In een uitgave van de humanistische geestelijke verzorging voor gedetineerden werd aan een aantal vrouwen en mannen in detentie de vraag gesteld ‘Wat is voor jou de zin van het leven?’
Het antwoord van Jelle: ‘Ik kan niet vertellen wat de zin van ons leven is, die wijsheid heb ik niet in pacht. Vijftien jaar geleden had ik niet getwijfeld of ik had voor alle zeven miljard aardbewoners bepaald wat de zin van het leven was. Die was voor mij op dat moment: ‘Live everyday like it’s your last’.
Dat kon alleen maar met een snel leven: hard werken veel geld verdienen, veel drugs, seks en uitgaan. Maar, hoe hard en hoeveel ik ook leefde, ik had altijd het gevoel dat er iets ontbrak. Een knagend, kriebelend gevoel in mijn maag dat zorgde voor onrust. Ik was goed in het observeren en doorzien van anderen, maar echt niet dat ik zelf in de spiegel keek.
Rond mijn dertigste kwam er een omslagpunt. Door een overdosis drugs keek ik de dood in de ogen en ik merkte dat ik volledig was opgebrand. Als klap op de vuurpijl kwam ik twee maanden later vast te zitten. Binnen liep ik letterlijk tegen de muren op. Na mijn hele leven te hebben gerend kwam alles tot stilstand. Toen ik na maanden van woede en weerstand eindelijk het vechten moe was, kwam ik tot het inzicht dat ik de tijd die ik moest zitten ook kon besteden om naar mezelf te leren kijken.
In de gevangenis heb ik gek genoeg geleerd om van mezelf te houden. Dat heeft me de rust gegeven om te beseffen wat er echt toe doet in het leven. Voor mij is de zin van het leven dat je moet proberen je ego los te laten. Dat dát de enige manier is om de vicieuze cirkel te doorbreken: van wat je meekrijgt van ouders of de maatschappij. Het is tegenwoordig minder vanzelfsprekend dat je een waardige plek hebt in de samenleving. We moeten het in deze individualistische samenleving allemaal zelf uitzoeken. Dan word je automatisch meer gericht op wat je ego wil. Terwijl, als we voor het collectief zouden denken, zouden we al die zeven miljard mensen van een goed leven kunnen voorzien.
Doordat mijn moeder vroeg overleed en mijn vader er emotioneel niet voor me was, heb ik van hem niet geleerd om van mezelf te houden. Ik hoop dat voor mijn kinderen anders te kunnen doen. Ik leer iedere dag van ze. Doordat ze van me vragen om met ze te praten, te luisteren naar wat er in hen leeft. Zelfs nu: mijn zoontje is boos over dat ik er niet ben. Dat doet me veel pijn, maar het geeft me ook het inzicht dat het belangrijker is om er voor hen te zijn, dan hen in materiële zin veel te bieden
Ik hoop dat als ik kom te overlijden mijn kinderen trots op zijn en er vijf – of zeshonderd mensen op mijn uitvaart zijn, die die denken: ‘Hij had zo zijn streken, maar het was een goed mens’. Dan heb ik het goed gedaan.’
Jelle
Tobias zegt
Mooie artikelen plaatsen jullie, op deze site, de hele tijd