I
rode dahlia’s
mijn balkon een paradijs
voor deze hommel
II
In mijn oud dorpje
leven mijn ouders – heel hoog
zoemen de insecten.
Wat deze haiku’s gemeenschappelijk hebben is de zeugma (spreek uit: zuig-ma).
Het woord zeugma komt uit het Oudgrieks en betekent “verbinding”. Een zeugma is een stijlfiguur waarbij één woord twee totaal verschillende begrippen verbindt.
Bijvoorbeeld: voer eendjes, geen oorlog. Of: hier zet men koffie en over.
De zeugma komt ook voor in de haiku. Dan verbindt het de eerste twee regels, of de laatste twee.
In de eerste haiku krijg je dan: rode dahlia’s – mijn balkon een paradijs / voor deze hommel.
Of: rode dahlia’s / mijn balkon een paradijs voor deze hommel.
In de tweede haiku is de zeugma wat lastiger te vinden:
In mijn oud dorpje leven mijn ouders heel hoog / zoemen de insecten.
Of: In mijn oud dorpje leven mijn ouders / heel hoog zoemen de insecten.
Wat is hier de zin van, waarom zou je een zeugma toepassen?
Als het goed gedaan wordt voegt het wat toe aan de haiku. Bij een zeugma verandert de betekenis in dat kleine gedichtje van drie regels. Dat is hier ook het geval.
In de eerste haiku maken de rode dahlia’s mijn balkon tot een paradijs in regel 1 en 2 (rode dahlia’s – mijn balkon een paradijs).
In regel 2 en 3 gaat het om de hommel (mijn balkon een paradijs voor deze hommel).
In de tweede haiku zijn de ouders het onderwerp in regel 1 en 2. Zij leven in een dorpje, heel hoog gelegen (in de bergen?).
In regel 2 en 3 zoemen de insecten heel hoog. Een flink aantal meters misschien. Maar dat kan ook zijn in een dal.
De oude haiku-meester Bashō heeft eens gezegd dat een haiku ontstaat door dingen te combineren. Door twee beelden samen te voegen ontstaat een gedicht dat meer is dan de som van beide beelden: de haiku. Japanners noemen dit niku issho, ‘twee zinnen, één gedicht’.
Is dit belangrijk? Eigenlijk niet echt. Heel veel mensen zullen volmaakt gelukkig zijn zonder over een zeugma of niku issho na te denken. Ze genieten gewoon van een mooie haiku.
Maar voor mensen die geïnteresseerd zijn in, en graag stoeien met taal zijn dit leuke weetjes. Zoals ik. Dan heb ik weer wat geleerd: een stijlfiguur, een term uit het Oudgrieks, hoe breng je verschillende betekenissen aan in een tekst. Een tweede laag in een haiku herkennen. En, niet onbelangrijk: wat gebeurt er in mijn brein als ik mijn gedachten vrij laat dwalen over een haiku.
De eerste haiku is van mij. Deze is al eerder gepubliceerd in het Boeddhistisch Dagblad. De tweede haiku is van een anonieme dichter en vertaald door J. van Tooren.