Ik trap flink door, de chronometer laat zien welke afstand, maar ik ga geen meter vooruit. Vanuit mijn positie kijk ik kilometers ver weg, bomen, bos, natuur, maar alles blijft ver.
Zo trappend denk ik aan de dode Meatloaf, de kijkkast maakte er vanmorgen melding van. Ik moest denken aan de tijd dat ik in Blijdorp woonde, nee, niet de diergaarde, maar de wijk. Elke vrijdag ging ik met de moeder van mijn kinderen naar een cash and carry in Kralingen de weekboodschappen doen en we zorgden op tijd thuis te zijn om op onze oude zwartwit tv met houten kast niets te hoeven missen van ik meen Top Pop, een muziekprogramma met hits en hitlijst. Waarin ook Meatloaf met zijn gedenkwaardige Paradise by the dashboardlight. Wat een energie, wat een sfeer. Wat ben ik blij die man ontmoet te hebben, in de kijkkast weliswaar.
Vanmiddag eindelijk aan het ordenen van het archief van mijn ook overleden oudste zus begonnen. Foto’s opgeplakt op stevig papier zodat ik ze kan scannen. Ik werd er steeds mistroostiger van, verdrietig ook, familiefoto’s, uitstapjes, oom Piet, mijn ouders nog jong, iedereen jong, een parallelle wereld voor haar, mijn zus stootte door haar gedrag en scherpe tong veel mensen van zich af, ze stierf ook in haar eentje aan de griep in een zorghotel. Ik pak een schoolfoto van haar van de stapel, een leuk meisje, ontwapenend de toekomst inkijkend, net als ik op dit moment naar het verleden kijk, naar die stapel foto’s.
Vorig jaar sprak ik met een andere zus van mij over haar. We hadden allebei spijt dat we in de tijd niet vriendelijker voor haar waren, ook al was ze zo vernietigend. Haat nooit met haat beantwoorden. Na het kijken naar die ontwapende jeugdfoto van een leuk kind liet ik het archief voor wat het was. Mijn geest was vol en leeg.
En zo maak ik dan mijn rondjes zonder vooruit te gaan op mijn hometrainer. Ik kijk kilometers ver weg door het raam maar het zicht verandert niet. Net als mijn dag, plezier en leed. De vergankelijkheid. Meatloaf en mijn zus.
Moedig voorwaarts!
G.J. Smeets zegt
Dag Joop, de artiestennaam luidt Meat Loaf (twee woorden) en niet Meatloaf. Ogenschijnlijk een bagatel maar niet als je weet dat die naam zijn geuzentitel was. Vanwege zijn grote/dikke lichaam noemde zijn sportleraar hem op school een meatloaf – dikzak.
Kiene man trouwens die heel goed wist wat hij deed met zijn bombastische werk. Hier een citaat uit een interview met hem:
“That I’m overblown, pompous, melodramatic, self-indulgent. I’ve heard it a million times. And the first person to describe me like that was me. It’s supposed to be overblown.The entire history of rock’n’roll is a comedy … Rock’n’roll was never meant to answer the questions of the universe. It’s a laugh. I’m a laugh. So laugh at me if you like. I have no problem with that.”