Vajrayana als boeddhistische leerschool
Drie stromingen
Dit drieluik over ‘de 3 hoofdstromingen in het boeddhisme’ sluit natuurlijk af met de jongste van de drie: Vajrayana, oftewel het Diamanten Voertuig. Het wordt o.a. zo genoemd omdat het vol met symboliek zit, zoals de Vajra – het symbool van een bliksemschicht, ook wel van de keiharde diamant die in staat is onzuiverheden te verpulveren. Zoals je in de vorige praatjes hoorde omvat het Mahayana ook de (Pali) basisteksten; en Vajrayana refereert ook volop naar beide oudere scholen, dus ook de Mahayana- en Pali-teksten. Elke notie dat Vajrayana ‘beter’ of ‘hoger’ zou zijn dan die anderen, en dat er iets als een Hinayana (klein voertuig) ‘stroming’ zou bestaan, is echter onzin. Toen de Vajrayana-leringen ontstonden lag dat anders, en er was reden iets nieuws te brengen als respons op een destijds gedegenereerde beoefening onder volgers van oudere scholen. Totdat ook Vajrayana ging degenereren…
De nadruk ligt in dit praatje op Vajrayana-leringen als inspiratie voor brede Westers boeddhisten. Dus details over de vele door Vajrayana geïnspireerde sangha’s, en de 6-7 Tibetaanse scholen plus het Japanse Shingon, zijn mogelijk voor een andere keer.
De kern van Vajrayana
Vajrayana bouwt voort op Pali- en Mahayana concepten. En ontkent geen van hen; de toevoeging zit in een nogal andere symboliek (in zekere zin even diepgaand als bij Zen, die andere Mahayana-doorontwikkeling). Je kunt zeggen dat veel van het Vajrayana een uitwerking en de ultieme consequentie van het Sunyata-denken van Mahayana-leermeester Nagarjuna is: het hele onderscheid tussen jouzelf versus de ander, dus ook anderen helpen als bodhisattva, is kunstmatig en moet ook weer overstegen worden. En er hoort ook geen onderscheid te zijn tussen je ‘spirituele’ tijdsbesteding en je ‘dagelijkse’ tijd: doel is om 100% van de tijd aandachtig, ethisch en positief te zijn.
Daarnaast biedt Vajrayana een breed scala aan extra beoefeningen. Daarin zit zeker kruisbestuiving met de Hindoeïstische filosofie en Yoga/Tantra-oefeningen uit het tijdperk dat Vajrayana in Noord-India ontstond, grofweg 500-1000 van onze jaartelling; plus lokale Sjamanistische tradities zoals de Tibetaanse (Bön) en Japanse. De oefen-instructies heten tantras: een combinatie van mantra’s, handelingen en visualisaties die de weg naar verlichting bespoedigen. Doel van het Vajrayana-pad is het worden van de “ideale tantrische yogi”, de ervaringen van Boeddha worden hiermee gelijk gesteld. Dit ideaal vervangt de bodhisattva van het Mahayana of de Arahat van de Pali-teksten.
Straks nog een breder scala van typische Vajrayana-elementen. Als schot voor de boeg een korte observatie over de sterkten en zwakten van Vajrayana-beoefeningen op je Pad. Sterk is de nadruk op er-vol-voor-gaan, de totale transformatie van al je energie om Verlichting voor jezelf en anderen te bereiken. En ook het brede aanbod aan beoefeningen, van Vipassana- en Zen-achtige Dzogchen meditaties tot diepe Nagarjuna-studie en dagenlange Kalachakra-rituelen met mandala’s, kan aantrekkelijk zijn. Maar zeker vanuit Westerse optiek zijn er ook risico’s:
- De sterke nadruk op de leraar-leerling band, met een bijna verabsoluteren van de Meester(es). In onze sangha houden wij het zelf liever op een collectief van spirituele vriendschappen, hoewel er wel enige bijzondere banden met je ‘preceptoren’ en ‘spirituele peetvader/moeder’ erkend worden.
