De redactiechef, die bijna nooit lacht, zat gisteren schaterend in de auto toen hij in de omgeving van de Kloosterbunker in Bunkerstad een troep ganzen zag oversteken. Ganzen in een bebouwde omgeving zie je niet zo vaak, maar deze troep voelt zich er uitstekend thuis. Wekelijks leggen ze kilometers af in de wijk met zeventigduizend inwoners. Ze zijn geliefd en leuk en zijn er het hele jaar. Vliegen doen ze niet, ze waggelen. De chef moest zo hard lachen omdat de ganzen, een stuk of vijftien, wit, bruin en vlammend, over het zebrapad overstaken. Zouden ze geleerd hebben van de keer dat de chef in het schemerdonker bijna zomaar- dus niet op de zebra overstekende ganzen aan barrels reed?
Het leuke van de ganzen is dat ze autonoom zijn. Ze zitten niet in een hok, niet in een weiland, niet aan een ketting, maar hebben vrijwillig gekozen voor een verblijf in Bunkerstad. Waar ze lekkere hapjes krijgen, zo te zien aan hun dikke lijven. Wij zijn blij met de ganzen omdat die de chef aan het lachen maken. Iets wat ons niet lukt.
Marcel Rouweler zegt
Complimenten voor deze prachtige serie; het geeft ook troost in de periode dat Boeddha’s buschauffeur zich
heroriënteert.