Regelmatig beklaagden de monniken zich bij de hoofdmonnik over het fantasieloze onderricht van de meester. ‘Wacht maar,’ zei hij, ‘Ik zal hem weleens aan de tand voelen.’
De hoofdmonnik ging naar de meester en vroeg: ‘Hoeveel ballen heeft een os?’ De meester stak een vinger op. ‘Hoeveel benen heeft een ros?’ De meester stak een vinger op. ‘Hoeveel druiven heeft een tros?’ De meester stak een vinger op. ‘Hoeveel bomen heeft een bos?’ De meester stak een vinger op. ‘Al uw tanden zitten los.’ Geschrokken voelde de meester in zijn mond. De hoofdmonnik stak een vinger op en zei: ‘1 april’.
Nooit stak de meester meer een vinger op.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.