Vanmorgen stak ik komend vanuit België bij Willemstad het Haringvliet over. De regen kletterde tegen de ramen van mijn auto en matrixborden met een horizontale windvaan over de snelweg waarschuwden om de snelheid te minderen. Jan de wind rukte aan mijn voertuig. En ineens zag ik ze rechts van me, in de natuur, het open landschap waar je op zo’n moment liever niet wilt zijn: twee mannen, arbeiders vermoed ik, stippen eigenlijk aan de horizon, gekleed in oranje werkkleding, die met scheppen in een dijk iets aan het graven waren. Een van de mannen had een soort bivakmuts over het hoofd en ze stonden vlak bij elkaar. Ze trokken zich niks aan van het onheilzame weer, de striemende regen en de stormachtige wind die het Haringvliet geselde, de matrix met de vaan en spitten voort. Niks geen schaftkeet om de tijd te doden en droog te blijven. Ik zag ze en was tevreden over de natuurarbeiders.
We kunnen vannacht weer veilig slapen. Meer valt er niet over te zeggen.
Moedig voorwaarts!