Soms voel je je hier in een winkel net alsof je beland bent in een aflevering van de Dik Voormekaar Show, een populair radioprogramma van André van Duin in de jaren ’70 en ’80. Vast onderdeel daarvan was de buurtsuper, waarbij een klant de winkel binnenkomt en vraagt of de winkelier een bepaald product heeft. De winkelier vraagt dan naar allerlei specificaties om vervolgens te melden dat hij het betreffende product überhaupt niet verkoopt. Kijk als voorbeeld hier
Vanmorgen ging er een lager van de houtversnipperaar kapot. Met onze Thaise vriend Phan toog ik naar de zaak waar we het apparaat gekocht hadden. We lieten het kapotte onderdeel zien en vroegen om een nieuw, maar dat hadden ze niet. Voor de verkoopster was het daarmee blijkbaar afgedaan, want ze maakte geen aanstalten om mee te denken over hoe we ons probleem dan zouden kunnen oplossen. Dus vroegen we zelf maar of ze het wellicht zou kunnen bestellen. En gelukkig, dat kon. Ik was wel benieuwd hoelang het zou duren voordat de lager dan binnen was. “10 minuten,” zei ze. Het kwam op mij volkomen absurdistisch over, maar Phan leek het de gewoonste zaak van de wereld te vinden, pakte zijn telefoon en ging op de stoep zitten facebooken.
Tien minuten later kwam de verkoopster, die ik niet had zien vertrekken, op haar brommer aangescheurd. Ze was naar een andere winkel gereden, maar helaas hadden ze de juiste lager daar ook niet. Ik suggereerde dat het onderdeel misschien bij de fabrikant of de importeur besteld kon worden. Ze pleegde een telefoontje en zei dat ze er nu een gevonden had. Of we nog een kwartiertje konden wachten. Dat konden we wel. Ze vertrok weer op haar brommer en was binnen het kwartier terug met een splinternieuwe lager, nog in de originele verpakking.
Het viel me meteen op dat de gaten voor de bevestiging veel groter waren dan die van onze lager. Bovendien zaten ze ook verder uit elkaar. Maar de verkoopster en Phan gingen aan het meten, en ik kreeg de opdracht om Mieke te bellen en te vragen of zij de doorsnede van de as die in de lager moest kon opmeten. Die bleek exact de goede maat te hebben, dus of ik maar even wilde afrekenen. Dat wilde ik niet, want ik moest eerst weten hoe het zat met de gaten voor de bevestiging. Nadat die uitgebreid waren bestudeerd liep de verkoopster weg en kwam even later terug met twee revetten. (Opvulringen zei ik altijd. Het woord “revet” kende ik niet, totdat ik het Mieke in haar mooie Limburgse tongval hoorde zeggen en sindsdien gebruik ik het zo vaak ik kan.)
Probleem opgelost, vonden de verkoopster en Phan. Maar ik wilde nog weten hoe we de nieuwe lager over de bevestigingsbouten zouden moeten schuiven, want die zaten immers niet op de juiste afstand voor dit model. De oude en de nieuwe lager werden nu ruggelings tegen elkaar gelegd en na uitvoerige studie en het nodige heen en weer schuiven was de conclusie dat de nieuwe gaten inderdaad niet alleen groter waren, maar ook verder uit elkaar zaten dan de oude.
We werden meegetroond naar het deel van de zaak waar allerlei machines, waaronder “ons” model houtsnipperaar, stonden opgesteld en jawel hoor: op de machine zat overduidelijk het nieuwe model lager. Voor de verkoopster genoeg reden om te vinden dat dat dus de goeie lager was. Voor mij niet. Phan’s Engels is niet heel goed, maar uiteindelijk lukte het om duidelijk te maken dat wij wellicht een iets ouder model snipperaar hadden en dat de fabrikant toch ongetwijfeld onderdelen voor dat model zou moeten hebben. Een nieuwe machine kopen omdat alleen een lager kapot is leek me geen optie, te meer daar het apparaat nog geen jaar oud is.
Het gewenste type lager bleek inderdaad in Bangkok te bestellen. Over 3 dagen kunnen we weer een snipperdag inplannen. Hoewel we nog maar moeten afwachten of het wel het juiste onderdeel is dat dan wordt afgeleverd. En of het niet toch 4 dagen wordt. Of 7. Of een maand. This is Thailand.
Gelukkig kon ik de wachttijd nuttig besteden door even een bezoek te brengen aan het computermeisje. Ik heb al vaker over haar geschreven en weet dat ze fans heeft onder de bloglezers, met name onder niet nader te noemen lezers die momenteel op de fiets op weg zijn naar de Noordkaap. Vandaar dat ik haar toch nog maar even de revue laat passeren. Ik moest een kaartlezer voor de geheugenkaartjes van onze camera’s hebben, en aangezien alles wat met computers te maken heeft hier gewoon met verthaiste Engelse termen wordt aangeduid, vroeg ik vol zelfvertrouwen of ze een kahtliedúhhh (cardreader) had. Ze begreep er helemaal niets van, dus moest ik beschaamd terugvallen op het trucje van het laten zien van een plaatje op mijn telefoon. “Oooo, kahtliedúhhhhhhhhh” zei ze, en haalde er een tevoorschijn. “Annie riakwa kahtliedúhhhhhhhhh” (dit heet kahtliedúhhhhhhhhh) voegde ze er streng aan toe. “Kahtliedúhhhhhhhhh” herhaalde ik, en ik legde haar blik uit als goedkeurend. Ongevraagd kreeg ik 9 Baht korting. Een goede reden om terug te gaan als ik weer eens iets nodig heb voor mijn compoetúhhhhhhhhh, of een plintúhhhhhhhhh of monitóhhhhhhhhh wil aanschaffen.