Wat wij in de bodhisattvagelofte reciteren is het besef dat verlichting of bevrijding geen eenzijdige zaak is. Het is alles of niets in de bodhisattvagelofte. En omdat zij de optie niets niet openlaat ligt, blijft alleen alles over. Al het bestaande is op onweerstaanbare wijze bij mij betrokken. In onze behoefte meer en beter te zien wat er gaande is, gaat het niet alleen om wat zich in onszelf voordoet, maar om alles wat in dit universum gebeurt. Daarom doen we ons ding en reiken uit naar de wereld. Daarom kijken we tv en lezen de krant. Daarom springen we in als een buurvrouw ziek is, reizen we naar andere planeten, gaan bij een koor of orkest, bestuderen de kwantumfysica of worden we vrijwilliger in een hospice. Kwaad, treurig of vrolijk worden is ook altijd met iets verbonden. We merken steeds beter dat wijzelf evenzeer op onweerstaanbare wijze bij al het bestaande zijn betrokken. Is er eigenlijk wel verschil tussen wat ik ben en de rest van het heelal? Steeds duidelijker wordt dat er geen onderscheid is, geen verschil. Sekito Kisen (700-790) zegt: Een wijze heeft geen zelf, maar er is niets dat hij zelf niet is…
Een van de klassieke vertalingen van de bodhisattvagelofte is:
Hoe talloos de levende wezens ook zijn, ik beloof ze alle te bevrijden.
Hoe peilloos de oorzaak van het lijden ook is, ik beloof haar geheel weg te nemen.
Hoe talloos de poorten tot inzicht ook zijn, ik beloof ze alle binnen te gaan.
Hoe oneindig de weg van ontwaken ook is, ik beloof haar te gaan tot het einde.
Leuk om te vergelijken: er staat een hele serie vertalingen op: https://sites.google.com/site/wakkerewegditdit/bodhisattvageloften. De op het eerste gehoor mysterieuze tekst lijkt op een onmogelijke, misschien zelfs arrogante belofte. Maar eigenlijk is zij een aansporing er de feitelijke vaststelling in te ontdekken. Want we kunnen niet anders naarmate we ons meer bewust worden van de eenheid tussen dat wonderlijke mij en wat er (minstens even wonderlijk) verder bestaat. Als dat zo is, kan onze bevrijding alleen maar onlosmakelijk verbonden zijn met de bevrijding van alles wat bestaat.
Ook een vaak aangehaalde tekst van de onvergelijkelijke Dogen Kigen(1200-1253) gaat daar over: ‘De boeddhaweg gaan is jezelf bestuderen. Jezelf bestuderen is jezelf vergeten. Jezelf vergeten is verlicht worden door al het bestaande. Als je verlicht wordt door al het bestaande vallen lichaam en geest weg, van jezelf en van anderen. Er blijft geen spoor van verlichting over en deze spoorloze verlichting zet zich eindeloos voort.’ Zie je: bewustwording door het zien wat er gaande is, gaat gepaard met het loslaten van een idee van zelf. Je realiseert: alles wat bestaat is bevrijding. Onderscheid tussen jou en wat ook in dit universum is verdwenen. Net als die verlichting of bevrijding, die grenzeloos is en alles omvat. Wat een feest, wat een lichtfeest.
Dan zou de vertaling van de bodhisattvagelofte als volgt kunnen luiden:
Alles bevrijden is mij laten bevrijden.
Daartoe wil ik gehechtheid loslaten.
Wat mij de weg wijst zal ik volgen.
Hoe lang de weg is maakt niet uit.
Wat van meet af aan zo is, is in ons relatieve bestaan toch een kwestie van bewustwording en dus voor niemand een akkefietje van een achternamiddag. De belemmeringen in dat proces hebben de vorm van gehechtheden. Om ze los te kunnen laten: volg de ware stem van je hart die hierin de weg wijst. OK, het kan even duren en als er dan iets daagt, dan val je vervolgens weer ‘terug’. Zo gaat dat, maar –hoe wonderlijk- tegelijkertijd is elk moment de bevrijding al een feit.
Ujukarin zegt
Mooie tekst, en écht waar. Ik nam ‘m kort voordat ik Maitreya instituut verruilde voor mijn huidige club, en kwam daarna nog eens op een BUN meeting die lieve Geshe Sonyam Gyaltsen tegen. Toen ie vroeg wat ik er deed meldde ik ‘The Bodhisattva vows I took from you are haunting me for the rest of my life’ en we moesten er beiden hartelijk om lachen.
