Door de herrie heen van de afzuigkap in de keuken- ik stond te kokkerellen voor een gezelschap, hoorde ik het de ouders tegen het driejarig jongetje zeggen. ‘Het is niet erg maar je moet wel even sorry gaan zeggen’. Even later stond het knulletje met zijn vader in de keuken. Met in zijn handen mijn keramische lievelingsvogel, zelf geglazuurd en raku-gestookt. Beter gezegd: mijn ex-lievelingsvogel, want in twee stukken. Het kind zei ‘sorry’. Vader zei: misschien is hij nog te lijmen. ‘Het is niet erg’, zei ik. ‘We kieperen hem nu in de vuilnisbak want ik hou niet van gebroken beelden.’ Ik lachte.
Doing, doing, weer een aantekening op mijn boeddhistische leugen-strippenkaart. Ik vond die kapotte vogel vreselijk, wat erg. Ik had me altijd voorgenomen dat dit beeld de moeite waard was om gered te worden bij brand en onraad. Samen met een prachtig, houten handgesneden beeld van een Hopi-indiaan. Nog voor de komst van het kleine jongetje had ik de vogel verplaatst naar een klein tafeltje tegen de kamermuur. Zo, daar sta je veilig, dacht ik tevreden.
In een fractie van een seconde besliste ik daar in die keuken dat ik net moest doen alsof ik het niet erg vond dat die vogel –die prachtige vogel- in stukken was gevallen. Ik deed dat heel bewust. Ik wilde het mannetje niet verdrietig maken als ik verdriet en ergernis toonde. Ik wilde de sfeer niet verzieken door te mopperen. Ik deed net alsof ik niet aan dingen hechtte. Hup, de vuilnisbak in. Ik kan nog wel tien redenen noemen waarom ik zo handelde. Maar als ik eerlijk en oprecht was geweest had ik gezegd dat ik het zwaar waardeloos vond, de gebroken vogel.
De Boeddha houdt niet van Liegebeesten. Juiste spraak is voor hem een groot goed. Nou ja, een leugentje om bestwil. Nee, ook niet. Nou, dan een leugen om de rust in de tent te bewaren. Nee, nee. Of om mijn redactie en bronnen te beschermen. Nee!
Ik doe de hele dag door mijn best om niet te liegen, Maar ik ga regelmatig in de fout. Zo vertelde ik mijn kleinzoon dat ik oma uit een mollengang had gered, waar ze tot aan haar hoofd in zat. Dat sprak hem wel aan. Het ging om het samenspel van de ingrediënten dat tot de leugen leidde. Er is een oma, een mollengang, zij zakte er wel twintig centimeter in weg. En ik moest het weer aandikken, als was de werkelijkheid al niet leuk genoeg. Vanmiddag zei ik tegen mijn kleinzoon: vraag het …maar aan Sinterklaas. Omdat ik inmiddels allergisch ben geworden voor mijn eigen leugens, signaleerde ik gelijk dat ook dit een onwaarheid was. Doing, doing, weer een aantekening op de leugenkaart.
Ik geloof dat ik door de jaren heen getraind ben in juist spreken, tenminste ik heb de theorie onder de knie. Mijn omgeving vindt mij ook geen leugenaar, geloof ik. Of een fantast. En toch lieg ik, elke dag, terwijl ik de intentie heb om dat niet te doen. Gisteren nog, tijdens het uitgeversoverleg. De ober vroeg of ik lekker had gegeten. Ja, hoor, dank je wel, zei ik, terwijl de rijst uit mijn oren kwam en ik me had voorgenomen om nooit maar naar dat restaurant te gaan. Ik loog bewust (zie het verhaal van de gebroken vogel hierboven). De ober lachte naar mij, ik lachte terug. Gestaalde kaderboeddhisten zullen nu zeggen: je had ook kunnen zeggen tegen de ober dat je zijn vraag niet wilde beantwoorden om hem niet te kwetsen. Ja, had gekund. Hoe gek kan het worden.