- Ethiek (met o.a. de Leefregels) is geen onderdeel waar veel aandacht aan besteed wordt. En door het geregeld benoemen van de Bodhisattva’s die als ‘vaardig middel’ (Upaya) regels terzijde kunnen schuiven, kan dat ook bij studenten over-relativering geven. (Of daarmee Vajrayana-studenten minder ethisch zouden zijn dan die van andere scholen: neen, dat denk ik niet. Mijn punt, en een risico van de Vajrayana-doctrines, is de relatief beperkte aandacht voor ethiek.)
- De hele nadruk op ‘lagere’en ‘hogere’ leringen heeft zijn risico’s; ik kwam en kom veel Tantra-fans tegen met een spirueel waterhoofd. Oftewel in prachtig poëtisch Engels “lion’s head on snake body” of “spiritual snobism”. Ze grijpen met beide handen de ‘hogere’ beoefeningen aan omdat ze zich te goed voelen voor de ‘lagere’, maar zijn er nog totaal niet aan toe en slaan dus de plank mis. Net zoals overigens sommige Pali-boeddhistische studenten graag de Samatha-beoefeningen snel afraffelen om maar superflitsend Vipassana-wijsheid te bereiken.
- (En wellicht ten overvloede: de term Hinayana betreft lager gedrag, en heeft niets met scholen/tradities te maken. Sommige would-be Arahats, vervuld van niet alleen wijsheid maar automatisch ook compassie, zijn mijlen verder op het Pad dan sommige would-be yogis. Bijvoorbeeld de in-naam-Vajrayana lama’s die ik enkele jaren terug beschreef in de biografie van Dhardo Rinpochee, die uren konden ruziën over een tafelschikking-passend-bij-senioriteit, vertoonden typische Hinayana gedrag. Degeneratie kan overal optreden.
Bij alle ervaren Vajrayana sanghaleden die ik ontmoet proef ik ook deze wederzijdse tolerantie, en afstand nemen van de van origine polemische elementen in hun bronnen.)
Een mooi historisch en regionaal overzicht van de diverse scholen, uit Wikipedia:
Ervaringen uit een Vajrayana-centrum
Om het nog iets concreter te maken twee persoonlijke ervaringen uit mijn 3 jaren als bewoner/student/vrijwilliger in een Veluws Vajrayana-retraitecentrum. Ik had zojuist mijn eerdere leermeesters achter me gelaten ‘voor het Westers boeddhisme’. Ik had nog geen duidelijke focus binnen het boeddhisme, moest persé een nieuwe woongroep hebben, en dat werden de Vajra-broeders en -zusters. Zoals dat heet: “veel geleerd, maar toch niet blijven plakken”.
Eerste ervaring: met een groepje een Boeddhabeeld vullen met mantrarolletjes, om zo zegeningen te wensen aan een ieder. Ik zag het voordeel ervan als meditatieve oefening écht wel, maar ergerde me elke keer dat ik langsliep in toenemende mate aan de medebewoners die tijdens het urenlang werken vooral de roddelspieren gebruikten. Toen ik dat uiteindelijk eens opmerkte kreeg ik terug “Je hebt eigenlijk wel gelijk, de volgende keer als je komt meedoen gaan we het echt als meditatieve oefening doen”. Mond vol tanden dus [grijns]
Tweede ervaring: een weekend rond Tara, dus overdag had ik nog 8 uur lang mijn kantoorbaan overleefd. Bekaf dus, en de vrijdagavond-lezing was van pittig niveau; afgewisseld door korte meditaties en mantra’s zingen. Daarna gingen we met grote lantaarns als groep, al mantra’s zingend, rond de schrijn in de tuin buiten lopen. Bijna in trance. Toch was het voor mij vooral verbijten van de kou en de vermoeidheid, tot na een half uur of zo [wham] een vonk van energie binnensprong. Of beter gezegd een compleet vuur, ik voelde me klaarwakker en zong en wandelde met dubbele energie; waarbij ook de kwaliteiten van Tara, actief mededogen, op de één of andere wijze ‘via mij naar de anderen toestroomden’. De rest van het weekend was ik een stuk enthousiaster…
Ik hoop hiermee te bevestigen wat ik al eerder kort uitlegde: Vajrayana is krachtig spul, maar heeft best wel een complexe gebruiksaanwijzing. Wie die niet leest of grote stukken ervan vergeet, heeft er misschien wel meer last dan voordeel van…
Poëtisch-muzikale inspiratie
Juist bij een stroming vol symboliek past ook poëzie en muziek. Vandaar dat mijn fascinatie voor en inspiratie uit songteksten nu een koppeling legt van Vajrayana met een seventies-klassieker: The Last Resort van de Eagles. Een paar mooie brokjes:
She heard about a place people were smilin’
They spoke about the red man’s way, how they loved the land
And they came from everywhere to the Great Divide
Seeking a place to stand or a place to hide
Die laatste zin bevat veel van de tweesnijdend-zwaard aspecten van Vajrayana (en in zekere zin de hele Dharma). Kies je een “Shangri-la” plek met gunstige omstandigheden om écht een beter persoon te worden en de wereld te helpen, of wil je slechts beschutting tegen Samsara?
