Je hoort er niet zo veel meer over, maar in de jaren negentig was het een hype: zen en psychotherapie. Ik heb toen het onderstaande artikel geschreven, wat nog al wat commotie teweeg bracht.
Nu is nog steeds hetzelfde aan de gang, maar nu met de nadruk op mindfulness. Dr. Jon Kabat-Zinn, de grondlegger van mindfulness, heeft de zevende stelling van het achtvoudige pad uit zijn boeddhistische context gehaald en ontwikkelde daaruit de mindfulnesstraining. Artsen en psychotherapeuten schrijven momenteel steeds minder mindfulness voor. Tegenwoordig kun je bij de thuisonderwijsinstantie LOI zes lessen mindfulnes volgen met afsluitend een studieverklaring. In een folder in de wachtkamer van mijn huisarts las ik dat bij lichamelijke pijnklachten, mentale klachten, depressie en burn-out mindfulness een goede therapie kan zijn. Met een aanvullende ziektekostenverzekering worden zes lessen vergoed.
Hier wordt een element uit de boeddhistische religie omgebogen naar een medische therapie.
Zen en psychotherapie
Het karakter zen is afgeleid van het sanskriet woord Dyhana, wat meditatie betekent. De oorsprong van zen is het boeddhisme, dat zo’n 2500 jaar geleden is ontstaan doordat prins Siddharta zichzelf Boeddha, de ontwaakte noemde. Hij betitelde zich zo toen na een lange en intensive trainingsperiode een realisatie optrad van ontwaakt te zijn. De methode die hij hiervoor gebruikte is niet een techniek die hij als eerste ontdekt heeft. Er wordt in boeddhistische geschriften melding gemaakt van tenminste zes ntwaakte personen vóór de historische Boeddha. De eer die de historische Boeddha ten deel valt is dat hij de eerste boeddhistische school heeft gesticht. Zo is de meditatietechniek tot op heden levend gebleven. Zij die zich met deze techniek bezig houden, of er mee sympathiseren, noemen zich boeddhisten.
Zo zijn er vele groeperingen die min of meer de zelfde technieken beoefenen maar vanuit een andere cultuur of traditie. In mijn ogen is een zuiver christendom, Hindoeïsme, Islam, enz. niet meer dan een methode of techniek om tot, laten wij zeggen, waarheid te komen. Je kunt niet stellen dat de ene religie beter is dan de andere, op z’n hoogst dat de ene techniek je meer aanspreekt dan de andere. Als je daadwerkelijk op zoek gaat naar de waarheid; welke methode je ook gebruikt, dan zal je die vinden. En hoe je die waarheid ook noemt er is maar één waarheid.
Net zo als een appel alleen maar een appel kan zijn en niet tegelijkertijd een vulpen, ongeacht hoe je het ding (appel) ook noemt, het blijft wat het is. Zo is er dan ook alleen maar één universele waarheid. Dat is er de oorzaak van dat men in verschillende religies de min of meer zelfde symbolen en ceremonies aan treft. Om een voorbeeld te noemen: “De Egyptische kromstaf ‘Heka’ en de vliegenklap ‘Nechech’, de waardigheids symbolen van Toetanchamon vindt men in het christendom als bischopsstaf en wijwaterkwast terug. In het (zen) boeddhisme heet de kromstaf ‘Kotsu’ en is de vliegenklap (Futsuko) een aan een verfraaid handvat bevestigde paardenstaart.
Veel wetenschappers ontlenen aan hun titel gezag om met onvoldoende kennis van zaken een waarheid te verkopen om hun positie veilig te stellen. Toen ik met mijn zentraining begon deed ik op dinsdagavond zen en de rest van de week had ik andere bezigheden. Ik noemde mij zenboeddhist en hiermee kromp mijn wereld ineen tot het kleine handje vol mensen dat ook zen beoefende. Ik liet duidelijk merken dat ik anders was dan anderen. Maar het eigenaardige van de zentraining is dat er zicheen soort negeren ontwikkelt, van dat wat wij de persoonlijkheid of het ego noemen. Ik hoefde mij steeds minder te manifesteren en kon mijn zen-boeddhistische masker langzaam laten zakken. Naarmate ik langer met zen bezig was, des te minder kon ik antwoord geven op de vraag wat zen was.
Een aantal jaren later kon ik nog steeds geen goed antwoord geven op die vraag. Maar wat er veranderd was, was dat ik niet wist wat ik geen zen zou kunnen noemen. Ik probeerde er een begrip of een besef voor te vinden, maar zelfs de termen “leven of ruimte” schoten hierin te kort. Langzaam kwam er een besef van: alles is zen, zen is alles omvattend. Maar zen was ook maar een naam, het had netzo goed christendom, of het Jodendom is alles omvattend kunnen zijn. Op dit punt aangekomen ontglipte mij het rationeel denken. Ik besefte dat er niet buiten de alles omvattende waarheid valt te treden en besefte dat dit alleen van binnen uit zou zijn te beschouwen. Hier stortte mijn zoektocht naar de waarheid in. Ik had jaren lang geprobeerd om pijn, verdriet, ziekte, dood, enz. te ontstijgen, en besefte nu dat ik er één mee was, ik stond met mijn rug tegen de muur. Alles waarvoor ik op de loop was gegaan haalde mij nu in. Ik was een doodlopende straat ingelopen. De allesomvattende waarheid, daar valt niet buiten te treden. Het enige wat ik nog kon doen was mij er aan overgeven, er op af lopen en het omarmen.
Om dit besef uit te diepen beoefen ik nog steeds de zen-boeddhistische meditatietechniek. Mijn beroep is monnik, het woord beroep komt van roeping, dat wil zeggen er is een roep waaraan je geen weerstand kunt bieden. Een beroep daar ben je vierentwintig uur van de dag mee bezig. Alles omvattend, totaal.
Psychotherapie
Dan terug waar ik deze tekst mee begon. Het herfstnummer 1999 van het kwartaalblad Zen is in z’n geheel gewijd aan zen en psychoterapie. Wat die twee zaken met elkaar te maken hebben is mij in het geheel niet duidelijk. Naar ik begrijp is psychoterapie een methode om die psychisch lijden door middel van gesprekken te genezen. Ik neem aan dat dit een werkzame methode is die volledig binnen de psychiatrie geacsepteert wordt. Ik kan mij ook goed voorstellen dat een psychoterapeut zen beoefent, en dat je vanuit zen heel goed je beroep kunt uitoefenen. Maar dat wat alles omvattend is in je beroep plaatsen dat wil er bij mij niet in. In menige aankondiging voor zenretraits staat vermeld dat de begeleider of begeleidster dieptepsycholoog, psychoterapeut of haptonoom is.
Ik heb nog nooit zien staan dat de begeleider bakker, postbode, of directeur van Unilever is.