Ik kan me niet herinneren dat ik zo’n gevoel eerder in mijn leven had toen ik vandaag de Kloosterbunker verliet om wat alledaagse dingen te doen. Op het Groene Plein voor het gebouw ontmoette ik wat mensen, een gaf mij een hand en zei binnenkort bij te komen praten. Een ander zei ‘hé, Joop’. Een vrouw in het zwart passeerde mij. Dat zijn ontmoetingen die je ook tijdens een zware regenbui kunt hebben, of tijdens sneeuwval. Maar vandaag was het natuurdecor zo anders, een verstilde zon, stilte in en om mij heen. Zo fris, zo mooi, zo bijzonder. Alsof ik na mijn geboorte voor het eerst mijn omgeving waarnam. Voelde.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
