Ergens in een klein ongerept landje achter de duinen… Sorry, in de majestueuze Himalaya’s — daar weet men werkelijk wat geluk is…
Waar of niet waar? Maak kennis met Bhutan en het Bruto Nationaal Geluk — wat is fictie en wat is werkelijkheid?
In 1972 introduceerde koning Jigme Singye Wanchuk van Bhutan het begrip Bruto Nationaal Geluk als leidraad voor de ontwikkeling van zijn land. In 2004 vond in Bhutan de eerste International Conference on Gross National Happiness plaats met Nederlandse financiële steun. Het idee daarbij was dat Bhutan met deze ideeën iets kon teruggeven voor de geldelijke steun. Op 19 juli 2011 nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op initiatief van Bhutan een resolutie aan die de VN een rol toekent bij het ontwikkelen van betere indicatoren voor welzijn en geluk.
Hoe je het wendt of keert, Bhutan is een van de voortrekkers bij het internationaal op de kaart zetten van het thema Bruto Nationaal Geluk. Ook in Bhutan zelf speelt ‘geluk’ een centrale rol bij het richting geven aan de nationale ontwikkeling. Kom daar eens om bij andere ontwikkelingslanden.
Bhutan wordt dan ook vaak als voorbeeld genoemd voor een rijk, maar materialistisch land als Nederland, dat nog steeds vooral op basis van het Bruto Nationaal Product zijn koers zou uitzetten. Op de achtergrond speelt dan de gedachte mee dat de Bhutanezen, anders dan wij, allang hebben begrepen dat ons geluk niet van zozeer van geld, alswel van andere zaken afhankelijk is.
Het gevaar van dit beeld is echter dat we in een idyllisch sprookje gaan geloven, waarmee we het streven naar geluk in ons eigen land niet verder helpen.
Laten we, om te beginnen, eens met een bredere blik naar Bhutan kijken. Bhutan is een van de minst ontwikkelde landen ter wereld. Het is niet alleen arm, het heeft nog maar net een feodaal tijdperk achter zich gelaten. Om een idee te geven:
Het overwegend boeddhistische Bhutan kende een lange traditie van slavernij en lijfeigenschap in allerlei vormen, die pas in 1958 door een vooruitstrevende koning is afgeschaft. Het land is eeuwenlang geregeerd door een Tibetaans-boeddhistische elite. Het grootste deel van de bevolking is oorspronkelijk afkomstig uit Birma en wat nu de Indiase deelstaat Assam is, en heeft de cultuur van het Tibetaans boeddhisme gaandeweg overgenomen.
In het zuiden van Bhutan immigreerden daarnaast vanaf eind 19e eeuw veel bewoners afkomstig uit Nepal. Sommigen kwamen op eigen initiatief, anderen werden vanuit Bhutan geworven als arbeidskracht. Sommigen kwamen legaal, anderen illegaal. En ze bleven trouw aan hun Nepalese cultuur. Bhutan daarentegen stond er op, deels uit angst voor afscheiding en politiek conflict, dat ze integreerden in de Bhutanese taal en cultuur.
Om een lang verhaal kort te maken, er ontstonden toenemende etnische spanningen, die uitmondden in een heftig en gewelddadig conflict, waarbij in de jaren negentig meer dan 100.000 Nepalezen (al dan niet gedwongen) het land ontvluchtten.
Ze werden opgevangen in vluchtelingenkampen door de VN. Tienduizenden van hen zijn daarna toegelaten in landen als de Verenigde Staten, Canada en Noorwegen (en, als ik het goed heb, ook een klein aantal in Nederland). Andere tienduizenden leven nog steeds in vluchtelingenkampen in Nepal. Dit alles is, goed gedocumenteerd, terug te vinden op bijv. Bhutanese Refugees) of kijk eens op de protestsite bhutaneserefugees.com.
Dit maakt Bhutan niet echt tot voorbeeld voor een democratisch land als Nederland.
Positiever zijn niettemin de volgende ontwikkelingen.
◾Op initiatief van de koning zelf heeft Bhutan zich ontwikkeld tot een constitutionele (dus democratische) monarchie.
◾In 2007/2008 zijn de eerste landelijke verkiezingen gehouden.
◾In 2008 is er een Grondwet aangenomen.
◾En in 2011 vonden de eerste lokale verkiezingen plaats.
Dit alles is mooi, maar ook nog pril en groen. Wat betreft de Nepalese vluchtelingen, dat onderwerp is in de Bhutanese politiek nog steeds enigszins taboe. Hun geluk wordt letterlijk niet meegeteld.
Hoe gaat Bhutan verder om met geluk in eigen land?
Het bevorderen van omstandigheden die het Bruto Nationaal Geluk ten goed komen, is expliciet opgenomen in de nieuwe Grondwet. De uitkomsten van de officiële geluksmetingen, worden beschouwd als een richtingwijzer voor het landelijke en regionale beleid. Veel meer, bijvoorbeeld of het echt werkt, lijkt er in dit stadium nog niet over te zeggen.