Wijsheid gewenst,
Ronald zegt
Mooie column Dick!
Joop Romeijn zegt
De bodhisattva-belofte(n) hebben me als niet-mahayana-boeddhist vaak beziggehouden. Ze doen me denken aan een dichtregel van Marsman die ik als adolescent graag sprak: groots en meeslepend wil ik leven … . Nu ben ik zo ambitieus niet meer, heb ook geen arhat-gelofte en wil slechts losjes verbonden zijn met het universum.
Verder denk ik dat het voor iemand met katholieke wortels makkelijker is deze belofte te reciteren dan voor iemand met protestante wortels, de laatste denk al snel: kan ik dat echt wel uitvoeren, en wil ik het wel echt? Vooral dat alle poorten binnen willen gaan , daar komt het vaak niet van.
Maar via een irrationele transformatieregel van Dogen (‘irrationeel’ is voor mij geen negatief oordeel, slechts feitelijk bedoeld) maakt Dick er een gans andere gelofte van die me wel weer aanspreekt.
Alleen die derde regel weer, ik weet niet of ik dat wel ga doen, daarom wordt het voor mij:
Alles bevrijden is mij laten bevrijden.
Daartoe wil ik gehechtheid loslaten.
Er is geen weg dus er is niets te volgen
Hoe lang het duurt maakt mij niet uit.
Dick Verstegen zegt
Wat leuk Joop! Mooie derde regel. Er is verschil tussen weg en weg, denk ik. Zoals ik het voel is er maar één weg en dat is je eigen leven. In dat eigen leven valt er veel te ervaren en -zo bedoel ik het- dat wijst in je leven de weg. Dat is een beetje dubbelop. Maar een weg die ergens aan de andere kant van een wei ligt – nee die is er -ook voor zover ik kan zien- niet. Dus nogmaals: Leuke derde regel.
De bodhisattvagelofte drukt overigens m.i. geen ambitie uit, maar iets feitelijks. Ik ben protestant van huis uit. Had je dat verwacht?
Joop Romeijn zegt
Dank je Dick. Blijk ik toch nog meer vooroordelen te hebben dan ik toch
al vermoedde, in dit geval dat alle ‘Zennies’ katholieke wortels hadden.
Je bent toch wel een ‘Zennie’, van Zen.Nl,of heb ik dat ook al fout?
Maar dat de bodhisattvagelofte geen ambitie zou inhouden, dat begrijp ik niet. Het gaat toch om de wens, de intentie bodhisattva te worden? En men kan alleen iets willen worden wat men nog niet is. Het is anders voor mij net zo iets ongeremds als met ‘BoeddhaNatuur’: iedereen heeft de mogelijkheid Boeddha te worden en is dan ineens ook al Boeddha. Ik geef de voorkeur aan een meer bescheiden benadering
Edel zegt
Zouden we dat Marsman ook aandoen, zo maar even zijn gedichten herschrijven? Kan natuurlijk. De bodisattvagelofte is uiteindelijk ook maar een gedicht, dat gereciteerd wordt.
Wie is die bodhisattva wiens gelofte we reciteren? We vertalen het met ‘ik beloof’ maar een even correcte vertaling zou zijn ‘hij belooft’ of ‘zij belooft’ of ‘jij belooft’… Het is niet mijn tekst, maar ik kan hem reciteren, zoals ik een gedicht van Marsman kan reciteren.
En toch: als je ‘groots en meeslepend wil ik leven’ reciteert zindert er iets. Zo ook met de bodhisattvagelofte. Het raakt ergens een snaar, of we er ons willen mee verbinden of niet.
Uiteindelijk is de werkelijkheid prozaïscher. Wat de bodhisattva zegt (en doet) is: ik hou er niet mee op voor het werk af is.
Joop Romeijn zegt
Eerst even terug naar de leer. Ik heb steeds begrepen dat het Mahayana-boeddhisme er de voorkeur aan geeft te streven naar het bodhisattva worden omdat men het arhat-ideaal (dat de monniken probeerden te bereiken) van Theravada aka ‘Hinayana’ egocentrisch vond.
Van de bodhisattva-vow zijn vele varianten bekend, ook degene die Dick citeerde, men paste voortdurend aan (liever gezegd: men varieerde, als upaya).