De leugens van nu zijn een stuk milder dan die van vroeger. Toen ik nog misdaadverslaggever was gaf ik me regelmatig uit voor een ander, stelde me aan de telefoon voor als Piet Pieterse of als notaris Weetikveel, om aan mijn informatie te komen. Om die te kunnen gebruiken in mijn artikelen om schadelijke toestanden bloot te leggen. Zelf werd ik er niet beter van, nou ja, door dat gedraai en gelieg behield ik wel mijn goedbetaalde baan. Maar ik werd regelmatig ernstig bedreigd, was vaak doodsbang. Dus wat dat betreft had ik beter niet kunnen liegen, zou dan een zoveelste klas journalist geworden zijn en eruit gesmeten. Dus een beetje eigenbelang zat wel aan dat liegen vast. Ik was niet de enige in dat milieu die loog. Politiemensen, officieren van justitie, notarissen, er zaten heel wat Liegebeesten onder. De meesten logen- net als ik, beroepsmatig, om belangen en mensen te beschermen. Wat moet je doen als een topcrimineel aan je vraagt of er plannen zijn om hem te arresteren en je weet dat een arrestatieteam hem de volgende ochtend uit zijn bed zal rammen. Nee, hoor, loog ik dan.
Ik ben tegenwoordig- al is de frequentie van de leugens nog redelijk hoog, nog een amateur vergeleken bij de The Yes Men. Een Amerikaanse groep politieke activisten die werken volgens het principe van culture jamming. Ze werkt aan identiteitscorrectie door zich voor te doen als invloedrijke figuren en woordvoerders van belangrijke organisaties of bedrijven, zoals de Wereldhandelsorganisatie, McDonald’s, Dow Chemical en het Amerikaanse ministerie van Volkshuisvesting.
De groep ontwerpt en onderhoudt nepwebsites, die lijken op de websites die ze wil parodiëren. Vervolgens accepteert de groep uitnodigingen die ze op deze websites ontvangt, om te spreken op conferenties, symposia en televisieprogramma’s. De groep bedient zich daar vaak van satire: terwijl ze zich voordoen als invloedrijke personen, maken ze schokkende, denigrerende en absurde opmerkingen over arbeiders en consumenten. Ze liegen en bedriegen en zijn succesvol. Ze lieten de Wereldhandelsorganisatie zichzelf opheffen, omdat ze jarenlang de kluit had belazerd en politici en media over de hele wereld maakten er melding van. Van een leugen. Ik moest er smakelijk om lachen.
Ik geloof dat de Yes Men weten dat ze liegen. Ik weet dat ook van mezelf. Ik jok niet om er rijk of beter van te worden, om mijn status te verhogen. Ik jok ook niet tegen mijn naasten of vrienden of goede relaties. Liegen is geen wezenlijk onderdeel van mij, zo heb ik ontdekt. Ik weet dat ik lieg. Ik ken het verhaal, de relatieve pure werkelijkheid, ontdaan van deze leugens. Ik ben een ander dan de man die liegt en ik ken dat onderscheid ook. Het is als de rol van een toneelspeler. Hij speelt Hitler, Annie MG Schmidt, maar hij weet dat hij die persoon niet is. Ik ben de leugenaar, maar weet dat er ook nog een ander is. De echte, zal ik maar zeggen. Dat verzacht wel een beetje dat gelieg. Maar als iemand mij op mijn leugens wijst, kan ik natuurlijk niet zeggen: Nee niet ik maar de andere Joop liegt. Dat maakt mijn stelling erg ingewikkeld.
Die gebroken vogel zie ik maar als een wake-up call. Om nog beter mijn spraak en gedachten te bewaken. Ik heb de intentie om niet te liegen, om de waarheid te spreken. Ik wil dicht bij mezelf blijven, maar ben ik de enige boeddhist die liegt?
Connie Franssen zegt
Nee hoor, Joop. Je bent niet de enige :) Het is lastig. De afweging is soms: ben ik aardig of ben ik eerlijk? Ik kies vaak voor het eerste en realiseer me goed dat het fake aardigheid is, maar wel zo beschaafd. Leugentjes om bestwil zijn zo gek nog niet.
Ik hoop dat je de vogel uit de vuilnisbak gevist hebt!