Who will provide the grand design, what is yours and what is mine?
‘Cause there is no more new frontier, we have got to make it here
We satisfy our endless needs and justify our bloody deeds
In the name of destiny and in the name of God
Juist als alle fundamenten van Boeddhisme te letterlijk en bekrompen kunnen zijn, dan moet je een nieuwe vorm zoeken. Dat is precies wat de Vajrayana-grondleggers 1500 jaar terug deden. Maar ze ‘moesten een nieuwe grens bouwen’ en die is fragiel. De laatste twee zinnen zijn een voorbeeld van de degeneratie van idealen, net als het misbruik door veel Boeddhisten van de ‘vaardige middelen’ gedachte.
Typische Vajrayana-elementen
Zoals beloofd nog wat meer voorbeelden van Vajrayana-beoefeningen die jou en mij als Westers boeddhist ter beschikking staan. Let wel dat er geen keiharde grens is met het Mahayana; je zult enige overlap ontwaren. En bij Tibetaans Vajrayana is er ook veel invloed van cultuurgebonden zaken, denk aan het iets te letterlijke ‘reïncarnatie/wedergeboorte’ model met de Tulku. Terwijl je bij het Chinees-Japanse Shingon weer stukken uit díe cultuur terugziet. Een redelijke indruk van het oorspronkelijke Indiase Vajrayana verkrijg je door de gemeenschappelijke leringen van Tibetaans en Shingon-boeddhisme te pakken. Een aantal typerende leringen zijn:
De symboliek. Vajrayana brengt hele nieuwe elementen bovenop de Pali- en Mahayana-symbolen. Zoals de mala (kralensnoer), de gebedsvlag waarmee de lucht ‘zegeningen verspreidt’, de mythische adelaar (Shang-Shang of Garuda), de mandala, de nadruk op mantra’s en vooral ook de Vajra. Deze ‘diamant’ is in staat alle onzuiverheden in je eigen geest te vergruizen, mits je er maar lang genoeg op mediteert en hem verinnerlijkt. Ook een Vajrayana-schrijn is ‘rijker’ dan die uit de andere tradities, en kan bijvoorbeeld dierenbotten/schedels bevatten om je te herinneren aan vergankelijkheid. In die symboliek vind je ook veel weergaven van ‘mannelijke’ en ‘vrouwelijke’ krachten, en zelfs erotisch getinte schilderingen (Thanka’s) met de ‘Yab’ en de ‘Yum’. Ze kunnen inspirerend zijn om de spiritualiteit tot in de haarvaten van je leven door te voeren; maar zeker in het Westen, door onze sterk vertekende omgang met erotiek, landt deze symboliek vaak slecht. In onze sangha reserveren we de Yab-Yum symboliek dus voor redelijk gevorderde niveaus van studie.
Nog concreter wordt het in je visualisaties/reflecties. Die worden geïnspireerd door de drie kosmische Toevluchten: de leraar(-es), de Yidam en de Dakini. De leraar-rol hadden we eerder al genoemd, de Daka/Dakini zijn een soort kosmische beschermengeltjes en de Yidam is de Bodhisattva- of Boeddhafiguur die jij als ideaalbeeld probeert na te volgen. Overigens zijn de tantra’s (oefen-instructies) niet op enig serieus niveau uit een boek te leren; er vindt formele overdracht plaats vanuit een leraar/res en dat heet initiatie. Een hulpmiddel in de reflecties is een Toevluchtsboom, waar Gautama Boeddha als beginpunt staat en via vele generaties van studenten-die-leraar-werden, de Lineage (afstammingslijn), verbonden is met jouw directe leraar. Ook het Tibetaanse Dodenboek (Bardo Thodol) is niet zozeer een letterlijke beschrijving van wat er bij en na de dood gebeurt maar een complexe set reflecties. Welke studenten kan helpen zich beter op de eigen dood voor te bereiden, en het proces bij anderen te ondersteunen, met een zo altruïstisch mogelijke motivatie.
