Deze week zag ik in een bericht een afbeelding van stukken turf, handzame stukken die je kan stapelen. En gelijk herinnerde ik me dat als ik als kind in de koude maanden bij mijn grootouders was, die stukken turf ook naast de kachel in de woonkamer lagen. Met ernaast een kolenkit met eierkolen, geperste brandstof voor arme mensen.
Mijn opa moest regelmatig de kachel met die eierkolen en turf laden, de verbranding ging snel. Ik vond het niet vreemd, die brandstof. Tot mijn achtste leefde ik met mijn ouders, broers en zussen, op de eerste etage van een arbeiderswoning in Rotterdam-Noord. We hadden geen licht op de wc en je kont veegde je af met krantenpapier dat door mijn vader in stroken was verdeeld, een gaatje erin geprikt met een touwtje erdoor. Het dagblad De Waarheid.
Toen ik nog in de dagbladjournalistiek werkte hielden mensen mij regelmatig het betrekkelijke van die publicaties voor. De ene dag is het groot nieuws, de andere dag wordt er op de merkt vis in verpakt.
Moedig voorwaarts!