Nederland is weer veiliger geworden. Dat wil zeggen, minder mensen worden slachtoffer van criminaliteit. Dat klinkt wel bemoedigend maar de ‘verlichte samenleving’ is nog ver weg.
Ik was op een feestje toen het nieuws kwam “de jongens zijn gevonden”. De smartphones werden geraadpleegd en we werden meteen ook op de hoogte gesteld welke voetbalploeg gedegradeerd was (ik ben de naam vergeten). Natuurlijk wist iedereen meteen om welke jongens het ging, we hebben immers allemaal meegeleefd, meegedacht en sommige zelfs meegezocht. Wat we al vreesden is bevestigd en het leven gaat verder.
Niet zomaar want er is ook behoefte om nog iets te doen. Men stelde een stille tocht voor en anderen wilden ballonnen oplaten. De familie bedankte en suggereerde kaarsjes voor het raam.
Bij mij roept het ambivalente gevoelens op. Het is een vreselijke gebeurtenis maar dat het in het nieuws komt maakt het niet erger dan al die andere kinderen die sterven door ziekte, ongevallen of geweld. Je kunt iedere dag wel een stille tocht houden een ballon oplaten of een kaarsje aansteken. Anderzijds kan ik me ook wel voorstellen dat het gezamenlijk in stilte een tocht lopen troost biedt en een gevoel van verbondenheid. Wellicht kom je er zelfs weer mensen tegen die je bij de vorige stille tocht al ontmoet hebt. Een mens heeft behoefte aan anderen, behoefte om ergens bij te horen, behoefte aan steun.
Het gaat zo goed met Nederland dat we het ons steeds meer hebben kunnen permitteren om ons leven individualistisch in te richten. We kunnen het ons zelfs permitteren om het geloof op te geven omdat we geen troost meer nodig hebben van God. We hebben een overheid die goed voor ons zorgt waardoor we het prima kunnen doen met ieder voor zich zonder God voor ons allen. Tot dat… er iets gebeurt dat ons bevattingsvermogen te boven gaat of we in een situatie belanden waar de overheid niks aan kan doen. Dan blijkt er toch behoefte aan iets wat ons verbindt, wat onze individualisme overstijgt, wat troost biedt. Een stille tocht kan dan een leegte vullen. Zo heeft iedere tijd zijn eigen rituelen.
Wat aan mij blijft knagen is de vraag hoe een vader zover komt dat hij zijn eigen kinderen vermoord en onder water in een duiker verstopt? Je moet wel heel diep in de put zitten voor je dat doet. De moeder had al wel gezien dat het niet goed ging maar hulpverlenende instanties hebben daar niet voldoende op gereageerd (zegt men).
De oplossing wordt gezocht in een onderzoek naar de jeugdzorg en een verplicht psychologisch onderzoek voor ouders van probleemgezinnen. Wat weer een duidelijk voorbeeld is van ons doorgeschoten individualisme. Wij Nederlanders mopperen graag over alles wat er niet goed is, het weer, de overheid, het verkeer en de kat van de buren, terwijl we lekker in onze woonkamer naar de tv kijken. Het probleem is ‘daar’.
Wellicht is het beter om zo’n drama te gebruiken om ons te bezinnen. Zijn we als samenleving niet mede verantwoordelijk voor het welzijn van onze medemens? Hoe kan het dat iemand in een maatschappij als de onze zo ver kan komen dat hij zijn kinderen vermoordt? Zouden wij het opgemerkt hebben wanneer het onze collega, buurman of vriend was geweest? Is er wellicht onder onze collega’s, buren of vrienden iemand die net zo in de put zit dat hij of zij hetzelfde zou kunnen doen? Had ik zelf íets kunnen doen?
Ik hoor wel vaker dat mensen het idee hebben dat het bij anderen allemaal zo goed gaat. Wanneer je dan vraagt hoeveel mensen weten dat het bij hun minder goed gaat dan blijkt dat ze het tegen niemand vertellen. We vragen elkaar wel, te pas en te onpas, hoe het gaat maar verwachten daarbij niet dat de ander zegt dat het niet goed gaat, en als dat wel als antwoord komt dan klinkt er vaak “maar het komt wel goed” van één van de twee gesprekspartners. Misschien doen we er verstandig aan om onder ogen te komen dat het leven niet over rozen gaat en dat we wat beter naar onze buren, onze collega’s en onze vrienden omkijken. Laten we eens tijd nemen om oprecht te vragen hoe het met iemand is en te luisteren naar het antwoord. En ook zelf niet te schromen om eens te zeggen dat het niet goed gaat. Zodat we ook wat meer gezamenlijkheid ervaren zonder stille tocht. Het leven is gemakkelijker wanneer je het niet allemaal alleen hoeft te doen. De keerzijde van een verzorgingsstaat en individualisme is dat we geen zorg hebben voor elkaar. Wanneer je geen ruimte ziet om je lijden te delen kan de wereld steeds ellendiger worden en uiteindelijk kun je dan uit wanhoop of frustratie vreselijke dingen doen.
Of het in dit specifieke geval wat had uitgemaakt weet ik uiteraard niet, maar het ontslaat mij niet van mijn verantwoordelijkheid om wat meer oog te hebben voor het getob van mijn medemensen. Narigheid en getob is een onderdeel van ons leven en we kunnen niet verwachten dat instanties en protocollen daar een antwoord op bieden. Wellicht zouden we er goed aan doen wat vaker samen stil te staan bij wat er is, dan in stille tochten te lopen.
Tom zegt
100% met je eens!
Tom zegt
Vanavond in de krant: http://www.telegraaf.nl/binnenland/21594995/__Tienermeisje_in_elkaar_geschopt__.html
M-J. zegt
Multimedia heeft m.i. geleid tot minder persoonlijke contacten. De wereld lijkt vluchtiger geworden en als je zegt dat het niet zo goed met je gaat, heeft men te veel haast om naar je ‘verhaal’ te luisteren.
M-J. zegt
Ware het niet dat het een a-sociale ontwikkeling was, zou ik het socialmedia hebben genoemd ;-)