Twee monniken zaten te mediteren. De meester zei: ‘De houding van de ene is goed, die van de andere niet.’ Vanaf dat moment bekeken ze elkaar met argusogen.
Na tien dagen hielden de monniken het niet meer uit. Ze meldden zich bij de meester en vroegen met trillende stem: ‘Wie van ons heeft de juiste houding en wie niet?’ De meester barstte in lachen uit en zei: ‘Jullie geloven ook alles.’
De monniken keken hem ontredderd aan. Toen de meester hen wegwuifde, barstten ze op hun beurt in lachen uit. De meester zette grote ogen op. De monniken joelden: ‘U gelooft ook alles.’
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.