Een paar dagen geleden redde de Urker visser Teunis de Boer een Engelsman die zich op een zeeboei in het Nauw van Calais in veiligheid had gebracht na met zijn kajak te zijn omgeslagen. De man hield zich in leven met zeewier en schelpdieren die aan de boei groeiden. Toen de vissers hem vonden was hij zwaar onderkoeld en alleen gekleed in een zwembroek en hemd.
Wanneer het precies is misgegaan met de Brit is onduidelijk. De Boer, die op het Franse schip Madeleine vist op mul, rode poon en inktvis, vertelt tegen de NOS dat de Engelsman vermoedelijk in “elk geval dagen” op die boei heeft doorgebracht.
“Het was een uur of elf, we voeren door Het Kanaal en passeerden een boei die een droge bank markeert. We kwamen dichterbij, ik was bezig mijn elektronische logboek in te vullen, toen ik ineens iets zag bewegen op die boei. Ik pakte mijn verrekijker en zag iemand in een zwembroek op die boei, die als een gek heen en weer zwiepte.”
“We zijn dankbaar dat we hem hebben gezien”, zegt De Boer, nog altijd onder de indruk. “We zien het als een wonder. Voor hetzelfde geld waren we er zo aan voorbijgevaren en het had niet langer moeten duren.”
Toen ik de ontroerende beelden in het Journaal zag, moest ik gelijk denken aan de grootvader van mijn vriendin, zeevisser Tijmen de Boer. Met een knecht viste hij wekelijks op zee met een platbodem. Op een dag zag hij hoe een ander vissersschip in de problemen kwam en zonk. Het lukte hem de opvarenden, de schipper en zijn vrouw en kinderen, te redden en aan boord te nemen. Hij zette koers naar de thuisbasis Veno en het geredde gezin, dat verder geen middelen van bestaan had, kreeg maandenlang kost en inwoning in de woning van Tijmen de Boer.
Lieve Tijm, zo werd hij door zijn familie genoemd.
Moedig voorwaarts!