Het bestuur van de Boeddhistische Unie België (BUB) heeft gisteren onder de leden van de koepel geen beraadslaging gehouden over het ontnemen van het lidmaatmaatschap van de boeddhistische vereniging Ehipassiko uit Antwerpen/Mechelen vanwege volgens de BUB grensoverschrijdend gedrag van de oprichter en spiritueel leraar van Ehipassiko, Paul Van hooydonck.
Vier vrouwen, ex-leden van Ehipassiko, klaagden begin deze maand bij de BUB over gebrek aan transparantie bij Ehipassiko over het gepleegde misbruik waarvan bij de BUB melding is gedaan. Zij voelden zich daardoor beschadigd.
De BUB nam die zienswijze over en besloot de leden te raadplegen over het lidmaatschap van Ehipassiko, waarvan het bestuur overigens zelf het lidmaatschap begin deze maand beëindigde omdat zij in dat stadium niet gehoord is en pas gisteren tijdens de beraadslaging met de leden verweer mocht voeren. Ook speelde mee dat Van hooydonck indertijd na de klacht over misbruik door een studente van Ehipassiko zijn voorzitter- en leraarschap neerlegde maar nu weer spiritueel leraar is voor Ehipassiko.
Volgens Bert Caekelbergh, voorzitter van het bestuur van Ehipassiko, is de stemming over het lidmaatschap van Ehipassiko zondag gecanceld. De redactie van het BD heeft gisteren de BUB gevraagd of en waarom de stemming niet is doorgegaan, maar heeft daarop geen antwoord ontvangen. De vier klagers zeggen bij monde van Heidie Rommens niet op de hoogte te zijn van het cancelen van de beraadslaging.
Caekelbergh zegt dat de BUB de eigen procedure niet heeft gevolgd, als er klachten worden ingediend over aangesloten leden. ‘Zij volgen niet de procedure van hun eigen charter. Dat is de reden voor onze uitstap en geen andere. Punten 2;3 en 4 werden niet gevolgd. Men is overgegaan naar C.’
Uittreksel Charter BUB/UBB.
2.3 Behandelingsprocedure bij melding
- Van zodra grensoverschrijdend gedrag of misbruik ter kennis gebracht wordt van de BUB of wanneer er serieuze aanwijzingen van dergelijk gedrag zijn, dienen de organen van de BUB:
- het veronderstelde slachtoffer te horen;
- de verantwoordelijken van de betrokken vereniging te raadplegen;
- de nodige maatregelen te nemen om de integriteit van elke betrokken persoon te waarborgen;
- de Ethische en Deontologische Commissie te belasten met een informatieopdracht om op korte termijn de raad van bestuur in te lichten, zodat deze kan beoordelen
i. welke initiatieven overwogen kunnen worden om het slachtoffer de gepaste hulp te bieden in haar of zijn specifieke situatie
ii. welke stappen ondernomen dienen te worden ten opzichte van de dader en de betreffende vereniging;
iii. of er een potentieel gevaar bestaat van strafrechtelijke inbreuk, en het dus al dan niet noodzakelijk is om de politiediensten op de hoogte te brengen van de feiten indien het slachtoffer zich hiervan zou onthouden;
iiii. of, in geval van strafrechtelijke inbreuk, het al dan niet aangewezen is om de neerlegging van de functie ongedaan te maken.
B. In geval van strafrechtelijke klacht, zonder afbreuk te doen aan het vermoeden van onschuld, maar als voorzorgsmaatregel, contractueel de verplichting voorzien – voor de boeddhistisch consulent bezoldigd door de Staat – om onmiddellijk zijn functies neer te leggen.
De verenigingen aanmoedigen om dezelfde regel aan te nemen jegens hun leraren of begeleiders die als vrijwilliger actief zijn of waarvan de bezoldiging niet ten laste valt van de Staat.
C. Als de dader en/of de vereniging waar hij van afhangt de beslissingen van de raad van bestuur van de BUB betwist(en), hebben zij de mogelijkheid de arbitrage van de algemene vergadering in te roepen. Deze zal dan de leden aanduiden van een speciale commissie binnen de BUB zodat deze een rapport kan opstellen voor de algemene vergadering.