De oudste versie (zover ik weet hoor) vond ik op wikipedia:
“A Bodhisattva vow is found at the end of the Avatamsaka Sutra by Samantabhadra. In Guide to the Bodhisattva’s Way of Life, Shantideva explains that the Bodhisattva vow is taken with the following famous two verses from Sutra:
‘ Just as all the previous Sugatas, the Buddhas
Generated the mind of enlightenment
And accomplished all the stages
Of the Bodhisattva training,
So will I too, for the sake of all beings,
Generate the mind of enlightenment
And accomplish all the stages
Of the Bodhisattva training.’ ”
En wie de bodhisattva-training heeft voltooid (duurt vele levens volgens de leer) wordt bodhisattva. En dan kan het redden van alle levende wezens pas goed beginnen; terwijl een arhat (nog steeds volgens de leer) er dan mee stopt.
Edel zegt
Joop, ik heb uiteraard de wijsheid ook niet in pacht maar dit is hoe ik het altijd begrepen hebt:
Er bestaat geen enkele traditie die zich hinayana noemt. Hinayana is een uitvinding van het mahayana. Het is niet fair de theravada daarmee te vereenzelvigen.
De mahayana sutra’s verzetten zich tegen een verkeerd begrepen visie op nirvana en de arhat, alsof die laatste enkel in de eigen bevrijding zou geïnteresseerd zijn. In de Pali canon vind ik dat niet terug. (Kijk maar naar het mooie stukje van Andre Baets).
Het is niet de bedoeling een bodhisattva te worden, je bent het al. Je kunt die potentie in jezelf afwijzen of cultiveren. Je ten dienste stellen van het welzijn van alle levende wezens is dan het meest natuurlijke wat er is. En dit pad is eindeloos.
Joop Romeijn zegt
Edel, ik denk te begrijpen waarom jij het zo begrepen hebt.
In het vroege Mahayana (kort na het begin van onze jaartelling) was bodhisattva worden iets waarna gestreefd kan worden, wat men dus nog niet was. De Ugra-Sutra waar Jan Nattier zo mooi over geschreven heeft (‘A few good men’) is daar een voorbeeld van.
Later, met name een paar eeuwen later, in China werd de gedachte populair dat men ‘ eigenlijk ‘ altijd al bodhisattva was en is.
Dit spanningsveld wordt ook in je laatste allinea duidelijk, je zegt eerst ‘ je bent het al ‘ (nl bodhisattva); en meteen daarna dat het een potentie is.
In mijn simpele (vrijzinnig)Theravada-denken moet de mens wel enige moeite doen om zijn of haar potenties te verwerkelijken; ik kan bv in potentie de 100 meter binnen 10 seconden lopen maar om de een of andere reden is dat er nog niet van gekomen.
Ook verder zijn mijn ambities beperkt, d.w.z. bescheiden: ik ga echt niet proberen ‘ alle levende wezens te bevrijden ‘, als het bij een paar zou lukken, zou dat al mooi zijn.
Edel zegt
Joop
Niemand weet hoe het mahayana ooit ontstaan is en de mensen die je noemt zoals als Jan Nattier en Alan Cole, en vele anderen doen ongelofelijk interessant historisch onderzoek. Dat is zeker. Het is wel zo dat het idee dat iedereen al een bodhisattva is, centraal staat in de Lotus Sutra, een tekst die gesitueerd wordt in India in het begin van onze jaartelling.
Maar het is niet zozeer het historische dat mij hier interesseert. Dat is maar een hobby. Als ik het zo begrepen heb, komt dat uit wat ik geleerd heb in hedendaagse westerse zen. Ten slotte is het aan ons om het hier waar te maken. Ik ben geen Indiër en geen Chinees.
Daarin deel ik je westerse nuchterheid en bescheidenheid. Voor mij betekent de zin ‘alle levende wezens redden’ niet alleen in functie van mijn eigen behoeftebevrediging leven, maar ten dienste van het welzijn van iedereen die op mijn pad komt (daar hoor ik overigens zelf ook bij). En ja, dat vraagt enige moeite. En soms weet ik ook niet wat wijsheid is. En inderdaad, ik ben blij als het al eens lukt.
Menno Prins zegt
Dick, en anderen. Dank voor jullie schrijfsels, waar ik graag op reageer. Ik spreek uiteraard voor mijzelf en uit eigen ervaring.
