Verbouwereerd kijken we in de ogen van een bang kindje, de levende godin Kumari. De vader of een oom draagt haar snel snel door een smal doorgangetje van het souterrain van haar paleis-tempeltje hartje Kathmandu. Op weg naar de gouden draagkoets waarin zij straks rondgedragen wordt. Zijn voeten lopen over en zilveren kleed dat steeds voor hem uitgevouwen wordt. Dat tempert zijn haast, maar het gaat toch allemaal erg vlug. De Nepalese en internationale fotopers knipt zich wezenloos. Groot nieuws voor de regio Kathmandu. Op zijn hoogst foto met onderschrift buiten Nepal. Ellen ziet, ondanks de ongunstige condities, kans een mooie foto te schieten.
Het meisje heet vanaf haar selectie op driejarige leeftijd in 2005 Kumari en wordt geacht een verschijningsvorm te zijn van de Hindoegod Taleju, de schutspatroon van de Kathmanduvallei. Op zijn beurt is deze god een incarnatie van Durga en manifesteert zich nu in het lichaam van een klein meisje. Ook de tantrische boeddhisten van Nepal vereren Taleju. Zij wordt door een comité met een meerderheid van boeddhistische priesters gekozen uit de Shakyakaste, waaruit destijds ook de historische Boeddha voortgekomen zou zijn. Hindoeïsme en boeddhisme vormen in Nepal een intrigerend mengelmoesje, waarin je maar moeilijk de weg leert kennen.
Het is de derde dag van het jaarlijkse festival dat om haar heen gebouwd wordt. Ten gunste van de bewoners van de Kathmanduvallei en het toerisme. Deze keer extra bijzonder, want het is de 250ste verjaardag van het feest. We vallen dus met onze neus in de boter. Over devotie gesproken: Inwoners van Kathmandu dragen Kumari op handen. Maar het meisje zelf zou een zeer eenzaam leven beschoren zijn tot zij gaat menstrueren en er en nieuwe Kumari moet komen. Een Nepalese advocaat heeft twee jaar geleden bij het Hooggerechtshof van Nepal een petitie ingediend om de omstandigheden voor de kindgodinnen te verbeteren. Maar de Britse auteur en freelance journaliste Isabella Tree, die we in de spelonken van de tempel tegenkomen, spreekt erg genuanceerd over de situatie van de Kumari-kinderen. De laatste decennia zou die al sterk verbeterd zijn. Ze is bezig een boek over het verschijnsel te schrijven, waarbij de samenwerkt met een Nepalese hoogleraar. (Dat boek, The Living Goddess, is in 2014 uitgekomen.
Misschien drukt Samden Sherpa, een Nepalese econoom die in Kathmandu een trekkingbureau leidt, nog wel het beste uit waarom Kumari een belangrijke traditie vertegenwoordigt. De wereldlijke macht van de Koning en de autoriteiten maakt zich ondergeschikt aan de zuiverheid van een kinderhart, waarin symbolisch de volksaard van de Nepalezen van de Kathmanduvalei wordt uitgedrukt. Maar of de maoïsten die de laatste jaren voor veel beroering zorgen, daar veel boodschap aan hebben, is de vraag. Op 22 november zijn er weer verkiezingen na een heftige periode met veel politieke compromissen.
Terug naar de straat, waar onze belevenissen zich zo snel opeenhopen als de trillingen van een palmblad in de wind. Daar is devotie, jazeker, maar niet meer in of jegens de guru-achtige types die zich tegen betaling van een paar roepies laten fotograferen. Maar het luiden van een tempelklok en slaan van godsdienstige tekens bij het passeren van tempeltjes of beelden past daar wel in. Sherpa gelooft dat de godsdienst in Nepal feitelijk dood is. Maar wie goed kijkt ziet dat de mensen er een bijzondere verhouding hebben met wat ik in deze weblog maar ‘het onkenbare’ noem. Op dat punt vielen onze monden open van ontzag en verwondering toen we ’s avonds in een riviertempel vlak bij ons hotel opeens pal voor een lijkverbranding stonden. Twee lichamen, verpakt in takken en stro, werden liefdevol in vlam gehouden, een subtiel en moeizaam spel van natmaken en oprakelen, opdat alle lichaamsdelen aan het vuur ten prooi zouden vallen. De vuurofficials, herkenbaar aan veel brandwonden, brengen uitstekende hoofden en voeten, samen met nabestaanden, zorgzaam in de juiste positie, terwijl dikke rookwolken opstijgen naar de nachthemel, waar een volle maan voor een zilveren licht zorgt.
Het opporren en het schikken van de lichamen gebeurt, terwijl een paar familieleden met elkaar een praatje maken. Geen spoor van afschuw, geen moment van angst, onenigheid of onwennigheid. Alles gebeurt in een gewoonheid die de acceptatie van de onvermijdelijke dood, het keerpunt in elk leven, in zich draagt. Een paar meter verderop maken dakloze mensen en honden zich broederlijk op om de nacht onder een tempelafdak door te brengen. We zien dit op de verjaardag van mijn in 2005 overleden vrouw en het grijpt ons zeer aan. Hier is iets te zien en te voelen, wat ligt buiten de hectische strijd om het bestaan. Dit kenmerkt niet alleen India, maar ook Nepal.
Dolma zegt
Er is weer een nieuwe. Mijn kumari hier heeft een rood hoedje. Rood kostuumpje. De dames worden nadien deftig naar school gestuurd hoor maar moten erst wel leren hun eigen plan trekken: eten, zich wassen, kleden enz. Ervoor werd dat voor hen gedaan. Maar ze studeren goed. Heb er ergens een artikel over liggen. Sommigen trouwen maar er zit een achterhoofd idee in, van zo een kumari zeg….die weet wat ik denk. Beetje bijgelovig.
kees moerbeek zegt
Worden deze levende goden (zijn er ook dode goden?) geboren, worden ze ziek, oud, overlijden ze, eten en drinken ze, breien ze geregeld bruine truien :-) en nog zo meer? Zo ja, dan is dat toch een beetje wonderlijk voor een god. Ik wil niet respectloos zijn, maar dan hebben we te maken met een mens.
Tenzij wij mensen allemaal goden zijn en daar zit best wat in als je de heilige boeken mag geloven. Niks menselijk is immers menig opperwezen vreemd. Dit tot en met het aansporen tot kindermoord en je eigen zoon een gruwelijke marteldood laten sterven. Vergeten we gemakshalve even het uitroeien van hele steden, omdat een aantal inwoners aan herenliefde en damesliefde doen.
Zat dit bij jou ook in je achterhoofd, of ligt het aan mij?