Ik wil een bekentenis doen: Ik sluit ook anderen uit. En doe ook aan eigen…eerst.
De laatste dagen zat er een torenvalk op de railing van het balkon van de Kloosterbunker. En gisteren een enorme kraai, mogelijk een kauw, op het balkon. Vandaag een Alexander papagaai en zeker twintig keer een specht.
Ik werd boos en joeg ze weg, met stemverheffing, armgebaren. Er hangt niet voor niets een professioneel vrij duur net voor het balkon om die vogels te weren, die gulzige rovers die het voorzien hebben op de vijf rijk gevulde netjes met pinda’s van de firma Lambrechts die door mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen, aan de overkapping zijn gehangen. En bedoeld voor de mezen, mijn vriendjes, die mijn leven zo veraangenamen. Eigen mezen eerst, toch?
De ongewenste bezoeken houden me overigens wel bezig, waarom zijn die grote vogels toch op zoek naar de pindanetjes? Heeft de natuur ze niets meer te bieden, is hun voedsel beschimmeld en verrot door de langdurige regenval en bezoeken ze daarom mijn voedselbank?
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!