Alle levende wezens bevrijden is hetzelfde als jezelf bevrijden van het eigen ego. De peilloze oorzaak van het lijden wegnemen, komt naar mijn idee neer op hetzelfde: want alleen het ego kan zich met lijden vereenzelvigen. Als er geen ego meer is, is er niets meer dat lijdt.
Daar zit ook meteen de moeilijkheid: je hebt dat ego niet voor niets in dit ondermaanse. Het heeft een belangrijke functie in het dagelijks leven. In theorie is het allemaal heel eenvoudig om jezelf te bevrijden van het eigen ego, maar in de praktijk valt dat (mij) vies tegen. Het blijkt noodzakelijk om voortdurend alert te blijven en het besef levend te houden dat “alles waarvan gezegd kan worden ‘Ik heb’ niet het ware wezen is van de Boeddha natuur (dat vrij is van lijden)” Mijn ego geeft zijn positie blijkbaar niet zomaar op, en beklimt te pas en te onpas weer de troon.
Menno
Dick Verstegen zegt
Prachtig zoals deze gedachtewisseling zich ontwikkelt. Dank jullie zeer. Ik ben het met jullie allen eens. Zetten we het bodhisattva-ideaal als onbereikbaar neer in dit leven en plaatsen we het zelfs vele levens ver weg, of kunnen we zien dat het zich ook ogenblikkelijk –nu- voltrekt? Dat het al zo is dus. Het raakt ergens een snaar, of we er ons willen mee verbinden of niet, zegt Edel. Wat is het dat die snaar raakt? In mijn beleving is dit dat het over iets gaat dat dichter bij is dan onze eigen huid. Meer, veel meer dan een niet waar te maken intentie. Wie heeft ooit de bodhisattva-training voltooid? Wie zal haar ooit voltooien? We are always halfway, even the Buddha, zei mijn Japanse zenmeester Sokun Tsushimoto ooit. Dat is geen bevestiging dat we er nooit komen, maar een bevestiging dat we er al zijn, ook met alle onthutsende stunteligheid die ons als mensen kenmerkt. Wat ik in mijn stukje probeer te zeggen is dat we ons dat op een anderszins onthutsende wijze bewust kunnen worden. Natuurlijk vergt ook dat tijd. Maar die is betrekkelijk, zoals bijvoorbeeld mag blijken uit de Maha Satipatthana Sutta.
Rob Hogendoorn zegt
Om eerlijk te zijn: de portee van deze discussie ontgaat me.
Wat is ‘alle levende wezens’ anders dan een abstract idee of een subjectief beeld, vraag ik me af?
Welke functie vervult dat abstracte idee of die subjectieve voorstelling precies voor degenen die zich ervan bedienen?
Op welke vooronderstellingen berusten ze? Zijn er betere ideeën en beelden denkbaar? Is een andere, effectievere didactiek of pedagogiek voorstelbaar?
Waarom etaleren boeddhisten de persoonlijke voorstelling die zij zich van mededogen en liefdevolle vriendelijkheid maken zo nadrukkelijk? Hoort dat erbij?
Is er ijdelheid in het spel? Wensdenken misschien? Kun je jezelf met dit soort ideeën ook voor de gek houden? Je rijk rekenen? Is het geen loze belofte? Hoe kom je daarachter?
Doen christenen, joden, moslims, hindoes, humanisten, atheïsten, niet-religieuzen dit nét zo met noties als ‘naastenliefde’?
Of zijn de wittebroodsweken van hun ideeën daarover allang voorbij? Zijn zij over hun grootste illusies heen?
Dat laatste brengt me op het volgende. Mij is niet duidelijk welke meerwaarde het idee ‘alle levende wezens’ heeft boven het idee ‘de levende wezens om mij heen’.
Het laatste heeft als voordeel dat het aanmerkelijk concreter is, en heel wat makkelijker te operationaliseren valt. Het handelingsperspectief van het bescheidener voornemen is een heel stuk duidelijker.
Echte nadelen zie ik niet. Leef je naar je voornemen, dan komt het praktisch op hetzelfde neer: je bent (verlicht of niet) altijd ergens, en levende wezens zijn overal.
‘Alle’ levende wezens klinkt natuurlijk wel interessant en vastberaden, en je kunt je er in het publieke domein (of op verjaardagsfeestjes) prima mee vertonen.
