‘Dit en dat en zus en zo, wat doen we nou?’
Wat is dat toch dat we zo vaak in tweeën denken en spreken? OK, we denken ook wel in drieën en vieren, maar twee is veruit het populairst. We dragen een Januskop. En spreken dan vooral of/of-taal, veel minder en/en-taal. Bijgevolg hebben we de hele dag iets te kiezen.
Tegenstellingen zijn kennelijk lekker schurend om mee te denken, veel leuker dan dat dingen elkaar aanvullen – zo saai! We blijven hangen in these-antithese, en bij de synthese komen we alleen uit door schade en schande. Meestal erg laat.
Kleine oefening (1 minuut denkpauze): bedenk binnen een minuut uit eigen ervaring vijf voorbeelden van het tweedenken met tegenstellingen.
Hier kwam ik zelf bij uit, dankzij de actualiteit: Zwarte Piet versus Black Lives Matter, Trump als kampioen tweedenker, anderhalvemetersamenleving of complotdenken, duurzaamheid nastreven of gewoon doorgaan, 500 vluchtelingen extra of zegge en schrijve nul.
Of kijk naar ons politiek systeem: links en rechts, religieuze en ideologische partijen, democratie en dictatuur, nationalisme en globalisme, staat en burger.
Of de levensbeschouwing: wel en geen God, monotheïsme en polytheïsme, clerus en leken, goed en kwaad, de smalle en de brede weg.
De vraag is hoe we het best om kunnen gaan met dat tweedenken. Gaan we voor of/of? Of toch liever en/en? Oeps, dat is op zich weer een vorm van tweedeling en een tegenstelling op zich. Kennelijk ontkom je niet aan het tweedenken, zelfs niet als je over tweedenken nadenkt. De slang bijt in haar eigen staart.
Op de vraag hoe we het tweedenken en de keuzedwang leefbaar kunnen maken, zie ik twee (!) antwoorden. Die hebben te maken met macht en met waarden.
Het eerste antwoord is: let op de machtsverhoudingen. Tweedenken, vooral in de of/of-variant, hoort bij de gereedschapskist van wie macht uitoefent. Daarom is er oppositie in het parlement. In de religies zijn er sektes en ketters, in een strikte ideologie subversieven. Steeds is de machtsvraag hoe of/of-denken kan dienen om het gedrag van onderhorigen te bepalen. Het en/en-denken wordt vaak weggehoond of simpelweg onderdrukt, al zijn er ook leiders die zich opstellen als bruggenbouwers en verzoeners (Mandela!).
Het tweede antwoord is dat bij alle tweedenkers gekeken moet worden welke waarden zij verdedigen. Macht bedient zich van waarden om gedragsnormen te rechtvaardigen. Waarden stellen ons voor keuzes en zijn dus meer van de of/of- dan van de en/en-kant, tenzij verbinding en empathie de kernwaarden zijn. ‘Eigen volk eerst’ en ‘Make America great again‘ staan tegenover waarden als medemenselijkheid en wereldwijde verantwoordelijkheid. En/en-denken wordt in het waardendebat doorgaans genegeerd of expliciet verketterd. Toch kan er ruimte zijn voor een en/en-opstelling. Gelovigen kunnen, vanuit hun kernwaarden, zich zowel afzetten tegen andersgelovigen als hen respecteren in hun anders zijn.
Tot nu toe is dit eigenlijk allemaal theorie. Maar hoe is de praktijk? (Ja, alweer een tegenstelling!)
Als ik bij mijzelf naga hoe mijn dagdagelijkse denken loopt, dan zwerf ik voortdurend tussen allerlei vormen van tweedenken, met uiteenlopende keuzes. En met uitstapjes naar drie- en vierdenken. Dat gebeurt allemaal tamelijk chaotisch, vaak zonder dat ik me bewust ben van de loop van mijn gedachten. Er strijden nogal wat zielen in mijn borst en hoofd.
Natuurlijk zijn er momenten dat er iets betoogd moet worden, gesproken of geschreven. Zoals nu. Ik stel dan orde op zaken en maak keuzes. Maar dat is eerder uitzondering dan regel.
Gelukkig denken leiders van politieke en religieuze instituties die gebouwd zijn op het of/of-denken ook niet altijd langs rechte lijnen. Op de keper beschouwd verloopt ook hun denkproces eerder rommelig dan strak. Zelfs in het machtsspel zit speling en is en/en-denken mogelijk.
Dat geeft dan weer hoop, want zo komt er toch enige dynamiek in de starre tweeledige of/of-manier van omgaan met al onze werkelijkheden.
Henk van Kalken zegt
Twee, drie of nog veel meerdenken staat in boeddhistische en vooral dzogchenkringen bekend als de dualistische visie.
Er is een perceptie, een interpretatie daarvan (al dan niet herkennen, associëren en identificeren, analyseren en oordelen). Namkhai Norbu Rinpoche zei: ‘Als een colonne marcherende soldaten. Links, accepteren, rechts, verwerpen en dat de hele dag door. Er is vanuit dit perspectief geen antidote in de vorm van en/en-denken. Er is de mogelijkheid om voorbij dualistisch denken te gaan. Door gedachten niet te volgen, maar te observeren. In plaats van te leiden tot oordelen worden ze bevrijd. Uiteraard wel praktisch blijven om te kunnen overleven.