Zes keer per jaar moeten we naar het immigratiekantoor. Iedere 3 maanden moeten we komen melden dat we er nog steeds zijn en eens per jaar moet de verblijfsvergunning met een jaar verlengd worden. Je zou verwachten dat je door langs te komen om je verblijfsperiode te verlengen automatisch ook gemeld hebt dat je nog steeds in het land bent en ook van plan bent om te blijven, maar zo simpel is dat niet. Je moet naar hetzelfde kantoor en wordt geholpen door dezelfde beambte, maar een melding gaat via een ander formulier dan een verlenging, dus dat kan echt niet tegelijk. Gelukkig gaat die melding redelijk vlot, als je tenminste je papieren allemaal op orde en alle benodigde kopieën bij je hebt.
Het regelen van de verlenging van de verblijfsvergunning kost wat meer tijd. Omdat de wachttijden daarvoor ook behoorlijk opliepen is bedacht dat dat voortaan alleen op afspraak kan. Voor die afspraak moet je ook langskomen, dus zo komen we uiteindelijk aan die 6 keer per jaar. De doelstelling om geen lange wachttijd voor de verlenging meer te hebben is geheel bereikt. Helaas kostte het 4 uur om de afspraak te kunnen maken, maar dat was niet het probleem dat opgelost moest worden.
De belangrijkste voorwaarde voor het verkrijgen van een verlenging van je verblijfsvergunning is voldoende inkomen of voldoende saldo op de bank. Als in de voorgaande drie maanden het saldo ook maar 1 baht onder het vereiste saldo is geweest, kun je de verlenging vergeten. Om te voorkomen dat mensen hun verlenging komen regelen zonder dat ze voldoende inkomen/saldo hebben wordt bij het maken van de afspraak je bankboekje alvast gecontroleerd. Ook wordt gekeken of je alle benodigde documenten hebt. Het aanvraagformulier is een word-document met invulvelden, dat je gemakkelijk op de computer kunt invullen en dan printen. Dat hadden we dus netjes gedaan. FOUT! We kregen een nieuw formulier mee dat we met blauwe inkt moesten invullen. Verder moeten er kopieën meegeleverd worden van paspoort en visum, van de kaart die je bij aankomst in Thailand moet invullen (voor- én achterkant), van de melding op welk adres je woont en van nog een paar documenten. Die hadden we efficiënt verdeeld over enkele A4tjes. Ook fout. Elk document moet op een apart vel.
Gelukkig hadden we een week tijd tussen het maken van de afspraak en de afspraak zelf. Alle afgekeurde kopieën konden in de prullenbak en we hebben braaf nieuwe printjes gemaakt. En natuurlijk hebben we keurig met blauwe inkt het formulier ingevuld en de pasfoto van 4×6 in het juiste vakje geplakt. Op de dag van de afspraak moeten we dan eerst naar de bank om een transactie te doen, bijvoorbeeld geld opnemen. Vervolgens moet het bankboekje worden geüpdate. Daar is een speciale automaat voor. Daarna moeten we met onze geüpdatete bankboekjes naar de balie om daar een bankverklaring te vragen. Die bestaat uit een overzicht van alle transacties van de afgelopen 3 maanden en een brief waarin de bank verklaart dat we rekeninghouder zijn van de betreffende rekening. Dat transactieoverzicht staat ook in het bankboekje, en dat bankboekje toont ook aan dat we rekeninghouders zijn, maar dat is niet voldoende. Het immigratiekantoor wil die extra bankverklaring, met op elke pagina een stempel en een paraaf.
