Religie? Een kwetsbaar verschijnsel. Even prijsschieten.
Allereerst: waarom zou je er een levensbeschouwing op na houden waar de twijfel structureel zit ingebouwd? Je zoekt zekerheid, maar je krijgt antwoorden die nieuwe vragen oproepen. Je moet geloven, zeggen ze dan, maar dat is het hem juist, want betrouwbare kennis levert dat geloof niet op. Verlegenheidsoplossing: je mag de twijfel vieren als o zo menselijk, weliswaar een handicap, maar ook een mooie uitdaging. Alleen, wat houd je over met al dat getwijfel?
Ten tweede: tegen de twijfel worden ogenschijnlijke zekerheden ingezet. Je krijgt bijvoorbeeld een soort orthodoxe fundamentalistische zekerheid, inbegrepen strakke geloofsoverdracht en sociale controle. Of een zekerheid van blije snit, waarbij binnen een uur de zorgvuldige opgebouwde sfeer zorgt voor een onontkoombare climax. Of je zekerheid is van verticale institutionele aard, met esthetisch verantwoord ritueel uit een eerbiedwaardige traditie. Alleen, elke zekerheid heeft wel geheel eigen, niet-religieuze voorwaarden.
Ten derde is er de ruis van de onvermijdelijke machtsfiguren. Alle religies hebben hun eigen pausjes, van de top tot de plaatselijke afdeling. Vaak rechtvaardigen leiders zich door te verwijzen naar hun roeping van heiligen wege. De boodschap van nederigheid, die de poten onder hun troontjes zou doorzagen, werkt even niet. Leiders verdonkeremanen de menselijke oorsprong van geloofsvoorstellingen achter dogma’s die volgens hen rechtstreeks van boven zijn geïnspireerd, via hen. De eigen geest vermomt zich als heilig. Gezag is weliswaar onmisbaar – alleen, van welk allooi?
Zo, daar kan religie het wel weer mee doen. Twijfel, vermeende zekerheid en dan ook nog foute macht. Nu de kanteling in dit betoogje.
Bekijk religie als een spel met een andere werkelijkheid dat in volle ernst gespeeld wordt. In volle ernst, want dat is eigen aan het spel. Serieus gespeeld dus, maar wel een spel. Zo bekeken pleiten twijfels, valse zekerheden en machtsmisbruik ineens niet meer tegen religie, maar er juist voor. Kijk maar mee.
Twijfels? Logisch, want zolang religie bestaat spelen mensen met een enorme hoeveelheid mogelijke betekenissen en een grote keuzevrijheid. Sommige inzichten spreken je aan, andere niet. Je probeert ze uit. Zo speel je een tijdje een bepaald spel, vaker levenslang. Je zou zelfs kunnen vergeten dat je speelt, zoals gebeurt bij de meerderheid van de gelovigen.
Zekerheden? Die horen bij de volle ernst van het spel. Die serieuze insteek bevordert een duidelijke visie. Tegelijk moet je als goede speler af en toe knipogen naar jezelf en naar anderen: wij spelen, weet je wel?! En je speelt weer verder, eventueel met een ander spel.
Machtsfiguren? Daarvoor kan de speelse kijk op religie alleen maar heilzaam zijn, want het gedrag van al die pausjes doorzie je als machtsspel. Leiderschap beperkt het spel tot de ernst en schaft het speelkwartier af. Dan kun je er nog steeds voor kiezen dat gedoe als noodzakelijk kwaad te accepteren, want zonder gezag ontstaat chaos. Maar je kunt ook regelmatig checken of de leider nog wel dienstvaardig en dus geloofwaardig is.
Kortom: al prijsschietend kun je met speelse betekenisgeving religie zowel wegrelativeren als tevoorschijn rehabiliteren. Misschien niet de hoofdprijs geschoten, wel een aanmoedigingsprijs. Dat scheelt een hoop discussie en ergernis. Religie is dan niet eens zo’n gek spel. Maar houd het wel speels.
fred lauw zegt
Dank. Scherpzinnig artikel
Roelof zegt
I.d.d. scherpzinnig, en goed voor het humeur ook :-)