Joop Ha Hoek zegt
Dank je, Connie. Nee de vogel is voorgoed gevlogen. Er is zelfs een collega-boeddhist die het helemaal geen onaardig idee vond om alle spullen om mij heen maar het raam uit te kieperen. In die fase zat ik al, tot mijn verhuizing. Ik mopper dagelijks op de nieuw aangeschafte spullen, maar ik ben er ook wel een beetje blij mee. Zo dubbel.
Anne zegt
Een kind niet onnodig opzadelen met schuldgevoel lijkt mij juist correct spreken. Er is geen enkel nut in naar het kind uiten dat het papa wel pijn doet dat de vogel kapot is en het enige resultaat is negatief.
Menno Prins zegt
Wat is waarheid? vroeg Pilatus aan Jezus, en die zweeg. Is het niet zeer vaak zo dat als we onze mond opendoen, hetgeen we zeggen per definitie bezijden de waarheid is? Omdat DE waarheid onzegbaar is? “Juist spreken” is volgens mij dan ook iets anders dan “de waarheid” spreken. Als je echt alleen dat laatste wilt, kun je beter zwijgen. Liegen is volgens mij iets anders dan bijvoorbeeld oprecht proberen een kind duidelijk te maken dat er ergere dingen in het leven zijn dan het breken van een vaas. Mijns inziens is het ook onverstandig om je best te doen “niet te liegen”. Het is veel wijzer – denk ik – om je best te doen je woorden zorgvuldig te kiezen, zo dat de persoon die de woorden hoort er dichter door bij de waarheid komt. De vraag is dan natuurlijk: welke waarheid? Jouw waarheid? De maatschappelijk gewenste waarheid? De absolute waarheid? Zeg het maar.
Tom zegt
Wat zou er zijn gebeurd als het ventje hartelijk bedankt werd voor zijn “sorry”. “Fijn dat je even sorry komt zeggen, dank je wel daarvoor! Kom, we kunnen hem wel samen weggooien. En dan is het verder klaar”. Zo had het ventje misschien geleerd dat het veilig is om ‘sorry’ te zeggen en zal hij dat in voorkomend geval makkelijker zelf doen. Je hebt verder niets naars gezegd over je gevoel van de gebroken vogel, dus niet fout gesproken, en het ventje had iets geleerd. Maar ja, probeer dat maar eens te bedenken als je je realiseert dat je lievelingsbeeldje kapot is, hetgeen ook nog eens betekent dat je gehecht was. Dat boeddhisme ook elke keer! Bijna weer van het pad af Joop, maar hartstikke herkenbaar!
Joop Ha Hoek zegt
Tom, je kunt zo mijn ghostwriter worden. Ik ben met het ventje naar de afvalbak gelopen en we hebben samen de vogel er in gekieperd. Toen het deksel weer neerviel en de afscheidsceremonie beëindigd was het helemaal goed. Ogenschijnlijk. Het mannetje ging weer blij verder met spelen. En sorry, sorry, sorry, ik ben nog steeds regelmatig gehecht. Bijvoorbeeld aan deze tekst en aan mezelf. Het pad volg ik met vallen en opstaan. Is er een grote vuilnisbak waarin deze man in één keer kan verdwijnen?
Tom zegt
Persoonlijk zou ik je liever niet in de grote vuilnisbak zien Joop. Ik moet er niet aan denken dat je zomaar tot afval verwordt. Van wie moet ik dan leren Joop? Dus doe maar niet in een kliko kruipen en deel zoveel van je ervaringen als mogelijk. Ik lees die graag en leer er elke keer weer van. Tja, zo ben ik gehecht geraakt aan jou schrijvens. En dat vind ik helemaal niet erg….
Paula Kuitenbrouwer zegt
‘Right speech’ en niet-liegen zijn niet onder alle omstandigheden hetzelfde.
Zo zou ik mijn uiterste best doen hoogwaardig te liegen om zo ondergedoken verzetsleden in de WWII te beschermen.
Er huizen ook meerdere stemmen in ons. Soms spreekt ons ego, soms ons hart. Soms onze hechting en soms spreekt onze deugd.
En ik waardeer je ‘leugen’ tegen het kleine jochie. Het welzijn van het kleine jochie is je meer waard dan je hechting aan de vogel. Dat is geen liegen; dat is luisteren naar de juiste innerlijke stem in je. Bravo.
Paula