De afgelopen vijf jaar zijn in India bijna tweehonderd beelden gestolen van Mahavira en de Boeddha. Ze zijn in handen gekomen van smokkelaars en handelaars in antiek. Volgens politieambtenaren worden veel gevallen van diefstallen nooit gemeld wegens gebrek aan kennis van hun waarde op de internationale markt.
De meeste van de gestolen beelden zijn gemaakt van een legering van goud, zilver, koper, zink, lood, tin, ijzer en kwik, naast het zeldzame marmer, koper en andere metalen. Ze verdwenen uit tempels en andere heiligdommen. De politie is niet in staat gebleken de dieven en de beelden te achterhalen. Op de internationale antiekmarkt is grote vraag naar deze beelden.
Vardhamana Mahavira was de grondlegger van het jaïnisme. Volgens de jainistische mythologie bestaat het jaïnisme al duizenden jaren, en was Mahavira slechts de 24e en laatste grote religieuze leraar (“tirthankara”) van de huidige era. Mahavira leefde in het noorden van India, volgens de traditie tussen 599 en 527 v.Chr.. Historici nemen aan dat hij waarschijnlijk in de 6e of 5e eeuw v.Chr. leefde, iets eerder dan Gautama Boeddha, de stichter van het boeddhisme.