Wie zegt dat je moet oefenen?
Monnik: Wat is de weg?
Meester: Daar gaan we weer.
Monnik: Het leven van alledag is de weg.
Meester: Wat doe je dan hier?
Monnik: Oefenen natuurlijk.
Meester: Voor het leven van alledag?
Monnik: Klinkt belachelijk.
Meester: Ik wou het niet zeggen.
Monnik: Wat moet ik anders oefenen?
Meester: Wie zegt dat je moet oefenen?
Monnik: Wat doe ik hier anders?
Meester: Vragen stellen?
Monnik: Wat is dan de weg?
Meester: Jij met je weg.
Monnik: Ik wil wat doen.
Meester: Je doet niet anders.
Monnik: Dan wil ik wat laten.
Meester: Je kunt niet anders.
Monnik: Wat laat ik dan?
Meester: Alles wat je niet doet.
Monnik: Dat is zowat alles.
Meester: En alles wat je doet.
Monnik: Ik laat alles wat ik doe?
Meester: Je laat het doen zijn gang gaan.
Monnik: Ik wil zelf wat doen.
Meester: Wat doe je eraan.
Monnik: Ik wil wat leren.
Meester: Leer dat dan maar af.
Monnik: Ik wil ergens heen.
Meester: Je bent al ergens.
Monnik: Ik wil hier weg.
Meester: Wat is de weg?
Monnik: Daar gaan we weer.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.