Op de Nederlandse tv werd ooit de serie Gerede twijfel herhaald. De serie en het project zelf zijn bedacht door prof. dr. Peter van Koppen. Studenten uit verschillende disciplines houden dossiers van strafrechtzaken tegen het licht, op zoek naar de waarheid? Is de veroordeelde wel de schuldige, zelfs als hij heeft bekend? Denk maar eens aan de Puttense moordzaak of de veroordeling van Lucia de Berk. Deze ‘daders’ zaten jarenlang onschuldig in de gevangenis, terwijl iedereen bij de politie, het openbaar ministerie en rechterlijke macht ervan overtuigd was dat zij de daders waren. Het lullige is dat het ook jou kan overkomen als je op het verkeerde tijdstip op de verkeerde plek bent.
In de eerste aflevering onderzoeken de studenten het dossier van de dader van de moord op een baby. Zij komen er al snel achter dat het onmogelijk is dat de vrouw het gedaan kan hebben, op basis van een tijdspad dat ze maken. De recherche heeft eerst een dader uitgezocht- op basis van vermoedens en vage getuigenverklaringen, en heeft daarna het bewijs tegen deze ‘dader’ vergaard. In deze zaak speelde ook het licht van een natriumlamp. Een getuige beweerde dat de dader een rode jas droeg, maar de studenten toonden aan dat natriumlicht kleuren verandert.
Dit element in het onderzoek voerde Chef terug in de tijd toen hij nog politieverslaggever was. Op een vrijdagnacht wordt in een bos, bij een parkeerplaats waar homoseksuele mannen die nog niet uit de kast zijn gekomen elkaar opzoeken, een van die mannen met pistoolschoten vermoord. Zaterdagmorgen wordt het lichaam ontdekt en begint de politie een onderzoek.
Al vroeg in de ochtend is Chef als misdaadverslaggever ook op de plaats delict en krijgt van een politiechef uit de eerste hand informatie. In de loop van het onderzoek wordt een man gearresteerd. Zijn ex-vrouw zegt dat hij de moord aan haar heeft opgebiecht. In diezelfde periode krijgt Chef van een jonge prostituee- een informant van hem, informatie dat op die vroege zaterdagochtend drie junks haar in haar woning hebben opgezocht en daar van kleding hebben gewisseld. Onder meer een bebloede broek laten ze achter. De vrouw wast de broek enkele malen uit.
Deze informatie is voor Chef aanleiding het onderzoek van de politie tegen het licht te houden. Is de arrestant ook de dader? De rechtbank vindt van wel en veroordeelt de man tot zes jaar cel. Chef werkt zes maanden vrijwel onafgebroken aan deze zaak en kan de ouders en de advocaat van de ‘dader’ vierentwintig getuigen en omstandigheden aanreiken die naadloos aantonen dat de dader niet de dader is. De gewassen broek brengt hij naar de politie, zijn informante wil niet bekend worden bij de recherche.
En nu het natriumlicht. In de nacht van het doden van het slachtoffer ziet een getuige op die parkeerplaats een rode auto. Hij meldt dat aan de recherche die vaststelt dat het de wagen van de ‘dader’ is. Zelfde kleur. Chef gaat zelf op een vrijdagnacht- op het vermoedelijke tijdstip van de moord naar die parkeerplaats- met een fotograaf, en ziet daar de lantaarnpalen met natriumlampen. De getuige kan nooit een rode auto op die parkeerplaats hebben gezien, de lampen verstoren de natuurlijke kleuren. Maar dat heeft de politie- gretig om een dader te vatten, nooit vermeld in het dossier. De dader is in hoger beroep vrijgesproken. De drie junks worden aangehouden maar zwijgen. Het dossier wordt opgelegd: de zaak is nooit opgelost.
Wat is nou de moraal van deze column? Geloof nooit wat je ziet, het is maar een waarneming. De werkelijkheid kan heel anders zijn. Zelfs de boeddhistische verlichting.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!
Geef een reactie