Door André Baets. In juli vorig jaar werd in Thailand – bewust zonder veel ophef en dit om de conservatieve monniken niet voor het hoofd te stoten- een campagne gestart om bhikkhunis (volledig gewijde boeddhistische nonnen) een legaal statuut te geven. Advocaat en voormalig senator Paiboon Nititawan lobbyt in politieke kringen, want hiervoor is een wetswijziging nodig.(1)
De bezieler van deze ‘zachte revolutie’ is bhikkhuni Dhammananda; hoofd van het kleine vrouwenklooster ‘Wat Songdhamma Kalayani’.(2) Op 28 februari 2003 werd bikkhuni Dhammananda, daarvoor gekend als professor Dr. Chatsumarn Kabilsingh, de eerste Thaise vrouw die de volledige wijding als theravada-non ontving.
In 2001 gaf Dhammananda haar wereldse leven als universiteitsprofessor op. Omdat het wijden van nonnen in Thailand bij wet verboden is, ging zij naar Sri Lanka om daar als samaneri (novice) in de sangha te worden opgenomen. Twee jaar later keerde ze naar Sri Lanka terug, nu om de volledige wijding als bhikkhuni te ontvangen. Het nieuws van haar wijding bracht een golf van protest teweeg bij de gevestigde Thaise monnikenorde (mahatheras). Er werden aan sommige tempels zelfs pamfletten gehangen met de raad om bhikkhuni Dhammananda te negeren, zeggende dat dit het werk van Mara, de duivel was.
Even een woordje uitleg bij dit verbod tot nonnenwijding in Thailand; een nochtans voor 90% boeddhistisch land:
De bloeiperiode van het boeddhisme in Thailand situeert zich in de 12de en 13de eeuw. De daarop volgende 500 jaar kende het land veel onlusten en hadden de inwoners wel iets anders aan hun hoofd dan een spiritueel pad te volgen. Dit betrof vooral de vrouwen. De bhikkhunilijn liep dan ook dood. In de volgende eeuwen werd geen moeite gedaan om deze te herstellen. Tot in 1927 een zekere Narin Bhasit aan de monniken vroeg om zijn twee dochters tot non te wijden. Niks bijzonders, zou je zeggen, ware het niet dat deze Narin een controversiële liberale politieker was, die openlijk durfde om de mahatheras, de raad der ouderen, de monniken dus, te beschuldigen van gemakzucht en luiaardij.
Zijn verzoek, dat eerder politieke dan spirituele intenties had werd dan ook prompt door de monnikengemeenschap en de koninklijke familie afgewezen. In Thailand is de koning het hoofd van de boeddhistische gemeenschap en is de Vinaya, de kloosterregels nauw verweven met de burgerlijke wetgeving.
Narin Bhasit legde het negatief advies naast zich neer en liet op een lapje grond een klein klooster bouwen voor zijn twee dochters en nog een achttal andere vrouwen. Op vraag van de monniken greep de regering in en ontnam de vrouwen letterlijk de nonnenkleren. Een jaar later, in 1928, werd het verbod om nonnen tot bhikkhuni te wijden, in een wet vastgelegd. Deze wet geldt nog steeds en wordt door de monnikengemeenschap te pas en te onpas gebruikt als verontschuldiging voor het niet kunnen/willen herstellen van de bhikkhuni traditie. Zo van: “Ja we willen wel, maar spijtig genoeg verbiedt de wet het ons; vraag het binnen tien jaar nog eens”.
Monniken staan in Thailand in hoog aanzien. Zelfs de koning buigt voor hen en zit, bij hun aanwezigheid, op een lagere zetel. De bevolking geeft aalmoezen om alzo ‘verdiensten’, goed karma, te kunnen vergaren en elke familie probeert om tenminste één zoon als monnik gewijd te zien. Bijna alle mannen verblijven in hun leven van enkele weken tot jaren in een klooster.
En toch zijn er in Thailand ook vrouwen die de wereld de rug toe keren. Dit zijn de zogenaamde ‘mae chee’.
Zij scheren het hoofd kaal, dragen witte kleren en nemen de acht voorschriften aan (monniken hebben 227 en volledig gewijde nonnen 311 voorschriften ).
Mae chee zijn geen leken meer, maar worden niet als kloosterlingen beschouwd. Zij hebben ook niet hetzelfde wettelijk statuut als hun mannelijke collega’s. In de praktijk onderhouden zij de tempels en doen de was en de plas voor de monniken. Zij ontvangen omzeggens geen onderricht en gaan bijna nooit op bedelronde omdat, zo zegt de traditie, voor de bevolking enkel het geven aan monniken verdiensten oplevert. Van de 32.000 tempels in Thailand zijn er dan ook maar een paar nonnenkloosters.
Maar ook de mae chee zelf staan nu voor een moeilijke keuze. Omdat nonnenwijding in Thailand (nog steeds) bij wet verboden is dreigen zij bij een volledige wijding uit de boot te vallen. De monniken zouden haar niet meer onderhouden en het klooster/tempel zou hen geen onderdak meer verschaffen. Het was Dhammananda’s moeder, Voramai Kabilsingh die vijftig jaar geleden het Wat Songdhamma Kalayani klooster oprichtte.
