De karakteristieken van alles wat een fysieke vorm heeft en bewustzijn bezit zijn veranderlijkheid, onbevredigdheid en onstabiliteit. Anicca, dukkha en anatta vormen de essentiële kenmerken ervan.
Door aandachtig te mediteren ervaren we wat er gebeurt met ons lichaam; met onze gewaarwordingen/gevoelens; met onze geest en met de objecten van onze geest.
Uiteindelijk zien we dat ‘wij’ dat niet zijn. Dat het uitsluitend fysieke en mentale processen zijn.
Vipassana-beoefening leert ons uit directe ervaring dat wijzelf en onze omgeving voortdurend in beweging zijn. Dat niets ‘vast’ is. Dat maakt alles relatief. Daarom ook drong de Boeddha er meermaals op aan om er geen zienswijzen of ideologieën op na te houden.
Zo o.m. in de Mahaviyuha Sutta:
‘De wijzen laten alle bindingen met de wereld los. En als er geschillen ontstaan, kiezen zij geen partij. Vreedzaam te midden van de agiteerden, blijven ze gelijkmoedig.’
Siebe zegt
In heel wat suttas wordt een Boeddha gepresenteerd die aandringt op juiste zienswijzen zoals: er is vader en moeder (dus het is niet de bedoeling te denken dat er alleen maar fysieke en mentale processen zijn maar je bent ook een uniek persoon ‘met aan vader en moeder, iemand met een uniek verleden, unieke ervaringen, eens geboren, kind van een vader en moeder), er is wedergeboorte, er is kamma en vrucht van kamma, er zijn mensen die deze wereld en de andere wereld kennen, enzo). (MN117 en andere)
Hoewel dit niet geheel bevrijdend is, is het wel verdienstelijk. En visies die hiermee niet overeenstemmen worden verkeerde visies genoemd door de sutta Boeddha. Daar moet je actief afstand van doen want ze zijn onverdienstelijk leren de suttas.
Suttas leren ook niet dat juiste visies slechts vaardige middelen zijn. Nee ze leren ook dat er echt zoiets is als wedergeboorte, karma en vrucht van kamma etc. Dus deze visies worden ook gepresenteerd als in overeenstemming met hoe de zaken gaan en bestaan in de wereld.
De suttas presenteren ook echt een Boeddha die actief in discussie ging met andere leraren die andere zienswijzen er op na hielden. Een leraar die kamma afwees noemde hij volgens de overlevering zelfs een val voor wezens, een lege holle man.
Verkeerde visies verwijzen naar een verkeerd begrip van zaken en dat leidt tot ellende. Visie is altijd meer belangrijk dan intentie want intentie zijn gebaseerd op hoe je zaken begrijpt. En als dat verkeerd is, kan je intentie wel goed zijn maar het resultaat is ellende (AN1.314 en 315).
Het is zoals met karma. Een Boeddha is voorbij goed en slecht karma maar toch onderwijst hij het belang van positief karma.
Dat moet je nooit verwaarlozen leert ook mahayana.
Hetzelfde met visie. Je moet nooit lichtzinnig denken over juist wereldlijke visies ook al is een Boeddha ook daar uiteindelijk aan voorbij.