“The nature of mind is that it loves everything once it loves itself, just as it opposes everything when it opposes itself.”
(Byron Katie)
Omkering 1…
Katie: De aard van de geest is dat hij alles liefheeft als hij zichzelf liefheeft, zoals hij alles tegenstreeft als hij zichzelf tegenstreeft.
Hans: De aard van de geest is dat hij vandaag tegenstreeft wat hij morgen liefheeft, dat hij daarnet liefhad wat hij nu weer tegenstreeft en dat hij tegenstreeft terwijl hij liefheeft.
Katie: Ja, wat is het nou?
Hans: Tja, je weet maar nooit.
Omkering 2…
Katie: De aard van de geest is dat hij alles liefheeft als hij zichzelf liefheeft, zoals hij alles tegenstreeft als hij zichzelf tegenstreeft.
Hans: De aard van de geest is dat hij altijd moet generaliseren. Wat nu waar lijkt, bijvoorbeeld over de aard van de geest, is voor altijd waar en wat voor hem waar lijkt, is voor iedereen waar.
Katie: Dat was een generalisatie.
Hans: Ik bedoel maar.
Omkering 3…
Katie: De aard van de geest is dat hij alles liefheeft als hij zichzelf liefheeft, zoals hij alles tegenstreeft als hij zichzelf tegenstreeft.
Hans: De aard van de geest is dat hij van woorden dingen en wezens maakt en die van een aard voorziet, of ze nou bestaan of niet.