De huidige kunstmarkt wordt gedomineerd door een esthetiek-van-de-provocatie. Dit gebeurt in navolging van Marcel Duchamps omgekeerde en gesigneerde pisbak: blikjes met poep, asbak vol peuken, banaan met plakband, en wat dies meer zij. In de zogenaamde ‘contemporaine kunst’ worden alle maatstaven voor goede kunst hooghartig verworpen.
Dit meeslepende en goed gedocumenteerde boek laat zien dat er wel degelijk criteria zijn om goede kunst te kunnen herkennen. Een viertal criteria, geworteld in zowel de westerse als de Aziatische ideeëngeschiedenis, komen hier aan het licht. Aan de hand van deze maatstaven laat Paul van der Grijp zien hoe je allerlei kunstuitingen kunt beoordelen en wijst hij ons de weg in het rijke landschap van de recente schilderkunst in Europa, Amerika en Azië.
Paul van der Grijp is onderzoeker aan het interdisciplinaire Centrum voor Oost-Azië Studies in Lyon. Hij studeerde filosofie en antropologie in Nijmegen en Parijs, was KNAW-onderzoeker en werkte als hoogleraar aan verschillende buitenlandse universiteiten. Hij publiceerde eerder Passion and Profit, Art and Exoticism en was co-redacteur van An Anthropology of Contemporary Art.