Er raast een storm over de boeddhistische polder. Het water is in beweging, klotst tegen de wallekant. Modder vertroebelt het water. Wat en wie is echt, wie is vals? Wat is een autorisatie waard? Wat voor betekenis heeft een brokaat gouden slabbetje? En is het niet zo dat in het verleden ook lineages in de zentraditie zijn onderbroken, afgekapt, omdat er geen opvolgers waren of nieuwe leraren er, pats boem, ineens waren. Door niemand geautoriseerd. Maar de belangrijkste vraag is: Wie is een goede leraar.
In De kleine leerrede van de koeherder waarschuwde de Boeddha voor valse leraren en het volgen daarvan:
Monniken, er was eens een koeherder in de Magadha die dwaas van aard was. In de laatste maand van het regenseizoen, in de herfst, liet hij, zonder de oever aan deze zijde van de Ganges geïnspecteerd te hebben, zijn koeien oversteken naar de noordelijke oever in Suvideha, op een plaats waar helemaal geen voorde was. Toen dan dromden de koeien midden in de stroom van de Ganges in een kring samen, kwamen in nood en gingen hun ongeluk tegemoet. Evenzo, monniken, is het gesteld met asceten en brahmanen die niet op de hoogte zijn met de andere wereld, niet op de hoogte zijn met het rijk van Mara, niet op de hoogte zijn met wat buiten de het rijk van Mara valt, niet op de hoogte zijn van het rijk van de Dood, en niet op de hoogte zijn van wat buiten het rijk van de Dood valt. Degenen die denken dat zij naar hen moeten luisteren en in hen vertrouwen moeten stellen, zij zullen lange tijd onheil en leed te verduren hebben.
MN 1:226 (Bron: Majjhima-Nikaya, De verzameling van middellange leerredes, Deel 1- Suttas 1-50, p. 361-362)
Padmasambhava, de leraar die in de achtste eeuw de boeddhistische leer van India naar Tibet, voorspelde de komst van valse leraren in onze tijd, die de ‘tijd van degeneratie’, en waarschuwde daar nadrukkelijk voor:
In de toekomst, wanneer de donkere periode van degeneratie is aangebroken, zullen sommige mensen die claimen beoefenaren te zijn, het verlangen hebben om anderen onderricht te geven, zonder toestemming daarvoor te hebben ontvangen. Zonder zelf beoefend te hebben, zullen zij anderen instrueren hoe te mediteren. Zonder zelf bevrijd te zijn, zullen zij pretenderen ter bevrijding instructies te geven. Zonder gespeend te zijn van zelfbelang, zullen ze anderen instrueren hun ketenen van gehechtheid van zich af te werpen en vrijgevig te zijn. Zonder ook maar het geringste begrip van het goed en kwaad van hun eigen acties te hebben, zullen zij hun verlichte zienswijzen over de goede en foute wandelgangen van anderen spuien. Terwijl ze zelf geen stabiliteit bezitten, claimen ze anderen goed te doen. Ik denk dat er velen zullen zijn die zullen pretenderen, hypocriet zullen zijn, bedotten, en in de naam van de Dharma zullen misleiden. Alle mensen van toekomstige generaties die wensen de Dharma te beoefenen, lees dit schriftelijke testament van de bedelaar Padmakara en onderzoek jezelf!
Uit De kristallen guirlande van foutloze beoefening (Bron: Dakini Teachings, A Collection of Padmasambhava’s Advice to the Dakini Yeshe Tsogyal p. 150).
Pjotr Bos zegt
een reactie van iemand op de zaak R.R.
“Overigens denk ik ook een goede les voor ale sangha’s om zich te beraden op hun interne structuur. Waar ligt de macht? Wie heef financiële belangen? Hoe is de transparantie?
Laten we niet vergeten lessen te trekken.”
Pjotr Bos zegt
En inderdaad het artikel hierboven bij
Lees ook: https://boeddhistischdagblad.nl/scholen-en-centra-boeddhistisch-of-niet-boeddhistisch-vechten-met-dit-specifieke-kwaad-een-erkende-gezagsdrager-misbruikt-zijn-of-haar-ambt-voor-zelfzuchtige-doelen/
Sluit heel mooi aan bij de huidige controverse. Voor mij zeer waardevol in mijn zoektocht naar waarheid en zuivere beoefening.
Anne zegt
1 persoon met een dubieuze claim op leraarschap en de zelfbenoemde specialisten buitelen over elkaar heen. De een nog specialistischer dan de ander. De een met nog grotere noodzaak zijn gelijk en vakmanschap te bewijzen dan de ander.
In deze hele situatie blijft het opvallend hoeveel mensen zichzelf als leraar en leider van de gemeenschap opstellen in een discussie over ongeautoriseerd leiderschap. Onderwijl roepend en soms zelfs eisend dat de wel geautoriseerde leraren het geclaimde gelijk beamen en ondersteunen. Het woord moeten valt veel. De leraren moeten zich uiten en moeten dan ook vooral afstand van Rients Ritskes nemen. De leerlingen en leraren van Zen.nl moeten ook van alles.
We doen er beter aan eens te bezien hoe deze situatie ons laat zien waar onze eigen belangrijkheidsgevoelens ons toe verleiden. Het oordeel maakt het deze belangrijkheidsgevoelens en het bijbehorend gedrag alleen maar makkelijker om een claim op ons te leggen.
Als dooddoener wordt de noodzaak de waarheid boven tafel te krijgen aangevoerd als excuus. De waarheid heeft het echter niet nodig dat er allerlei specialisten opstaan die duiding aanbrengen en roepen om consequenties. De waarheid heeft echt wel genoeg aan de verslaggeving zelf.
Ron Sinnige zegt
Beste Anne, je schetst een situatie, maar onderbouwt die nergens met feiten, voorbeelden en verwijzingen. Bovendien lijkt je redenering inherent inconsistent.
Je signaleert dat het opvallend is hoeveel mensen zichzelf als leraar en leider van de gemeenschap opstellen (nogmaals, zonder feiten en voorbeelden), ‘roepend en soms zelfs eisend’. Een alinea verder begin je met ‘We doen er beter aan…’. Wat maakt die imperatieve stelling anders dan hetgeen je anderen verwijt?
Waarom focus je op ‘belangrijkheidsgevoelens’? Weet jij waarom iemand iets zegt? Zou het ook kunnen dat mensen oprecht verontwaardigd, geschokt of boos zijn? Of bepaalde dingen als onrecht ervaren? Of dat mensen gewoon openheid van zaken willen, eerlijkheid?
Waarom en sinds wanneer is de waarheid ‘een dooddoener’ en ‘een excuus’? Hoe kwalificeer jij dan een aperte leugen? En als je de waarheid een dooddoener vindt, waarom dan nog je laatste zin?
Over de wenselijkheid van duiding: waarom bestaan goede kranten?
Tenslotte, als je de kakofonie laakt, zou je er zelf het zwijgen toe kunnen doen. Daar staat geen ‘moeten’.