Tot slot voegt Vajrayana niet alleen een serie Bodhisattva’s toe aan de uit het Mahayana bekende lijst, maar ook twee nieuwe dimensies:
- Elke (op zichzelf zuivere/positieve) Bodhisattva krijgt ook minstens één afschrikwekkende vorm. Bijvoorbeeld Mahakala naast Avalokiteshvara/Chenrezig. Dit moet je helpen om je negativiteit, oftewel ‘innerlijke demonen’, het hoofd te bieden.
- Naast de Bodhisattva’s komen er ook de vijf Mythische (Dhyani) Boeddha’s bij: Vairocana, Akshobhya, Amoghasiddhi, Amitabha en Ratnasambhava. Waar de Bodhisattva’s uitdrukkingen zijn van de acties van een verlicht persoon, zijn de Dhyani-Boeddha’s uitdrukkingen van de staat van Verlichting. En in de Mandala van de Vijf Boeddha’s vind je alle bestaande Bodhisattva’s heringedeeld in de ‘families’ van de vier windstreken, ieder behorend bij een eigen Boeddha.
Tabel
Om dit alles samen te vatten, en ook de praatjes over Pali-boeddhisme en Mahayana op te frissen, een poging om de verschillen tussen de drie stromingen te duiden. Met als het om kwantiteit gaat de ‘Consumentenbond-schaal’ van – via [] (neutraal) naar ++.
Aspect | Pali-boeddhisme | Mahayana | Vajrayana |
Belang van celibatair levenden | ++ | – | [] |
Nadruk op studie | ++ | + | [] |
Soort meditatie | Concentratie en Reflectie
(Samatha en Vipassana) |
Nadruk op Reflectie (en mantra zingen) | Visualisaties, voortbouwend op de twee andere soorten |
Bestudeerde teksten | Pali-canon | Pali-canon en Mahayana soetras | Pali én Mahayana soetras en de Vajrayana tantras |
Ideaal om te bereiken | Arahat | Bodhisattva | Tantrische Yogi |
Hoofdbeoefening | Onthechten | Altruïsme | Transformatie |
Object voor devotie | Gautama Boeddha; voor lekenvolgelingen ook vele Deva’s | Bodhisattvas (en Gautama Boeddha) | Bodhisattva’s en Mythische Boeddha’s |
Geloftes | Voor leken: Toevlucht | Bodhisattva Gelofte | Initiaties |
Invloed vanuit andere spirituele tradities | — | []
Chinese en Japanse cultuur |
++ (Hindoe-Tantra en Tibetaanse Bön) |
Nadruk op ethische leefregels | ++ | [] | – |
Leerling-leraar relatie | Voor ‘leken’ []
Voor pijdragers ++ |
Varieert per traditie;
Zen + Veel Puur Land scholen – |
++ |
Valkuilen | Teveel nadruk op studie, te weinig meditatie | Burn-out door geforceerd altruïsme | Waterhoofd (basis-beoefeningen verwaarlozen) |
Relatie tot kunst/symboliek | – | []
(Voor Zen +) |
++ |
Afronding
Vajrayana is niet beter of slechter, hoger of lager, dan de Pali-tradities of de Mahayana. Het is gewoon anders. En kan daarmee voor westerse boeddhisten op zijn eigen manier een stuk hulpmiddelen en technieken bieden, een stuk inspiratie, om dichter bij Verlichting te komen. De bijzondere aspecten en krachtige mogelijkheden zijn nu hopelijk enigszins toegelicht, met hun unieke valkuilen. Het is een mythische toverstaf, en de al eerder geciteerde songtekst heeft ook daarvoor een passende aanduiding:
“They called it paradise, I don’t know why. You call some place paradise, kiss it goodbye.”