Eerst zei Joseph dat hij op bezoek was bij zijn broer. Deze broer was wegens geestelijke problemen opgenomen in een psychiatrische instelling.
Even later kwam er wat moeizaam uit dat Joseph zelf ook behandeld was, in dezelfde inrichting als zijn broer. Alleen was Joseph na een paar dagen weggelopen. Hij meldde dat in het typische charmante Nederlands van de Westelijke Mijnstreek. Een winkelwagentje met een grijze deken en enkele plastic tassen met bezittingen wezen inderdaad op een huisvestingsprobleem. Allocatie, zeggen psychologen.
Zijn binnensmondse spreken was kenmerkend voor veel daklozen die ik eerder ontmoette. De vriendelijke Joseph – hij kreeg 50 cent van een passant – maakte van zijn hart geen moordkuil.
Zijn beperkte scholing, LOM-onderwijs, en de soort onbevangen naïviteit die koninginnen van de straat zoals hij aan zich hebben kleven, maakten hem in zijn communicatie open en direct. Eerder vandaag las ik een interview met Lou Reed (Velvet Underground) die zoals bekend solo veel liedjes schreef over types die op Joseph leken, onder wie Lou Reed zelf.
Luister naar New York en Transformer voor het plaatje. All Tomorrow’s Party’s, gezongen door Nico van The Velvet Underground, doet ook een duit in het zakje.
Thuis in Geleen was Joseph al dakloos geweest. Gevraagd naar de reden van zijn korte opname in de GGZ-instelling somde hij op: psychoses, cocaïne en gezien zijn voorraad Amstel – ik kreeg een blikje – misschien ook om de drank.
Daarbij was de opvallend kortbenige veertiger of vijftiger vorige week in Sittard hard geslagen – zonder aanleiding, zei Joseph – door een man met een ring met een doodshoofd erop. De ring had als boksbeugel gefungeerd. “Hij probeerde me de schedel in te slaan”, aldus Joseph. “Het was geen dealer.”
De ziekenhuispleister rechts op zijn schedel toonde hij ongevraagd. Exact dezelfde pleisters van de Duitse firma essity (Leukomed) draag ik om een herstellende wond aan mijn rechterduim. Nat weer, en steeds herhaalde handbewegingen om de thuisrolstoel vooruit te rijden, waren de oorzaak van de schuurplek die ging ontsteken.
De kwaliteispleisters die Joseph en ik dragen worden gemaakt door BSN medical GmbH aan de Schutzenstrasse 1-3 in Hamburg. De verpleegkundige deed er in mijn geval ook meteen een potje vaseline bij. De vaseline gebruik ik tegen frostbite als het buiten koud is. Ik smeer er mijn gezicht mee in voor ik wegga.
Josep deed zijn plasje tegen een muur. Gevraagd of hij poptempel de Hanenhof in Geleen kende zei hij: “Ik stond graag bij de artiesteningang.” Straatkoningin Joseph was denk ik geen starfucker of handtekeningenjager, maar de Lou Reed van Geleen, en vandaag van Venray. Hij moet iets herkend hebben in de musici die hij bekeek, bij de artiesteningang van de Hanenhof.
In de Hanenhof zag ik twee concerten: van The Red Hot Chilli Peppers en Marillion. Under the Bridge van The Red Hot Chilli Peppers gaat ook al over Joseph, maar net niet over mij. Het heeft niet veel gescheeld, ik geef het toe.
Tenslotte wil ik kwijt dat Joseph een broer had kunnen zijn van de beste bassist die Queens of the Stone Age ooit inhuurde. Hij leeft ook nog, al werd hij ontslagen wegens nog onmatiger drugsgebruik dan de rest van de band.
Weer thuis vraag ik me al tien minuten af waarom ikzelf nooit geslagen ben door een man met een doodshoofdring, om me een schedelbreuk te bezorgen. Ik was er roekeloos genoeg voor. Anderzijds overweeg ik al jaren om katholiek of homofiel te worden, en dat wil ook maar niet gebeuren.
Binnenkort is het Kerstmis. Lach naar Joseph als u hem passeert, maar sla hem niet.
Geef een reactie