Ik kwam altijd graag bij mijn lieve grootouders in de Meidoornstraat in Rotterdam. Als kind al en ook later als ik verliefd was en mijn meisje voorstelde aan mijn opa en oma. Maar ook gewoon, ze maakten zo organisch deel uit van mijn leven.
Mijn grootouders waren gelovige mensen. Mijn van afkomst Friese opa was baptist en mijn oma lid van de Hervormde Gemeente Rotterdam-Kralingen. Ze was een echte Kralingse toen dat nog een zelfstandige gemeente was maar verhuisde naar het Oude Noorden om dichter bij hun dochter en kleinkinderen te zijn.
Ze baden voor het eten – Heer, zegen deze spijze amen- maar liepen verder niet met hun geloof te koop. In die tijd hadden arbeiders nog geen telefoon en had mijn oma soms behoefte aan geestelijke ondersteuning van een predikant. Aan mijn broertje en mij vroeg ze dan of wij langs haar dominee wilden gaan om te zeggen dat zij hem graag wilde spreken. De dominee woonde op een pleintje aan de Schiekade. Natuurlijk voldeden wij graag aan haar verzoek en brachten de vraag over aan de dominee. Godthelp was zijn naam. Is dat niet mooi?
Moge iedereen gelukkig zijn, niemand uitgezonderd.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