Hoewel het land dit geluksbeleid op zijn eigen manier vormgeeft, maakt Bhutan nog steeds gebruik van buitenlandse financiële steun, bijvoorbeeld van de VN en Canada, bij het verzamelen en het verwerken van de gegevens over geluk. Dat is geen schande overigens, als je een van de armste landen ter wereld bent.
Bhutan meet geluk niet zoals dit algemeen gebruikelijk is. Dus niet als ‘subjectief geluk’ ofwel het antwoord op de enquêtevraag naar iemands ‘tevredenheid met het leven’. Bhutan ziet geluk als een combinatie van allerlei, ook sociale, factoren en omstandigheden.
Wij zouden zeggen: het beschouwt de geluksindicator als een index, net zoals ons Sociaal-Cultureel Planbureau bijvoorbeeld tweejaarlijks de leefsituatie-index berekent. Ook die bestaat uit allerlei onderliggende factoren, van huisvesting tot gezondheid tot inkomen. Voor wie ze wil vergelijken, zo doet Bhutan het (zie de Case Study Bhutan in het tweede deel van het World Happiness Report) en zo doet Nederland het (zie bijv. het proefschrift van Jeroen Boelhouwer over de leefsituatie-index of de meest recente ‘De Sociale Staat van Nederland’ van het SCP).
Het is onhandig dat Bhutan niet óók het ‘subjectief geluk’ op de gebruikelijke manier heeft gemeten. Hierdoor valt het geluk in Bhutan moeilijk met dat in de rest van de wereld te vergelijken.
In plaats daarvan hebben de Bhutanese statistici echter wel een andere vraag over geluk gesteld, die overeenkomt met die uit het European Social Survey (ESS). Daardoor kunnen de Bhutanese geluksuitkomsten in elk geval worden vergeleken met de landen die dáárin voorkomen:
Bhutan behaalt dan een gemiddeld geluk van 6.05 op een schaal van 1 tot 10. Dit is lager dan het gemiddelde uit het hele ESS-onderzoek, en een flink stuk lager dan ons land, maar hoger dan Rusland, Oekraïne en Bulgarije. Het is iets hoger dan India en een stuk hoger dan Nepal, China en Bangladesh. (Zie p. 15 van het World Happiness Report.)
Alles overziend, zou je kunnen zeggen:
Het is interessant om de ontwikkelingen rond geluk in Bhutan te volgen, al zijn ze minder uniek dan we denken.
Bhutan moet nog een hele ontwikkeling op democratisch gebied doormaken, die wij al achter de rug hebben.
Zelfs als we de ontwikkelingen in Bhutan met (kritische) sympathie bejegenen, lijkt me niet dat we dit land als ons voorbeeld op het gebied van geluk moeten beschouwen. Bovendien maken we daardoor nog een andere fout: we gaan compleet voorbij aan wat er in de rest van de wereld op dit gebied al gebeurt.
Al vanaf de jaren zeventig meten moderne, westerse landen als Nederland allerlei zaken die met ons geluk en welzijn te maken hebben. Het Sociaal-Cultureel Planbureau is zelfs speciaal daarvoor in 1973 opgericht.
In het kader van de Verenigde Naties wordt al sinds 1990 de Human Development Index (HDI) gebruikt, die mede ontwikkeld is door de bekende Nobelprijswinnaar in de economie Amartya Sen. De HDI gaat, strikt genomen, niet over (subjectief) geluk, maar wel over belangrijke voorwaarden daarvoor.
Vanaf eind vorige eeuw is er bovendien een sterke roep om andere indicatoren van nationale vooruitgang dan alleen de economische vanuit de Europese Unie (EU, zie het “Beyond-GDP”-initiatief) en vanuit de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO, zie de “Better Life Index” – ook leuk om zelf mee te spelen).
Dit zijn stuk voor stuk organisaties, waar Bhutan, eh, sorry: Nederland zelf, een volwaardige rol in speelt. Het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) speelt als voortrekker van het Europese e-frameproject zelfs een hoofdrol.
Maar al deze initiatieven waar Nederland zelf in meespeelt (en de aanleiding daartoe!), zijn wij – sinds de financiële crisis – alweer vergeten.
Onze statistische en planbureaus weten van alles over geluk. Het probleem is niet dat wij het voorbeeld van Bhutan niet volgen, het probleem is dat wij niet beseffen hoeveel kennis over geluk wij in ons eigen land allang tot onze beschikking hebben — en dat we dáár niets mee doen.
Drs. Akshaya de Groot (58) is zelfstandig publicist, spreker en adviseur, evenals docent ‘Sturen op Geluk in het publieke domein’ aan de Erasmus Universiteit. Hij noemt zichzelf geluksdoctorandus.