Binnen een week werd ik meegesleurd door een science-fiction-boek, bezocht ik een intrigerende expositie hedendaagse kunst, en las ik een interessant interview met een theologe. Zoek de overeenkomst!
Het SF-boek heet ‘Ancillary Justice’ (Nederlandse vertaling: ‘Het recht van de Radch‘) en is geschreven door Ann Leckie. Dit debuut verscheen drie jaar geleden en werd overladen met prijzen. Wat mij boeit is de mogelijkheid van onmogelijkheden. Zo is de hoofdpersoon, die leeft in een tijd een paar duizend jaar na nu, in feite meer personen. Die hebben elk hun verhaallijn – een verrassende verteltechniek. Leckie trakteert je op meer ondenkbare denkbaarheden.
De tentoonstelling is te zien in Witte de With, Center for Contemporary Art, in Rotterdam. Er doen verschillende kunstenaars aan mee, die allemaal iets uitproberen waarvan je je afvraagt: hoe bedenken ze het? Een paar zalen staan vol speelgoedbeesten, vooral beren, in alle maten. In de (onmisbare) toelichting staat dat het de kunstenaar, Charlemagne Palestine (what is in a name?!), gaat om een ‘God-Bear Museum Model‘. De beren suggereren een link met sjamanisme.
In dezelfde week bracht Trouw, in een serie over scepsis, een interview met theologe Christiane Berkvens-Stevelinck. Boven het artikel staat de vraag ‘Hoe weet je eigenlijk dat God bestaat?’. Berkvens constateert dat Gods bestaan niet te bewijzen valt. Maar gelovigen ervaren dat iets groters hen draagt. Elke poging om dat ‘iets’ te benoemen is een reductie, een amputatie. Sceptisch moet je zijn ‘over de pretentie dat je het geheel zou kunnen overzien’. Iets onzegbaars kun je niet vastleggen.
Leckie, Palestine en Berkvens: Zie de mens! Een grensverkenner met een antenne voor het onmogelijke, het ondenkbare, het onzegbare. Een dier met de gave van de rede, maar ook met zicht op het land achter de horizon die de rede intekent. Mooi speel-goed-beestje!
zeshin zegt
Mag ik als antwoord een onbeschaamd versje schrijven,….
VERDWAALD IN DE KROCHTEN VAN DE GEEST.
In mijn boekenkast vol boeken
Op het wereld wijde web
Ik heb eindeloos lopen zoeken
Naar het antwoord wat ik niet heb
Met een telescoop
Zocht ik in het heelal
Door een microscoop,
Ik vond niemendal
Tot ik mijn oog verloor
Waar ik mee kijken kon
zocht alles buiten mij
Speurend naar de bron
Terwijl het oog waar
ik alles mee zag
Zo dichtbij, in mij lag