Bij het (her)lezen van Hein’s boeken kwam ik regelmatig mooie en treffende uitspraken van hem tegen. Zij die hem persoonlijk gekend hebben zullen zijn droge humor herkennen in sommige van zijn uitspraken. Bij het schrijven van zijn boeken in zijn laatste levensjaren kon hem enig literair talent en gevoel voor beeldtaal ook niet ontzegd worden.
In deze bijdrage heb ik Hein’s mooiste uitspraken en zinnen uit zijn eerste drie boeken gelicht. Ze kunnen tevens prima fungeren als pointers of reminders naar zijn werk. Met name uit zijn derde boek, ‘Atheïst, maar niet goddeloos’(2006) heb ik veel treffende en gevleugelde uitspraken kunnen halen; het kan de lezer die niet vertrouwd is met dat boek een indruk van de inhoud geven. Veel leesplezier!
Win Bück.
De site Leeg en Bevrijd van Win Bück is opgedragen en gewijd aan Hein Thijssen (1922-2008), de RK pastor, die op latere leeftijd kerk en Christendom vaarwel zei en op zijn zoektocht een pijnlijk innerlijk ontwakingsproces aanging. Het resultaat van dit proces was een geheelde mens, leeg van alle cerebrale ballast en volkomen bevrijd. Hierover schreef hij op tachtigjarige leeftijd het boek ‘Leeg en bevrijd, verslag van een mensenleven’ (2003).
Deze site is opgezet met als doel het verzamelen en bundelen van het gedachtegoed van Hein Thijssen en om dat te behoeden voor vergetelheid. Én om zijn inzichten en bevindingen meer bekendheid te geven en beschikbaar te stellen voor geïnteresseerden. Daartoe zijn onder de menuknop Boeken de boeken vermeld die Hein na zijn ontwaken op hoge leeftijd schreef. Onder de knop Artikels zijn verwijzingen naar de interviews te vinden die Hein gegeven heeft.
Bück wil als initiatiefnemer en vormgever van deze site graag de fakkel van Hein doorgeven. Thijssen kwam op hoge leeftijd naar buiten met zijn ontwaken en zijn inzichten. De laatste zes jaar van zijn leven begon hij hierover te schrijven (in totaal zeven boeken) en interviews te geven. Hoewel hij zelf besefte dat de koek nagenoeg op was (zijn eigen woorden) – en daarmee vrede had – had hij wellicht nog meer mensen kunnen inspireren. Hij was zo’n innemende, warme persoonlijkheid, met een indringende, verlossende en universele ‘boodschap’, dat Bück zijn gedachtegoed graag doorgeeft. Dat gedachtegoed bestrijkt het gebied tussen psychologie/pedagogiek én ware, authentieke spiritualiteit, niet te verwarren met religie of new-age spiritualiteit. Dat heeft hij gemeen met bijvoorbeeld Jan Geurtz. Beiden stellen de natuurlijke staat van de mens centraal en beiden wijzen op de misvattingen en onjuiste aannames die dat versluieren; beiden besteden ook veel aandacht aan zelfafwijzing ten gevolge van pijnlijke en verdrongen ervaringen tijdens de kindertijd, die het ervaren van die natuurlijke staat geblokkeerd hebben. Waar Jan Geurtz ware spiritualiteit benadert vanuit de Tibetaanse Dzogchen-traditie, is dit bij Hein doordrongen van ‘natuurlijkheid’ (overeenkomstig de Tao). Beiden kunnen geplaatst worden tegen de achtergrond van Nondualiteit en Advaita. Hein zelf schreef in een van zijn latere boeken een soort liefdesverklaring aan de Advaita, die hij pas na zijn bevrijding waarlijk had leren kennen.
Uit ‘Leeg en bevrijd’ (2004):
Wat ik schrijf is geen boodschap voor anderen, want ik geloof niet in boodschappen, behalve die ik moet doen in de supermarkt. (p.12)
Ik moest gewoon vaststellen dat het begrip ‘god’ me was aangepraat, in mijn geest was geplant. God was gewoon een implantaat. (p.17)
Toch heb ik tijdens mijn heel verblijf in Canada nog aan theologie gedaan, maar dan meer zoals een archeoloog kijkt naar een mummie…Theologie is denken en redeneren over god. (p.19)
Ik moest mettertijd nochtans constateren dat ‘godgeleerden’ over god bleven praten alsof zij bij hem op schoot hebben gezeten. (p.21)
Meister Eckhart constateerde ook dat voor de meeste mensen de god, die zij zich voorstellen, een soort melkkoe is. Stroomt de melk, dan is het: god, mijn vader, halleluja, en is er niets aan de hand. Maar zodra de melk niet meer stroomt, verdwijnt met de melk ook de koe. (p.24)
Stel dat een beroemd acrobaat een koord spant tussen twee wolkenkrabbers in een grote stad. Moeiteloos loopt, danst en springt hij van de ene naar de andere kant, neemt het daverend applaus in ontvangst, komt naar beneden en zegt daar tegen de toeschouwers: ‘Ik kan jullie in een kruiwagen over dat koord veilig naar de overkant rijden. Geloven jullie dat?’ Dat geloven ze allemaal. ‘Willen een paar vrijwilligers naar voren stappen?’ Ik hoef niet te vertellen hoeveel vrijwilligers die man krijgt. En toch zeggen ze allemaal dat ze het geloven. Dit verhaal geeft zo ongeveer het verschil aan tussen het ‘credo-geloof’ en een echt geloof, als een overgave van de totale mens. (p.48)
Ook van hoop blijft er na een ontwaken niet veel over. Hoop sluit verlangen en toekomst in. Het eerste is er niet meer en het tweede is net zo irreëel als het zogenaamde geloof in een levensbeschouwing. (p.48)
Zou het voor iemands persoonlijke bevrijding en het koninkrijk der hemelen noodzakelijk zijn om een examen theologische wereldbeschouwing te moeten afleggen en daarvoor ook nog te slagen? (p.59)
Kijk hier op de site Leeg en bevrijd voor meer teksten van en over Hein Thijssen.