We hadden een muis in huis! Althans, dat dachten we. Inmiddels hebben we er vijf gevangen en lijkt de rust wedergekeerd. Het begon allemaal met hier en daar een muizenkeuteltje – en we merkten dat er geknabbeld was aan de laatste appeltjes van onze appelboom, die op een tafel bij de tuindeur lagen. Verder geen knaag- of vraatsporen. Een bescheiden muis! Later, toen het koud werd, wilde ik mijn warme winterlaarzen aantrekken – maar ontdekte dat één van de laarzen in gebruik was als voorraadkamer. Volgestopt met keiharde oude kikkererwten die ik gebruikt had om taartbodems blind te bakken. Zouden de muizen daarvan geleefd hebben? Of morsen wij zoveel kruimels op de grond dat een muis of muizenfamilie daarvan kan leven?
Wat doe je in zo’n geval, als je aspiratie is om het lijden van alle levende wezens te verminderen en niet te doden? We leenden zogenaamde life traps, muizenvallen waarin je de muizen levend kunt vangen. In de life traps deden we stukjes brood, besmeerd met pindakaas. Daarbij een stukje appel. Dagen, weken gingen voorbij, en toen we alle hoop al hadden opgegeven was het eindelijk raak. We hadden ‘m! De muis kreeg een enkele reis bos. Dat is niet de beste plek voor een huismuis, die geheel is aangepast aan het leven in een huis. Wat moet een huismuis in een bos? Ofwel heel hard wegrennen en een nieuw huis zoeken, ofwel eindigen in de buik van een vos, uil, havik of ander roofdier. Een huismuis wordt niet zomaar een bosmuis, dat is een andere soort.
Na de eerste ging het hard: we vingen in de daaropvolgende weken nog vier andere. Ook die kregen een enkele reis bos. We hebben nu weliswaar geen muizen gedood, maar zijn de huismuizen in een bos niet ten dode opgeschreven? Het leek ons toch de beste keuze. Nu hebben ze nog een kans gekregen.
Vandaag een recept dat onze dochter ergens heeft gevonden, waarschijnlijk op Instagram. We maken het al ruim drie jaar, maar ik zie dat ik het nog niet op deze plek gedeeld heb. En dat terwijl het toch echt een heel goed recept is, lekker, gemakkelijk en gezond, met veel groente:
Ingrediënten (voor 4 personen):
- 500 gram gnocchi, liefst van de versafdeling (bij de verse pasta)
- 400 gram kleine tomaatjes (snoeptomaatjes of kerstomaatjes)
- 1 of 2 courgettes in stukjes gesneden
- Eventueel nog andere groenten, ik gebruikte 2 puntpaprika’s in stukjes.
- 1 flinke pot pesto naar keuze: rode of groene; let op: niet alle pesto is puur plantaardig
- Scheut olijfolie
- Handjevol pijnboompitten
Verwarm de oven voor op 200 graden. Doe alle ingrediënten in een grote kom en meng goed. De gnocchi moeten met een dun laagje olie en pesto bedekt zijn. De gnocchi hoeven niet te worden voorgekookt, ze worden in de oven gaar en lekker knapperig. Stort alles op één of twee bakplaten. Bak ca. 20-30 minuten in de oven, afhankelijk van de dikte van de laag, tot alles gaar en een beetje knapperig is. Klaar!