Chef at in de voormiddag in de Kloosterbunker twee boterhammen met kaas. Lekker donker brood en heerlijke belegen boerenkaas. Ineens hield hij de boterham voor zijn gezicht en bekeek ‘m van onder en van boven. Hij rook er ook aan en nam een hap. Het is waar, zei hij tegen ons, dat alles met elkaar verbonden is en het een niet kan zonder het ander.
‘Ik heb dat altijd als zijig gepraat beschouwd, maar het is waar. Deze boterham is van graan gemaakt dat door een boer in een akker is gestopt. Hij ploegde in het de najaar de akker om en bemeste het land met stront van zijn koeien. Enkele koeien kocht hij bij een collega boer. De tractor met ploeg was door een fabriek geleverd, monteurs hebben het apparaat in elkaar gezet. De onderdelen van de tractor waren geleverd door andere bedrijven, met ook werknemers en een eigenaar, die ook dagelijks hun brood aten van graan, enzovoort.
Het graan van onze boer groeide en werd beregend als het droog was en er geen regen viel. Dat gezuiverde water werd aangeleverd door een nutsbedrijf dat het water weer uit rivieren haalde dat door waterschappen onderhouden werd. Het kwam uit verre landen waar ook anderen zich bezig hielden met de waterkwaliteit.
Toen het graan rijp was om geoogst te worden klom de boer op de trekker en ging oogsten. De korrels kwamen in een grote kar naast de trekker en de stengels gingen naar een papierfabriek. Het graan ging naar een meelfabriek die het weer leverde aan de bakker. Het werd vervoerd met een vrachtwagen die ook door anderen was gemaakt. De bakker bakte brood en taart en verkocht het aan mensen die te voet, op de fiets of met de auto naar hem toe kwamen. De fietsen, auto’s en schoenen zijn ook weer gemaakt door mensen. Zo is alles met elkaar verbonden, zei de chef. Eigenlijk is het gekmakend maar ook heel rustig, voegde hij, ook een zeer ervaren broodbakker die het meel bij een molenaar kocht, toe.
Ook mensen zijn met elkaar verbonden. De stamboom van de chef telt tienduizenden namen, allemaal familie. Mensen die op het land werkten, melk verkochten, studeerden, netten maakten voor de visserij, kinderen kregen die ook weer kinderen kregen, naar school gingen waar andere kinderen in de klas zaten en onderwijzers brood van graan aten. Met een glas melk van andermans koeien. Die mensen leefden en stierven en werden door anderen begraven op een kerkhof waar het personeel ook brood van graan at.
Alles wat hier in de Kloosterbunker aanwezig is, is gemaakt en bedacht door anderen, zei de chef. Hij nam een hap van andermans brood. En nu weer aan het werk, zei hij.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!
Ludo zegt
Dat is het leven! Dat is het mysterie!
Warme groet!