“I discovered that when I believed my thoughts, I suffered, but when I didn’t believe them, I didn’t suffer, and that this is true for every human being. Freedom is as simple as that. I found that suffering is optional.”
(Byron Katie)
Katie: Ik ontdekte dat ik leed als ik mijn gedachten geloofde en dat ik niet leed als ik ze niet geloofde, en dat dit geldt voor iedereen.
Hans: Mij heb je het nooit gevraagd. Misschien ben ik wel een uitzondering.
Katie: En dat dit geldt voor bijna iedereen.
Hans: Bijna iedereen heb je nooit gezien.
Katie: En dat dit geldt voor bijna iedereen die ik ooit heb gezien.
Hans: De meesten van hen heb je nooit gesproken.
Katie: En dat dit geldt voor bijna iedereen die ik ooit heb gesproken.
Hans: Misschien zeiden ze alleen maar wat ze dachten dat je wilde horen.
Katie: Jij je zin, ik weet niet of het geldt voor iedereen.
Hans: Geldt het ook voor niet-mentale vormen van lijden?
Katie: Hoezo?
Hans: Een zweer doet zeer, of je je gedachten erover gelooft of niet.
Katie: Ik heb het over gedachten.
Hans: Fijne gedachten geloven doet toch geen zeer?
Katie: Jij je zin, ik heb het over pijnlijke gedachten.
Hans: Denkleed.
Katie: Precies.
Hans: Dus je ontdekte dat je leed als je je pijnlijke gedachten geloofde en dat je niet leed als je ze niet geloofde, en bedacht dat je misschien niet de enige bent voor wie dat geldt?
Katie: Jaja.
Hans: Kun je er volgens jou voor kiezen om je pijnlijke gedachten niet te geloven?
Katie: Dat denk ik niet, maar je kunt er wel voor kiezen om ze te onderzoeken.
Hans: Je kunt je gedachten onderzoeken – is dat waar?
Katie: Haha.
Hans: Nou?
Katie: Voor mij wel.
Hans: En als je niet op het idee komt om ze te onderzoeken?
Katie: Dan niet natuurlijk.
Hans: Zou je ze ook eens een keertje niet kunnen onderzoeken?
Katie: Nu niet meer, nee.
Hans: En toen je ze nog niet onderzocht, had je ze toen wel kunnen onderzoeken?
Katie: Ik denk het niet, nee.
Hans: En mensen midden in een psychose, kunnen die hun gedachten onderzoeken?
Katie: Niet als ze er middenin zitten.
Hans: En mensen met nachtmerries?
Katie: Niet als ze er middenin zitten.
Hans: En mensen die woedend zijn?
Katie: Niet als ze er middenin zitten.
Hans: En mensen die in paniek zijn?
Katie: Niet als ze er middenin zitten.
Hans: En zwakzinnigen, alzheimerpatiënten, mensen met hersenbeschadiging?
Katie: Zeg, blijf je aan de gang?
Hans: Er zijn dus pijnlijke gedachten die zich niet laten onderzoeken, of niet op het moment dat ze zeer doen?
Katie: Oké, dat komt inderdaad voor.
Hans: En iemand die het niet doet kan er op dat moment, of in het algemeen, mogelijk niet voor kiezen om het op dat moment wel te doen, en omgekeerd?
Katie: Mij gaat het om de gevallen waarin je ervoor kunt kiezen om Het Onderzoek te doen en dat ook doet.
Hans: En als het onderzoek je gedachten bevestigt?
Katie: Haha.
Hans: Nou?
Katie: Dan heb je ze niet goed onderzocht.
Hans: Staat de uitkomst dan al vast voor je begint?
Katie: Nee, natuurlijk niet.
Hans: Dus het zou best kunnen dat Het Onderzoek je gedachten bevestigt?
Katie: Toegegeven…
Hans: Stel dat je op het idee komt om je gedachten te onderzoeken en bereid bent om het te doen maar iets in jou of in je omstandigheden houdt het onderzoek tegen.
Katie: Wat dan?
Hans: Wat dan ook.
Katie: Dan moet je onderzoeken wat het tegenhoudt.
Hans: Als iets het onderzoek tegenhoudt moet je dat onderzoeken?
Katie: Ik zie het probleem.
Hans: Dus er is best iets te doen aan denkleed, als je tenminste op het idee komt je gedachten te onderzoeken, als je er tenminste geestelijk toe in staat bent, als er tenminste niets is in jou of in je omstandigheden dat het onderzoek in de weg staat, als het onderzoek je gedachten tenminste niet bevestigt?
Katie: Ik denk het.
Hans: Wat een verhaal.