“Vrijheid is leven in vriendelijkheid, áls vriendelijkheid.”
(Byron Katie)
Katie: Vrijheid is leven in vriendelijkheid, áls vriendelijkheid.
Hans: Voor jou misschien.
Katie: Wat is vrijheid voor jou?
Hans: Niet weten wat vrijheid is?
Katie: Vanwaar dat vraagteken?
Hans: Omdat ik niet weet wat vrijheid is?
Katie: Wat is daar vrij aan?
Hans: Dat ik me er niet aan kan ophangen?
Katie: Waar blijf jij zoal vrij van?
Hans: Van leven in vriendelijkheid, áls vriendelijkheid, bijvoorbeeld.
Katie: Hoe leef je dan wel?
Hans: Zoals ik leef.
Katie: Hoe is dat dan?
Hans: Zoals het is.
Katie: Jij bent toch zeker gebonden aan niet-weten?
Hans: Daar kan niemand zich aan ophangen.
Katie: Waarom niet?
Hans: Omdat het nergens aan vast zit.