In alle religies zoeken mensen naar “heil”, naar Heelheid. Geen wonder als je bedenkt dat er in het leven veel stuk gaat. Wanneer er iets ergs gebeurd is, kun je er kapot van zijn en je kunt verscheurd worden door verdriet en jezelf kwijt zijn. Veel van wat we doen is er op gericht Heelheid te ervaren. Of op z’n minst om de pijn te verdoven die uit diep gevoelde gespletenheid voort komt.
Het wonderlijke is dat we naar iets verlangen dat de basis van alles is maar wat we kennelijk over het hoofd zien. We zoeken naar verbondenheid terwijl we intens met elkaar verbonden zijn. Jouw Ziel komt voort uit dezelfde Bron van Leven waar mijn Ziel uit voortgekomen is. Nooit zijn onze Zielen werkelijk los en onafhankelijk van de Bron of los en onafhankelijk van elkaar. Wanneer twee mensen Zielsveel van elkaar houden “maken” ze geen Eenheid maar ervaren die zoals die er altijd was, is en zal zijn.
Met je geboorte is je gevoel van gespletenheid begonnen. Je lijf vroeg heftig en totaal om aandacht en overschreeuwde de zachte stem van Liefde Diep van Binnen. Er groeide een soort van bewustzijn dat zich langzaam maar zeker ontwikkelde tot een Ik-bewustzijn. Dat IK of Ego moest het heft wel in handen nemen zodat jij je staande zou kunnen houden in de wereld van de dingen.
Om te kunnen doen wat het moet doen heeft je Ego overzicht nodig – controle. Zoals je in onbekend gebied een kaart nodig hebt om je weg te kunnen vinden, zo heb je ook een soort van “kaart van het leven” nodig waarop alles wat van belang is een plek heeft en duidelijk is wat jouw positie temidden van iedereen en alles is. En daarom ontwikkel je je een beeld van het leven en wat daarin van belang is.
Het kan nuttig zijn je “kaart van het leven” eens op papier te zetten. Waar sta je jezelf en hoe belangrijk ben je? Waar staan de mensen die een rol in je leven spelen en hoe liggen de verhoudingen? Welke interesses, dromen en idealen hebben invloed op de route die je kiest? Welke zorgen belemmeren je? Welke normen en waarden zijn je bakens? En komt God voor op je kaart?
Toen je nog maar net geboren was, was je kaart nog leeg. Maar algauw stond hij vol met slechts één woord: “IK”. Niet dat je de taal al had om het woord IK bewust te denken maar in je beleving draaide wel alles om jou en jouw belang.
Had je honger dan liet je dat luidkeels weten. Had je je luier vol dan begon je te blèren. Je kon domweg nog niet bedenken: “Nu heb ik mama en papa al zeven keer wakker getetterd terwijl zij morgen weer moeten werken – ik moet nu maar stil zijn.” Je had nog geen flauw benul van de wereld buiten je directe ervaring, laat staan dat je er rekening mee kon houden.
Natuurlijk kon dat niet zo blijven. Je moest leren dat je ouders geen hulpstukken voor jouw gerief zijn, maar mensen die net als jij hun eigen leven hebben. Waarschijnlijk heb je in dat proces ook een periode van verlatingsangst gekend; dat je panisch werd als ma achter de deur verdween. Zo kwam je tot de ontdekking dat de ander niet jij was en dat je er niet automatisch over beschikken kon.
En dat betekende twee dingen. Om te beginnen moest je je kaart aanpassen: “IK” moest wat minder ruimte in gaan nemen om plaats te bieden aan degenen die een rol in je leven speelden. In de tweede plaats ging je strategieën ontwikkelen om van de anderen te krijgen wat je dus niet zonder meer kon verwachten. Wat je “IK” aan ruimte in moest leveren, won het terug aan organisatie- en manipulatietalent.
Ik hoop dat je ondertussen uit gaat van een realistische levenskaart en dat je altijd bereid blijft je kaart bij te stellen wanneer het leven je nieuwe dingen leert. Want bij deze “kaartenmakerij” kan van alles fout gaan. Zo zijn er mensen die op volwassen leeftijd nog altijd hun IK onwaarschijnlijk groot op hun kaart hebben staan: alles en iedereen moet voor hen opzij.
Het omgekeerde komt ook voor en is misschien nog wel tragischer. Sommige mensen ontwikkelen een erg klein “ikje” ergens in een klein hoekje van hun levenskaart.
Ze hebben te maken met mensen die zich agressief bemoeien met hun kaart en daar grote woorden als SCHULD en SCHAAMTE in krassen. En wanneer je de pech hebt dat je als kind vaak hoort dat je nergens voor deugt en straf en klappen krijgt, dan is het niet gek wanneer je denkt dat je er nauwelijks mag zijn.
Maar beide uitersten kloppen niet. Niet alles draait om jou. Laat echter ook niemand je aanpraten dat je niet de moeite waard bent. En of je nu kleineert of je laat kleineren, in beide gevallen durf je niet te zijn wat je werkelijk Bent: een onuitputtelijke Bron van Liefde.
Het is belangrijk dat je een gezond gevoel van eigenwaarde ontwikkelt en je je IK stevig in het midden van je levenskaart weet. Je hebt er reden genoeg voor want je draagt een onmetelijke Rijkdom in je. Bedenk echter wel dat je IK of je Ego niet meer is dan een functie zoals je gezichtsvermogen. Een heel belangrijke functie, dat zeker, maar die functie is niet wat je werkelijk BENT. Je Ik is er om wat je Bent van dienst te zijn. Laat dan ook nooit je Ego de baas worden over je Ziel. Maar laat je IK van Binnenuit aansturen en verlichten door je Ziel. Daarin ligt je Heelheid en vervulling als Mens.
ISBN 9789492421500 www.dirkvandeglind.nl