Het is de tweede week van januari, mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen, noemt dat ‘het putteke van de winter’. Een collega van mij noemt januari een afschuwelijke maand om door te komen.
Op tv zie ik beelden van een openlucht ijsbaan, een stuk met water bespoten asfalt, waar kleine kinderen die van school ijsvrij hebben gekregen schaatsen en plezier hebben. Op de lagere school kregen wij vroeger ook ijsvrij als het stevig vroor en sloten beschaatsbaar waren. Ik was dan ook vrij maar ik kan niet schaatsen omdat de oude schaatsen, door mijn opa samengesteld, ongelijke afmetingen hadden en het krulpunt vooraan de Friese doorloperschaats onderin de voet drukte. Een soort Balthasar Gerards marteltuig. Ik kan overigens ook niet dansen, sociaal gezien ben ik een wrak. Ik kon wel hardlopen vroeger, heel hard en ver, maar dat is ook verleden tijd door de voortschrijdende artrose en de leeftijd. Meestal rende ik in mijn eentje, liep dan nooit achter- of vooraan. Hardlopen is een vorm van verlichting bereiken.
Appie uit Zaandam manifesteert zich deze dagen als een soort betaalde voedselbank. Twee halen, één betalen. Ik vraag me af of de grootgrutter dan nog wist haalt uit zijn omzet. Of worden leveranciers afgeknepen? Of zijn de producten kunstmatig duur gehouden? In Duitsland hebben ze die aanbiedingen niet, daar is het altijd goedkoop. Aanbiedingen leveren hebzucht op, Hamsteren…
Jumbo kwam vorige week in het nieuws met de mededeling dat er in een jaar tijd voor honderd miljoen euro gestolen wordt in die winkels. Dat is bijna twee miljoen euro per week maar ik zag geen onderbouwing van die cijfers. Jumbo zegt dat door die diefstallen de jaarwinst verdampt is en die kosten moeten worden doorberekend aan wel betalende klanten. Zou ik bij Jumbo gaan jatten als ik mijn boodschappen niet meer kan betalen en mijn gezin toch te eten wil geven? Een RK-bisschop zei eens er geen moeite mee te hebben dat armlastigen in een winkel een brood stelen. Ik zie ze weleens, de winkeldieven, je ziet aan hun houding dat ze jatten. Geïnteresseerd waren bekijken en dan hup de zak of tas in.
Mijn vader jatte ook soms uit de ruimen van schepen in de Rotterdamse haven waar hij kras was. Wij waren zo arm dat we kleding kochten op afbetaling, met de kinderbijslag kochten we schoenen met kurkzolen bij Van Haaren. Nog lang na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd er met schepen militaire kleding aangevoerd voor de Amerikaanse militairen in Europa. Zo ging ik in een soldatenbroek met Hawaïhemd naar school. Tien maten te groot, die kleding.
Mijn vader, overigens een rechtschapen mens, pikte soms ongebrande koffiebonen, een kilo of zo, die mijn moeder dan liet branden bij een koffiebranderij. Dief en diefjesmaat en wij, de grotere kinderen de helers. Opa en oma kregen ook een deel. De koffie smaakte heerlijk.
Op een dag werd mijn vader gearresteerd door de havenpolitie toen hij een gejatte diepvrieskip vervoerde en die snel losliet toen de agenten hem arresteerden. Hij werd naar het politiebureau aan Sint Job gebracht, het wachten was op een speurhond die kon aantonen dat mijn vader inderdaad de kip had aangeraakt. Het dier lag voor hem op het bureau. Plotseling greep mijn vader de kip vast en riep: ‘Dit dier heb ik nooit aangeraakt’. De politiemensen waren woedend, daar ging hun bewijs. Er werd nog wel huiszoeking gedaan in mijn ouderlijke woning door de flikken die met name belangstelling hadden voor de pannen van mijn moeder.
Tja, het putteke van de winter roept vele herinneringen op.
Moge iedereen gelukkig en gezond zijn, niemand uitgezonderd.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!
Johan zegt
Er worden vooral veel boodschappen gestolen (niet gescand) bij die afschuwelijke zelfscan kassa’s.
En dat gebeurd meestal niet door arme sloebers, maar door mensen die het financieel niet hoeven te doen.
Boycotten die dingen, dan verdwijnen ze vanzelf.