De Olympiade is vanouds het belangrijkste sportevenement. De geschiedenis gaat terug tot de oude Grieken die dit sportfestijn als een religieus evenement beleefden. Een uitverkoren hardloper bracht het vuur naar de Olympus , de heilige berg. Het was een heilig vuur. Sport had een spiritueel karakter. De bedoeling was duidelijk en men deed er alles aan om deze spirituele rijkdom in ere te houden.
Het karakter van de Olympische Spelen als hoogste sportevenement is behouden gebleven, althans aan de buitenkant, want van de spirituele rijkdom is niet veel meer over. De beleving van het spirituele karakter van onze fysieke kracht is verloren geraakt. Geld en macht krijgen een steeds belangrijkere invloed op de sport, die dreigt te vervallen tot een economische aangelegenheid en een politieke machtsstrijd. De beloningen van sportprestaties overtreffen vaak in hoge mate de inkomens op andere terreinen. Bij topsport gaat het vaak gaat meer om het geld dan om de sport. Een duidelijk beeld hiervan zien we bij het professionele voetbal, waar het om miljoenen gaat.
Het recreatieve karakter van de topsport en Olympiade kan niet ontkend worden en is ook heel waardevol. Uit de opening van de Olympiade blijkt de Olympiade waardevol te zijn voor de eenwording en zelfbewustwording van de volkeren. Sporters uit de hele wereld krijgen de gelegenheid om elkaar tijdens de wedstrijden te ontmoeten en vrienden te worden. Het is daarom van het grootste belang om vervuiling van de Olympiade door corruptie en machtspolitiek te voorkomen en bestrijden.
De resultaten van de topsport zijn ook een bron van inspiratie voor de sportbeoefening in het algemeen. Het draagt bij aan de volksgezondheid en ons menselijk welzijn. Voor de jeugd is het belangrijk voor het kweken van een sportieve levenshouding. Daarom dienen we ons goed te realiseren dat sport meer is dan geld verdienen en macht verwerven. Een sportieve houding is een onmisbare onderdeel voor ons welzijn maar het is niet ons levensdoel. Het is wel een belangrijk middel in ons leven die we niet moeten vervuilen door geld en macht.