De vijf machten zijn geloof, energie, oplettendheid, concentratie en inzicht of wijsheid. We spreken echter eerst van vermogens, voordat we van machten kunnen spreken. Thich Nhat Hanh vergelijkt deze machten met de werking van een krachtcentrale.
Het is niet omdat de krachtcentrale een bepaalde energie kan opwekken, dat er dan ook al onmiddellijk elektriciteit is. Als een krachtcentrale niet goed werkt, kan er geen energie geproduceerd worden. De vijf machten zijn eigenlijk energie in werking.
De eerste macht is geloof (shradda). Geloof is hier geen blind geloof. Het is het vertrouwen dat we krijgen wanneer we de leer van de Boeddha in praktijk brengen. Als we zien dat de leer ons helpt bepaalde obstakels te overwinnen en ons helpt geleidelijk te transformeren, dan beginnen we te geloven in de leer.
De tweede macht is ijver (virya). Als we geloven, dan worden we ijverig, dan krijgen we energie. Die ijver op zich versterkt weer ons geloof. Vroeger zei men weleens in de kerk: geloof moet je onderhouden. Dit is niet anders met de leer van de Boeddha.
De derde macht is oplettendheid (smriti) of mindfulness, wat Thich Nhat Hanh wereldwijd bekendheid heeft gegeven.
Hij vertelt dat we als kinderen bijna altijd in het hier en nu zijn en onze volledige aandacht aan één bepaalde bezigheid kunnen wijden, zoals bijvoorbeeld het eten van een ijsje of iets met lego blokjes bouwen.
Voor kinderen is geluk heel eenvoudig en ook heel makkelijk. Kinderen vertoeven met gemak in het Reine Land van de Boeddha.
Maar met ouder te worden komen ook de verantwoordelijkheden en de zorgen, en dan verdwijnt ons paradijs, ons Reine Land als sneeuw voor de zon. Dan eten we als het ware onze zorgen in plaats van ons ijsje…
We kunnen terug gelukkig leren worden als een kind, als we terug leren oplettend te zijn. We moeten terug oog leren krijgen voor alle voorwaarden tot geluk die reeds in en rond ons aanwezig zijn.
Om inzicht te krijgen in een bepaalde situatie of in onze emotionele reacties, moeten we oplettend zijn. Meditatie versterkt deze oplettendheid, maar ook bijvoorbeeld het met volle aandacht wandelen of het uitvoeren van alledaagse klusjes, zoals de vaat doen.
Oplettendheid brengt ons bij de vierde energie: concentratie (samadhi). Concentratie vloeit voort uit oplettendheid. Hoe oplettender we zijn in ons dagelijks leven, hoe groter onze concentratie wordt.
De vijfde macht is inzicht of wijsheid (prajna). Het is het vermogen om helder te zien. We krijgen inzicht op hoe iets werkelijk is.
In ons opslagbewustzijn (alaya) liggen de zaadjes van deze vijf machten. Het is de bedoeling dat we enkel de goede zaadjes water geven, zodat ze aan de oppervlakte kunnen komen en kunnen groeien. Komt er toch een slecht zaadje naar boven, dan moeten we daar geen aandacht aan geven, zodat het terug naar ons opslagbewustzijn kan afdalen.
De vijf machten vormen samen het zaad van de boeddhanatuur in elk van ons. In feite, zegt Thich Nhat Hanh is er ook nog een zesde macht, namelijk capaciteit of alomvattendheid (kshanti).
De capaciteit om gelukkig te zijn is heel waardevol. Iemand die in staat is, zelfs wanneer hij of zij met moeilijkheden geconfronteerd wordt, gelukkig te zijn, heeft de capaciteit om zichzelf en de mensen rond hem of haar vreugde te schenken. Als een sangha één zo’n persoon heeft, iemand die in alle omstandigheden kan glimlachen, gelukkig kan zijn en geloof kan hebben, dan is het een goede sangha volgens Thich Nhat Hanh!
Tekst Heidi Verwimp.