan lezen in de tweede helft van de jaren tachtig. Ik moest hieraan terugdenken toen ik deze week Stephen Batchelor, in zijn artikel ‘A Secular Buddhism’ uit 2012, eveneens zag benadrukken hoe fundamenteel alle traditionele vormen van boeddhisme verweven zijn met klassieke voorstellingen uit de Indische cultuur. Het ‘geen geboorte, geen dood’ van het boeddhisme en de onsterfelijkheid van de ziel (atman), ziet ook hij verbonden door een fundamentele continuïteit.
Ik heb het eerder geschreven: wat is, welbeschouwd, het verschil tussen nirvana en het moment waarop brahman en atman zich versmelten? Voor sommigen is dit misschien hersengymnastiek of ketterij; in dit soort relativerende inzichten kun je echter ook een bron van bevrijding vinden.