Pijn isoleert, zei ik woensdag tegen de fysiotherapeut die mij behandelt voor de gevolgen van de aanrijding met een vrouw in een scootmobiel in een vestiging van AH op 29 december tegen elf uur ’s morgens. Klanten, onder wie ik, werden verpletterd, lagen op de vloer van de winkel. Zelf hing ik geplet tegen een enorme houten box. Die scootmobiels hebben motoren met de power van een vrachtwagenmotor, ze moeten bruggen en heuvels kunnen nemen. Ik heb flink de pest aan die dingen.
De fysiotherapeut knikte. ‘Je valt buiten de groep’, zei hij, ‘met jouw bewegingsklachten en pijn. Anderen worden geremd in hun bewegingsvrijheid als ze met jou op stap gaan en dat willen ze niet. Dus in hun agenda kom jij niet zo vaak meer voor.’
‘Dat is zo, dat merk ik, het voelt ook eenzaam. Niet dat ik me niet zelf kan vermaken, ik heb een druk leven, ben autonoom, het is het nare gevoel dat ik aan de zijlijn van het leven kom te staan. Door het gedrag van anderen. En ik ben helemaal geen zeurpiet. Soms kijk ik zelfs een beetje jaloers naar het groepje ouderen in scootmobiels hier in de buurt. Ze zijn gelijkgestemd. Pijn is niet te vertalen in woorden en mensen hebben er ook geen belangstelling voor omdat het gekoppeld is aan een mankement. Hoe zit het eigenlijk met jou, als fysiotherapeut’, kan jij je inleven?’
De therapeut: ‘Ik heb ooit een schouderblessure gehad, dus ik weet hoe pijnlijk dat kan zijn. Maar verder moet ik afgaan op wat mijn cliënten mij vertellen en wat daarover in wetenschappelijk opzicht bekend is. En ik observeer mijn cliënten als ze hier binnen komen. Maar pijn is voor mij bepaald geen academisch begrip, ik zie hoe mensen lijden.’
Vanmorgen rinkelde de telefoon, iemand vroeg in het gesprek dat ontstond naar mijn gezondheidstoestand die momenteel qua botten wat stijfjes is. Mijn gesprekspartnet luisterde vol medeleven. ‘Waarom neem je geen scootmobiel om je te verplaatsen’, vroeg hij.
Moedig voorwaarts!