Ieder zijn hazenlip
Elke miskraam baart zijn anekdotes,
Mozartje, zeehelden, Dachautje
(Tuberculose naar draagkracht)
Alleen gekleed in Vitamines A t/m D je
besmettelijke ziektes door de wereld
Hans Verhagen (Vlissingen, 1939). Uit de cyclus Euthanasie, opgenomen in zijn debuutbundel Rozen & Motoren (zeven cyclussen 1858-1963).
De dichter, beeldend kunstenaar en journalist Hans Verhagen zag ik rond 2005 op het Spui voorbij de boekenmarkt op zaterdag benen. Hij droeg een zwarte legging. Zijn halflange sluike haar was hennarood geverfd.
Ik wist dat hij amfetamine en heroïne gebruikte. In zijn gejaagde looptempo, hij moet toen al voorbij de 70 zijn geweest, passeerde hij me op zo’n 25 meter afstand. Ik durfde hem niet te vragen waarom hij pas op hoge leeftijd voor het eerst een literaire prijs kreeg voor zijn poëzie (PC Hooft). Later deed ik dat wel in een brief.
Ook toen ik hem voor het eerst en het laatst zag in Amsterdam, begreep ik dat Verhagen nooit een prijs kreeg, en voor het eerst pas na een lange lobby door literaire vrienden, omdat hij een outcast was De notariszoon uit Vlissingen was als kind dikke maatjes met de bezetter en werd na een korte kennismaking met de journalistiek (jongerenpagina Algemeen Dagblad) dichter, journalist voor de Haagse Post en de VPRO televisie. Hij maakte documentaires, waarvan vooral Vastberaden, maar soepel en met mate en Kamp Westerbork me bijbleven.
Verhagen, een onderschatte interviewer, had de gewoonte de ondervraagde zeer lang aan het woord te laten zonder deze onnodig veel te onderbreken of hinderlijke vragen te stellen die de geïnterviewde zouden doen stil vallen.
Op die manier maakte hij een nogal omstreden televisie interview met de weduwe van NSB-voorman Rost van Tonningen. Het zou kritiekloos zijn. Verhagen, later: “Had ik dan moeten zeggen dat Hitler géén groot ziener was?” Ook filmde hij een koe vanaf de geboorte tot de gang naar het slachthuis. De toen door vrijzinnige dominees geleide VPRO kreeg een lawine aan opzeggingen na de uitzending.
Met Hans Sleutelaar maakte hij een interviewboek waarin hij Nederlandse nazi’s liet verklaren waarom ze dienst namen in Hitler-Duitsland. Het boek deed veel stof opwaaien, ook omdat Verhagen en Sleutelaar de Nederlandse nazi’s niet één lastige vraag stelden. Zo kon het gebeuren dat de bejaarde mannen uitvoerig mochten toelichten waarom ze geen spijt hadden van hun daden. De ophef in de media wad massaal.
Ondanks of juist daarom was Verhagen een flowerpower hippie van de eerste generatie die de naam van Paradiso en de Melkweg (Milky Way) bedacht. Hij bleef levenslang houden van zijn Zeeuwse jeugdliefde Conny Tavenier. Met zijn latere vrouw kreeg hij een zoon. Het huwelijk liep spaak. Hij begon vanuit het niets en zonder opleiding te schilderen. Daarbij verbruikte hij veel verf. De vloer van zijn Amsterdamse etage was op zeker moment bedekt met een dikke, hard geworden laag. Het appartement stortte in en werd onbewoonbaar. Een architect bezorgde Verhagen een etage tegenover Amsterdam Centraal.
Daar bleef de vroeg aan alcohol en harddrugs verslaafd geraakte Zeeuw (hij kickte twee keer af) wonen en werken tot hij op zeer hoge leeftijd naar een verzorgingstehuis moest. De enveloppe met inhoud die bij de PC Hooftprihs hoorde, 70.000 euro, had hij in korte tijd opgemaakt aan cocaïne en heroïne of gedeeld met vrienden.
Verhagen leerde ik eerst kennen als journalist, toen als dichter en tenslotte als kunstenaar. Ooit, ik verdiende aardig, reed ik op een zondagochtend naar zijn galeriehoudster in Vlissingen, Hannelore Meijering. Ik betrad de verkoopruimte, zag dat ze inderdaad drie werken van Verhagen had hangen en wist toen meteen dat ik het schilderij Egg with no evil (Geisha) moest hebben. Het hangt in mijn slaapkamer.
Bijna alle gedichten van Verhagen had ik toen al gelezen, later gebundeld in Eeuwige vlam en Alle gedichten. De bundel Moeder is een Rover (2004) las ik honderd keer, schat ik.
De openingstrofes van het eerste gedicht van die bundel, Azalea, vat het wereldbeeld op dat moment van de eeuwige hippie Verhagen aardig samen:
Die het kwade spreken krijgen steeds meer te vertellen
In dit ondermaanse licht ontleend aan schaduwen
anderen de vingers breken tot ze niet meer meetellen
om ooit de sultans ezel voor zich uit te mogen duwen
Ik zou uit meer poëzie kunnen kiezen, en misschien staat er betere in Moeder is een rover, maar het begin van de cyclus Furore vat mijn eigen toenmalige en huidige mentale staat van zijn verbazingwekkend goed samen:
In het luchtruim van mijn hoofd is het nooit echt leeg geweest. Ons bedelvend onder petten lazen kale neten ons de les in chocoladeletters.
Ik maakte de vergissing om te denken
waardoor ik het spoor bijster raakte
Ik liep verloren in een doolhof die doorliep
Ik beging vergissing op vergissing
Het waren de vergissingen waarmee ik furore maakte.
Geef een reactie