Zaterdagavond was ik op een feestje, mijn nicht was jarig. Het werd gevierd in een luxe clubhuis van een bekende voetbalvereniging, de man van mijn nicht heeft daar een connectie mee. Mijn nicht en iedereen daar omheen zijn schatten van mensen, echte lieverds. Ze waren allemaal gekomen om mijn nicht te feliciteren en toe te zingen, ook ik.
Bij binnenkomst zag ik het al: het tableau van een discjockey en vooral de enorme luidsprekers op palen. Omdat ik vroeger bevriend was met zo’n platendraaier en zijn geluidsniveau beschaafd en rustig was schonk ik er verder geen aandacht aan.
Mijn hersenen schudden in het hoofd, mijn oren sloegen dicht, ik dekte ze af met mijn handen. Het was onmogelijk om de mensen op 5 centimeter afstand van mij te verstaan. Af en toe zag ik dat familieleden het woord tot mij richtten. In het begin schreeuwde ik terug: ‘Ik kan je niet verstaan’, met de handen als een megafoon voor de mond. ‘We verstaan je niet, Joop’, riepen ze, tenminste ik dacht dat ze dat riepen. Op een gegeven moment bewoog ik alleen maar lippen maar en sprak niet, het had toch geen zin. Niemand die dat merkte. Ik was totaal geïsoleerd.
De discjockey had het goed naar zijn zin met zijn 130 decibels. Hij draaide echt leuke muziek maar verkeerde in de veronderstelling dat mooi ook snoeihard moet zijn. Er kwam een zanger in beeld die leuke volkswijsjes begon te zingen. Ook al zo hersenschuddend hard. Op een gegeven moment kondigde hij zijn laatste lied aan, ik lag toen al huilend met het hoofd op de armen op een tafel. Na zijn laatste lied – nee, niet waarheen, waarvoor – draaide de jockey weer aan de knoppen. De luidspreker, uitermate geschikt om een stadion van geluid te voorzien, gaf vol gas. ‘Het is tegenwoordig overal zo, op elk feestje’, zei mijn zus die haar gehoorapparaten had uitgezet.
Na enkele uren vluchtte ik de kantine uit, mogelijk een breuk met de familie riskerend. Ik hield het niet meer uit. Paradise by the dashboard light, speelde de jockey.
Buiten in het paradijs was geen vogel te horen, helemaal niks. De hersenen vielen met een plof weer terug.
Moedig voorwaarts!