(2015)
Nadat mijn psychose in 2008 met succes was behandeld bij de crisisdienst van de GGZ in Amsterdam, nam een psychiater in Oud-Zuid het over. Hij was iets jonger dan ik en had een zorgelijk gezicht. Ik droeg motorlaarzen en een bouwvakkersbroek.
De psychiater zei: „Zullen we het over uw jeugd hebben? Volgens mij voelt u daar veel bij.”
Ik zei dat ik over mijn manisch-depressieve stoornis wilde praten. Hoe je daar mee om kan gaan.
De psychiater: „Volgens mij weet u daar meer van dan ik.”
Ik stelde voor de behandeling te beëindigen. Vlak bij mijn huis in Buitenveldert vond ik via Google een GGZ-kliniek voor bipolaire stoornissen. Daar ging ik twee jaar iedere maand naar toe, voor een 10 minuten-gesprekje met een psychiater in opleiding. Na die twee jaar was ik niet verder. Er werd nog steeds getwijfeld tussen bipolair, schizo-affectief of iets anders. De uiteindelijke diagnose, bipolair type1 – dus met depressie, manie en psychose – werd pas in 2010 gesteld door de competente psychiater van de verslavingskliniek in Venray.
Mij was in de Amsterdamse bipo-kliniek herhaaldelijk beloofd dat er aan nadere diagnostisering zou worden gedaan. Maar dat gebeurde niet. Na 2 jaar maakte ik gebruik van mijn recht om mijn behandeldossier in te zien. Pas na hevig tegenstribbelen door de kliniek, mocht ik het dossier op een laptop lezen, in aanwezigheid van mijn sociaalpsychiatrisch verpleegkundige, W., een dertiger die het altijd met me over mijn huwelijk wou hebben. Ik niet met hem.
Er bleek nauwelijks iets vastgelegd te zijn. Wel las ik: „Mijnheer Pijls ziet er vandaag niet zo verzorgd uit.”
Ik diende een klacht in bij de kliniek wegens medische nalatigheid. De klacht werd door een commissie in behandeling genomen. Vlak voor de zitting kreeg ik te horen dat voortzetting van de behandeling het doel was van de klachtencommissie. Maar ik wou kappen daar, en een berisping voor het hoofd van de kliniek, een ijskonijn van een vrouwelijke psychiater, die ik 1 keer sprak.
Dus ik trok de klacht in, stopte de behandeling en kreeg steeds meer last van mijn stoornis. Ik schrijf dit op om duidelijk te maken hoe laks delen van de GGZ opereren. En hoeveel tijd en geld er wordt verkwist, door incompetente psychiaters en van die meisjes in opleiding, altoos met die koele blik in de ogen.
De psychiater bij de crisisdienst was trouwens wel geweldig. Ze had zelf ook een psychose gehad, wat me enorm geruststelde.
Minister Edith Schippers zou geen GGZ-bedden moeten wegbezuinigen, maar de opleiding tot psychiater drastisch moeten hervormen. De psychiater van nu zou zijn patiënt moeten vertellen dat je kunt herstellen van een stoornis. Die psychiater zou hardop toegeven dat nog vrijwel niets bekend is van de wortels van stoornissen in de hersenen. Tenslotte zou de patiënt te horen krijgen dat medicatie nooit geneest en ziekmakender kan zijn dan de kwaal.
Maar zo ver zijn we nog niet, al is er een licht anarchistische bottom up-beweging gaande op het web en tijdens congressen van zelfbewuste patiënten die de verantwoordelijkheid voor hun behandeling en leven zelf in handen hebben genomen. De regie hoort zo mogelijk bij de patiënt, niet bij de psychiater.
Zelf leef ik tegenwoordig ook zo. Ik had het eerder moeten doen.