Gewapend met alle documenten begeven we ons naar het immigratiekantoor. Daar mogen we één voor één naar binnen. Als ik aan de beurt ben worden mijn gegevens eerst in een enorm boek opgeschreven. Dan komt er een gigantisch stempel tevoorschijn en daarmee worden alle documenten, zo’n 20 pagina’s bij elkaar, gestempeld. Ik krijg het pakket vervolgens toegeschoven en moet midden in die stempel steeds mijn handtekening zetten. Daarmee verklaar ik dat de documenten ware en onbewerkte kopieën zijn. Vervolgens wordt het bankboekje nauwkeurig vergeleken met de bankverklaring. Daarna wordt mijn met blauwe pen ingevulde formulier in zijn geheel door de beambte overgetypt. Met een webcam wordt er een foto van me gemaakt. Het formulier wordt vervolgens geprint en dan moet ik het ondertekenen. Het ziet er nu eigenlijk precies zo uit als het formulier dat ik eerder zelf op de computer had ingevuld. Alleen de pasfoto is er niet opgeplakt. In plaats daarvan is de webcamfoto meegeprint. Waarschijnlijk staat de webcam op liggend formaat, terwijl het formulier een staande oriëntatie vereist. De foto is door de beambte daarom gewoon wat smaller gemaakt. Ik ben al niet zo dik, maar nu heb ik echt een sidonia-look.
Op het zetten van vele handtekeningen na is het vooral wachten. Alle tijd dus om het kantoortje eens goed te bekijken. Er zijn drie smalle loketjes naast elkaar. De werktafels van de beambten zijn afgeladen met papieren, ladingen pennen, nieters en ontnieters en vooral heel veel stempels. Ik tel er op de plek waar ik zit 24, en dan kan ik een deel van de tafel niet zien omdat het computerscherm ervoor staat. De kasten achterin de ruimte zijn gevuld met ordners die waarschijnlijk ook allemaal vol zijn, want er liggen grote stapels dossiers op de grond. Ergens op een tafel staat zo’n ouderwetse puntenslijper zoals de meester die vroeger op zijn bureau had staan. In een andere hoek staat een fax die regelmatig gebruikt wordt. En boven op een kast ontwaar ik een gebedsmolentje met een zonnecel. Het kantoortje heeft echter geen ramen, dus is er een spotje op de zonnecel gericht, waardoor het molentje blijft draaien. Goed in het zicht staat in elk loket ook een bordje “No tips please”. Sommige zaken schijnen wat sneller of makkelijker te gaan na het geven van een “fooitje”, maar de regering schijnt daar steeds meer tegen op te treden. Er staat ook een groot bord in de wachtruimte, maar dat zie je alleen als je door de dienstingang naar binnen komt.
Na zo’n 3 kwartier is alle administratie afgewerkt en krijg ik de felbegeerde stempels in mijn paspoort waarmee ik weer een jaar mag blijven. Over 2 weken mag ik dan weer terugkomen om te melden dat ik er nog steeds ben. Met alweer kopieën van dezelfde documenten die ik vandaag heb overlegd. Alleen de bank-documenten hoeven dan niet. Er is dus van ons een dossier dat grotendeels bestaat uit steeds weer dezelfde kopieën van documenten en dat jaarlijks groeit met 5 nieuwe kopieën van al die documenten.
Natuurlijk hebben we ons verbaasd over al dat papierwerk. Dat doen we in Nederland een stuk efficiënter. Toch? Nu heeft Mieke voor haar pensioenfonds een “Bewijs van in leven zijn” nodig. Buitenlandse partners “vergaten” nog al eens een overlijden door te geven en bleven gewoon pensioen ontvangen. Daarom moeten in het buitenland wonende gepensioneerden en AOW’ers jaarlijks aantonen dat ze het nog doen. Probleem is dat het formulier van Mieke’s pensioenfonds hier onbekend is. Het enige formulier dat men wil ondertekenen is het SVB-formulier. Geen probleem zou je denken, want dan downloaden we dat gewoon even van de SVB-site. Mooi niet. Nergens te vinden. Gelukkig kan je chatten met de SVB en na het probleem te hebben uitgelegd krijgen we een speciaal telefoonnummer. Daar krijgt Mieke te horen dat ze het formulier jaarlijks automatisch krijgt toegestuurd. Als de SVB-medewerker eindelijk heeft begrepen dat Mieke nog geen AOW krijgt en dus nog niets met de SVB van doen heeft, vertelt hij haar dat het dan onmogelijk is om haar een formulier te sturen. Zelfs geen blanco formulier. Daar voorziet de regelgeving niet in. Tja, bureaucratie…. het is in ieder geval niet typisch Thais.