Antropologen bestuderen menselijke culturen en de ontwikkeling van de mens als onderdeel van een maatschappij. Het boeddhisme heeft vooral in Azië veel invloed op daar heersende culturen en het heeft daar ook grote invloed op de ontwikkeling van individuele mensen in de maatschappij, ongeacht of ze zichzelf ‘boeddhist’ vinden of niet. En tegenwoordig begint het boeddhisme invloed uit te oefenen op de Nederlandse cultuur en de ontwikkeling van individuen in de Nederlandse maatschappij. Reden genoeg voor het Boeddhistisch Dagblad om in een reeks artikelen aandacht aan antropologie te besteden.
Vroeger werd er geen of nauwelijks veldwerk verricht. Antropologen bleven gewoon thuis en zagen dus niet met eigen ogen hoe het dagelijks leven ergens anders verliep. Wat ze wilden weten, haalden ze uit geschreven bronnen. Reisverhalen. Brieven. Logboeken. Ze borduurden voort op werk van anderen, en wat zij hadden opgetekend over geschiedenis en traditie. Noem het leunstoel-antropologie. Vandaag de dag zijn er mijns inziens nog veel amateur antropologen die vanuit hun leunstoel menen ‘alles te weten’ over bijvoorbeeld het boeddhisme in het verre oosten omdat ze een paar boeken hebben gelezen, of door een reisgids hebben gebladerd met mooie foto’s over pagodes. Ik zeg maar wat. Zelf bezit ik trouwens een tweedehands leunstoel.
Veldwerk verkleind de kans op misinterpretatie. Veldwerk zorgt ervoor dat je meer ziet dan wat er op een foto of beeldscherm staat. Je ervaart meer dan wat een ander opgeschreven heeft (over wat die ander heeft ervaren). Je ruikt de geuren. Je hoort de geluiden dáár: stemmen, vogels, muziek, gongs misschien en kleppers, klokken en wellicht ook klaagzangen. Je kunt de gerechten zelf proeven en je voelt zelf het zand, de modder, de zompige bodem of korrelige structuren van stenen, net als de hitte van de dag of de kilte van een vochtige windvlaag. Veldwerk zorgt voor het ervaren van meer context dan je ooit in een leunstoel kunt ondergaan. Zo heb ik ervaren dat zelf tienmaal per dag een half uur roerloos in stilte zitten iets heel anders is dan simpelweg lezen over een zen-sesshin. Lezen over satori is onvergelijkbaar met dat zelf ervaren. Twijfelen over wat je ervaren hebt is ook iets anders dan lezen over de twijfel die anderen ooit gehad hebben.
Als je echt iets meer over bijvoorbeeld het boeddhisme wilt weten, zoek dan ook mensen op die persoonlijk ervaringen met het boeddhisme hebben opgedaan. Praat met ze! Kijk ze in de ogen. En ga vervolgens op zoek naar mogelijkheden om zelf ervaringen op te doen. Lees niet over kin-hin, praat niet over kin-hin maar ga zelf meditatief lopen. Lees niet over wat er gebeurt tijdens een zen-sesshin van een week, maar zorg dat je er persoonlijk getuige van bent. Liefst als deelnemer. En dan ook niet één keer maar vooral meerdere keren, en bij voorkeur bij verschillende leraren die hun leraarschap niet duur hebben gekocht maar met bloed, zweet en tranen (bij wijze van spreken) hebben verkregen na jarenlange trainingen.
Ik denk evenwel dat de meeste mensen die belangstelling hebben voor het boeddhisme geen antropoloog zijn. Een antropoloog is een wetenschapper. Als wetenschapper zal hij of zij proberen te ontdekken wat de functie is van allerlei boeddhistische gebruiken. De gedachte daarachter is dat alle onderdelen van een cultuur met elkaar zijn verbonden. Het boeddhisme hangt niet als los zand aan elkaar! Elk aspect heeft een functie en alle functies vormen met elkaar een structuur: het boeddhisme…. En daarin kan Japans boeddhisme afwijken van Chinees boeddhisme dat weer afwijkt van Tibetaans boeddhisme en ga zo maar door. In westers boeddhisme zullen waarschijnlijk elementen te vinden zijn die bij nader onderzoek typisch westers blijken te zijn. Welke? Zijn er misschien symbolen en rituelen uit onze Joods-Christelijk cultuur in westers boeddhisme geslopen? Zo ja welke en zo nee… wat hield die insluiping tegen? Ieder handelen van de mens komt tot stand door en vanuit invloeden uit de sociale omgeving waarin die mens verkeert. Er is altijd sprake van een zekere oorzaak-gevolg relatie, en daar kan ook het boeddhisme dat in het westen (waaronder Nederland) terecht kwam zich niet aan onttrekken. Het boeddhisme kwam in het westen natuurlijk niet in een sociaal vacuüm terecht. Welke heersende westerse waarden en normen lieten / laten zich hier dan gelden? Welke symbolen (waaronder woorden), rituelen en gebruiken zijn zo ‘onvertaalbaar’ dat wij ze hebben overgenomen en welke ‘westerse’ symbolen, rituelen en gebruiken zijn ons westerlingen zo dierbaar of kostbaar dat ze -wellicht ongemerkt of zelfs onbedoeld – in het boeddhisme zijn beland?
(Wordt vervolgd)


Geef een reactie