Op mij komt de overdadige aandacht die eraan besteed wordt echter over als een zinledig tijdverdrijf dat nodeloos afleidt.
Mensen die vol zijn van hun eigen ideeën over (naasten)liefde en mededogen schieten in het dagelijks leven maar al te vaak hopeloos tekort.
Joop Romeijn zegt
Rob toch!? De portee van deze gedachtenwisseling is dat de bodhisattvagelofte een van de meest gereciteerde Mahayana-teksten is en alleen al daarom belangrijk of op z’n minst interessant is. Ook al omdat ie kort is; de vraag is of ie – net zoals de Hart Sutra – niet-rationeel van aard is. Jij gaat er in je reactie van uit dat ie dat wel zou moeten zijn.
Het is ook geen belofte zoals mensen soms doen bij het nieuwe jaar zoals voortaan z’n vrouw niet meer slaan.
Verder is dit een van de weinige momenten dat Nederlansdse boeddhisten van diverse tradities met elkaar van gedachten wisselen, dat zou een discussie ; op kunnen leveren als de deelnemers de kennelijk sterke boeddhistisch-nederlandse impuls kunnen onderdrukken het bij voorbaat met elkaar eens te willen zijn (daar kan niemand jou overigens makkelijk van beschuldigen).
Dat zijn de deelnmers dus niet en ik begrijp niet dat Dick zegt ‘ Ik ben het met jullie allen eens ‘.
Helaas moet ik nog steeds zeggen: Nederlandse boeddhisten (van diverse tradities) kunnen nauwelijks met elkaar discussiëren, dat is van gedachten wisselen, dat is in potentie met elkaar van mening verschillen. Deels is dat omdat men elkaar opvatting niet kent, ondanks de derde regel uit de bodhisattvagelofte. En deels is het het verkeerd begrijpen van de regel van ‘zuiver spreken’.
Rob Hogendoorn zegt
Als rechtgeaard boeddhist ben ik -net als jij- normaal gesproken heel gezeggelijk, maar dit weekend toevallig nét een keertje niet…
Dat de bodhisattva-gelofte deel uitmaakt van de boeddhistische traditie en alleen om die reden al van belang is staat hier niet ter discussie, volgens mij.
Zover ik kan zien gaat de discussie over de betekenis van die gelofte in het hier en nu.
In de ogen van Dick wordt daarmee een feitelijke toestand beschreven, waarnaar je je als boeddhist -tot heil van jezelf en ‘alle’ andere levende wezens- maar beter kunt voegen.
Volgens hem is de aard van het probleem er één van ‘alles’ of niets. In mijn optiek roept hij met die voorstelling van zaken een schijnprobleem op.
Dick’s uitleg roept bij mij eigenlijk alleen maar vragen op. Die vragen zijn in de verschillende reacties (nog) niet geadresseerd, zover ik kan zien.
Ik vind in de diverse bijdragen tot nu toe weinig aanknopingspunten voor een reactie, anders dan dat het belang en de betekenis van de uitdrukking ‘alle levende wezens’ hier kennelijk bekend worden verondersteld.
Zelf denk ik dat het belang en de betekenis van de bodhisattva-gelofte -de uitleg waarvan in mijn ogen vaak neerkomt op een abstractie of belijdenis- níet voor zich spreken. En ik denk ook dat deze niet voor eens en voor altijd gegeven zijn.
Dat kan ik mis hebben, maar om mij dat duidelijk te maken zullen we toch eerst daadwerkelijk met elkaar moeten discussiëren.
Dick Verstegen zegt
Als ik zeg: Ik ben het met jullie allen eens, dan betekent dit dat ik me in elke inbreng kan verplaatsen en dat ik het ‘waarheidsgehalte’ van elke inbreng zie. Misschien had ik een andere formulering moeten gebruiken, sorry. Het is helemaal niet belangrijk wie ‘gelijk’ heeft, Wel dat we er zo met elkaar over kunnen praten, in het diepe besef dat het over iets heel essentieels gaat. Dat we er met ons allen niet uitkomen…..is dat een probleem? Zo met elkaar communiceren helpt toch onze eigen drijfveren beter te zien. En is het daar eigenlijk niet om te doen?
Overigens Joop: ik maak al een jaar geen deel meer uit van Zen.nl. We zijn in goede harmonie uit elkaar gegaan en voor mijn leraar Rients koester ik nog steeds grote waardering.