Voramai kreeg de volledige nonnenwijding in de mahayanatraditie van Taiwan. Zij was de eerste volledig gewijde Thaise non (zij het dan in de mahayanatraditie en niet in de Theravada).Dhammananda volgde dus in haar voetsporen als eerste volledig gewijde Thaise non; maar ditmaal in de theravadatraditie. En stilaan, stap voor stap begint de nonnenwijding in Thailand, ondanks het wettelijk verbod vorm te krijgen. In februari 2002 nodigde Dhammananda een delegatie Sri Lankaanse bhikkhunis uit om in haar klooster de mae chee Varangghana Vanavichayen tot novice te wijden. Zij kreeg de dhammanaam Dhammarakhita Samaneri en was de eerste vrouw die tot novice werd gewijd op Thaise bodem.
En zoals verwacht verstootte de leiding van de tempel, waar ze negen jaar als mae chee had verbleven, haar. Ze vond onderdak in het klooster van bhikkhuni Dhammananda. Het is de bedoeling om elk jaar enkele vrouwen te wijden zodat er na de periode voorgeschreven in de Vinaya , de kloosterregels, geen beroep meer gedaan hoeft te worden op nonnen uit Sri Lanka. [De Vinaya zegt dat er vijf volledig gewijde nonnen aanwezig moeten zijn en dat elk van hen minstens twaalf jaar bhikkhuni moet zijn].
Songdhamma Kalayani is een klooster dat open staat voor bhikkhunis, mae chee en vrouwelijke leken. Het programma bevat cursussen boeddhisme van drie tot vijf dagen en staat open voor vrouwen van alle standen en nationaliteiten. In 2009 begon bhikkhuni Dhammananda met het tijdelijk wijden van vrouwen tot samaneri (novice); het zogenaamde ‘Temporary Samaneri Ordination’ of kortweg ‘TSO’.
Voor haar inzet ontving zij in maart 2004 van de Verenigde Naties de ‘Outstanding Women in Buddhism Award’.
- ‘The Buddhist Channel’ Amy Lieberman 8/9/2011
- ‘Women in Buddhism: Q & A’ www.nuddhanet.net/e-learning.
Bron André Baets
Utamwara zegt
Dank voor het (opnieuw) indringende artikel, André. Eens te meer opent het mijn ogen dat ik een Boeddha moet pogen te zijn, niet een boeddhist.
Sjoerd zegt
Belangrijk onderwerp.
Vanuit mijn boeddhanatuur bestaan geen mannen en vrouwen, maar slechts levende wezens. Al deze wezens zijn in de grond der zaak verbonden door hun zelfde natuur. Het gaat niet aan dat de een zich verheft boven de ander.
Wettelijke erkenning van boeddhisten is flauwekul.
Ujukarin zegt
Is ’t ook, maar gegeven de cultuur van Aziatische ‘boeddhistische’ landen is het een stuk realistischer om vrouwen/nonnen gelijke rechten te geven in de wet dan om alle wettelijke regulering van het boeddhisme aldaar te willen gaan slopen ;-) En netzo elders in de Wereld, gelijke-monnikken-gelijke-kappen voor boeddhisme versus de andere religies lijkt me.
With folded palms,
Anne zegt
Wettelijke erkenning lijkt voor mannen vaak een onzinnig iets. Voor vrouwen is het meestal de enige manier om volwaardig burger te zijn met alle rechten die mannelijke burgers zo vanzelfsprekend vinden.
Of het nou gaat om stemrecht, het recht om zelf te bepalen met wie we wel of niet willen trouwen of het recht om een boeddhistische wijding te ontvangen.
Sjoerd zegt
Als er wetten voor burgers nodig zijn, dan ligt het voor de hand dat ze gelden zonder onderscheid tussen personen, sekse, religie of wat dan ook te maken, zolang maar wederzijds respect en aanvaarding de grondslag van deze wetten zijn.
Los daarvan ligt de weg van de boeddhanatuur niet besloten in wetten en regelgeving. Dat is nu juist het grote voorbeeld van de historische boeddha.
Anne zegt
Dat zou voor de hand moeten liggen maar is slechts in een klein deel van de wereld de realiteit.
Sjoerd zegt
Dus de moeite waard om ons voor in te zetten lijkt me.
Ik hoop dat wederzijds respect, aanvaarding van elkaar en vrede van mensen met elkaar en hun omgeving zullen groeien door de manier waarop de boeddhanatuur van alle levende wezens haar weg gaat.
Anne zegt
Laten we eerst maar eens zorgen voor een wettelijk gelijke status voor iedereen. Dat is een stuk makkelijker dan Utopia.
Sjoerd zegt
Prima, begin NU!
robin zegt
Ik heb het Thaise Boeddhisme altijd al een beetje vreemd gevonden. Eigenlijk vanaf het moment dat ik hoorde dat de Boeddhisten daar zeiden dat wanneer je in dit leven arm was je zou reïncarneren als kakkerlak. Niet dat er iets mis is met een kakkerlak natuurlijk, maar toch… Maar misschien is dit ook wel niet waar hoor. Maar hoe dan ook, vrouwen en mannen zijn gelijk. Nee, ze zijn één! ;-)